Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Geschiedenis/Wie zijn wij?
Maarten van Rossem
Wie zijn wij?
€ 3,90
ISBN: 9789046812495. Bindwijze: pap Taal: NL Uitgever: Nieuw Amsterdam Auteur: Maarten van Rossem Auteur tussenvoegsel: van Paginas: 64 Category: Geschiedenis.
In ‘Wie zijn wij?’ laat Van Rossem zijn verhelderende licht schijnen over de staat van Nederland, waarbij hij zich afvraagt of er zoiets bestaat als een nationale identiteit, of dé Nederlander.
Gerelateerde producten
geschiedenis
Jo Tollebeek
Een slapeloos doordenken van alle dingen
Onze omgang met de geschiedenis berust niet op een goed geordend geheel van heldere en rationele opvattingen. Hij steunt op een wirwar van beelden en van herinneringen, die voortdurend voortwoekeren. Wij hechten ons aan voorwerpen die het verleden in zijn bruutheid laten ervaren, als een 'echte' (zij het voorbije) werkelijkheid. Maar wij kennen ook de ontnuchtering: al deze voorwerpen blijken zo vaak kopieën en vervalsingen te zijn. Zo is het ook met de uiteenlopende praktijken waarin onze omgang met het verleden vorm krijgt. Zij worden beheerst door ongrijpbare passies en politieke ficties. Over het verleden schrijven wij in vele varianten. De begrippen die wij daarbij gebruiken, verduidelijken de geschiedenis, maar zij leiden ons ook binnen in een labyrint dat ons geen uitweg biedt. En als wij het verleden willen laten herrijzen, in monumenten of optochten, reconstrueren wij het op een eclectische wijze. In 'Een slapeloos doordenken van alle dingen' gaat het om de manier waarop de adel zichzelf een verleden schept, om de stormachtige familie die de historici vormen, om de lessen in de vaderlandse geschiedenis die de jonge Wilhelmina kreeg, om de droom van de Renaissance die geschiedschrijvers als Michelet, Burckhardt en Huizinga koesterden, en om nog veel meer. Telkens weer blijkt dat de geschiedenis chaos in het hoofd is – een rammelend geheugen, dat niet redeneert, maar associeert. Prometheuspap - 432 blz
geschiedenis
J.D.F. van Halsema
Dit eene brein
Van Halsema's intertekstuele benadering van poëzie is volstrekt uniek in Nederland. In 'Dit eene brein' handelt het om het werk en het dichterschap van Jan Hendrik Leopold. Van Halsema laat de historische, literaire en filosofische context steeds meeklinken in zijn beschouwingen over de totstandkoming en de aard van Leopolds poëzie. Hij maakt bovendien het overvloedige poëtische materiaal bruikbaar voor een historisch-literaire analyse van Leopolds dichterschap en leven. In de zuivere analyse en tegelijk in de vervlochtenheid van deze benaderingen ligt de grote kracht. Vier studies over de bronnen en hun verwerking in een aantal gedichten nemen een belangrijke plaats in: 'Cheops', 'Kinderpartij', en 'Van wijn één druppel', lange gedichten uit een periode waarin Leopold zich intens verdiepte in de grote filosofen uit de geschiedenis, èn de cyclus 'Morgen', een reeks gedichten uit de tijd dat Leopold in zijn poëzie sterk reageerde op de literaire actualiteit, steeds blijkt er sprake te zijn van een zeer complexe intertekstualiteit. Bijvoorbeeld niet alleen de Griekse Stoa was bron voor 'Van wijn één druppel', maar tenminste evenzeer de verwerking en interpretatie van de stoïsche leer bij latere filosofen als Hume en Leibniz. En daar komt de filosofie uit Leopolds eigen tijd bij. Een methodische beschouwing over de waarde van bronnenonderzoek voor de interpretatie van Leopolds gedichten geeft het essay 'Echt nodig is het nu ook weer niet'. In 'En boven alles uitgetogen' onderzoekt de auteur de relatie van Leopold tot de filosofie en de religie, zoals die zichtbaar is in zijn poëzie en biedt hij een overzicht van de geestelijke ontwikkeling van de dichter. De proeve van een toekomstige biografie van Leopold schetst Van Halsema in 'De man en de masque', geïllustreerd met een aantal intrigerende voorbeelden van Leopolds leven en werk in Rotterdam. 'Dit eene brein' vindt een hoogtepunt in 'Nu ik na jaren haar weer toespreek', over de formatie van een gestorven geliefde in Leopolds vroege poëzie. Historische Uitgeverijgeb - 338 blz
geschiedenis
Cees Fasseur
Dubbelspoor
Tussen de boortorens op Borneo werd Cees Fasseur geboren, om tijdens de oorlog met zijn moeder en zijn zusje in het jappenkamp terecht te komen. In juni 1946 ging hij op zijn zevende voor het eerst naar Nederland. Na zijn studietijd in Leiden was hij bijna een kwarteeuw werkzaam bij het ministerie van Justitie in Den Haag, waar hij Van Agt ontmoette als kamergenoot en minister. Als raadadviseur voor de wetgeving was hij betrokken bij het abortusvraagstuk, de euthanasie, de politieorganisatie, de excessen-nota en andere politieke kwesties die nog altijd in de belangstelling staan. Rond zijn vijftigste besloot hij de overstap te maken naar de professionele geschiedschrijving. Op uitnodiging van koningin Beatrix werd hij de biograaf van Wilhelmina en schreef daarna een boek over het huwelijk van haar ouders. Als eerste kreeg hij onbeperkt toegang tot het Koninklijk Huisarchief, dat voor andere historici nog altijd gesloten is. Spottend werd hij wel 'de hofbiograaf' genoemd. Waarom werd juist hij gevraagd? Hoe dacht hij zelf over zijn taak en wat komt bij het schrijven van zulke biografieën verder allemaal kijken? Ook daarvan doet hij in deze levendig vertelde herinneringen verslag. 'Dubbelspoor' sluit af met zijn belevenissen als lid van de commissie van toezicht op de Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten en zijn lidmaatschap van de commissie-Davids, die in 2009 onderzoek deed naar de Nederlandse besluitvorming inzake Irak. Balanspap - 368 blz
geschiedenis
H.L. Wesseling
Verzamelen, nadenken, opschrijven
Henk Wesseling was niet alleen een mens met veel kanten, hij was ook een historicus met veel mogelijkheden. Hij was onmiskenbaar een Leids historicus, die de ironische distantie moeiteloos verbond met de hartstocht voor zijn vak. Ook was hij in menig opzicht een Nederlands historicus, die zich een herkenbare plaats wist te verwerven in de vaderlandse historiografie. En hij was natuurlijk een wereldhistoricus, een van de grote kenners van het imperialisme. Leiden, Nederland, de wereld; zo deelde hij graag zijn actieradius in. Maar Wesseling was ook, en die klemtoon bepaalde de keus van de in deze bundel opgenomen stukken, een klassiek historicus. Dat wil zeggen dat hij hechtte aan de feiten zoals hij ze met grote zorgvuldigheid vaststelde. Tegelijk was hij een echte schrijver, die wist dat hij een beeld van de historische werkelijkheid ontwierp, een persoonlijk beeld, maar wel zo objectief mogelijk. En hij was een politiek historicus, iemand die de macht en desnoods de oorlog (al loste die niets op) in het centrum van het verhaal stelde. Dwars door alle geleerde modes heen (en hij kende ze allemaal en was erdoor gefascineerd) bleef hij een oud metier uitoefenen. Wesseling was een collega van Thucydides. Prometheuspap - 416 blz