Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Hobby & sport/Tuinboeken/De tuinbaas en zijn buitenplaats
Een belangrijk deel van de buitenruimte in ons land bestaat uit monumentaal historisch groen ? kasteeltuinen, buitenplaatsen, landgoederen, kloosterterreinen, stads- en heemparken, horti en arboreta vormen een substantieel deel van ons levend (horti)cultureel erfgoed. ‘De tuinbaas en zijn buitenplaats’ bevat een inventarisatie en documentatie van 24 buitenplaatsen, landgoederen en andere historische tuinen die grotendeels rijksmonument zijn.
Gerelateerde producten
geschiedenis

Een huwelijk aan diggelen
De havens liggen vol met koopvaardijschepen, die goederen uit verre landen brengen, zoals hout en graan uit het Oostzeegebied, zout uit Mediterrane landen en specerijen uit Azië. Vanuit de havens varen honderden vissersschepen uit voor de haringvisserij. In de stad zijn talloze scheepswerven, touwslagerijen, kuiperijen en smederijen. Meer dan 20.000 mensen wonen en werken hier. Dit is het Enkhuizen van de 17de eeuw. De stad heeft een grote aantrekkingskracht. Eén van de personen die zich in Enkhuizen vestigt, is dokter Zacheus de Jager. Hij trouwt hier met Margaretha, een dochter uit de rijke familie Van Beresteyn. Het echtpaar behoort tot de rijkste bovenlaag. Het huwelijk loopt in 1649 uit op een grote ruzie, die in die tijd het gesprek van de dag in de stad moet zijn geweest. Uiteindelijk verlaat Margaretha haar man en neemt al haar spullen mee. Bij een opgraving aan de Torenstraat in Enkhuizen is een afvalput gevonden vol met voorwerpen die van het echtpaar zijn geweest, waaronder glaswerk uit de dokterspraktijk, bier- en wijnglazen en duur porselein. Dankzij deze vondst en alle archiefstukken krijgen we een bijzondere inkijk in het bewogen leven van Zacheus en Margaretha. Dit historische verhaal neemt ons mee naar het 17de-eeuwse Enkhuizen en laat zich lezen als een roman.geschiedenis

Die Kultur der Kulturrevolution
Alledaagse gebruiksvoorwerpen en de meest uiteenlopende vormen van politieke propaganda uit het China van 1966 tot 1976 staan centraal in het boek 'Die Kultur der Kulturrevolution'. Van deze periode, de Culturele Revolutie, bleven de massale volksoptochten, de alomtegenwoordigheid van de Rode Garde en de haast religieuze personencultus rond de grote roerganger Mao in het collectieve geheugen bewaard. Het was evenwel ook de periode van de heropvoedingskampen en de genadeloze vervolging van intellectuelen en in ongenade gevallen politici. De Culturele Revolutie had duidelijk twee gezichten: enerzijds het streven naar een egalitaire en ideale samenleving, anderzijds de mensonterende, inhumane politieke campagnes en de doelbewuste vernietiging van cultureel erfgoed van onschatbare waarde. In de tentoonstelling en in de publicatie worden beide contradictorische aspecten van een recente periode uit de Chinese geschiedenis, die diepe sporen heeft nagelaten in het dagelijkse leven, op kritische wijze belicht. De meest uiteenlopende 'gebruiksvoorwerpen' komen daarbij aan bod: Mao-pins en -beeldjes, posters en foto's, voorwerpen gedecoreerd met afbeeldingen van Mao of partijinsignes. Stuk voor stuk objecten die in de periode van de Culturele Revolutie en de ongebreidelde personencultus rond Mao alomtegenwoordig waren in de Chinese samenleving. Duitstalig. Tentoonstellingscatalogigeschiedenis

Herman Hülsmann
Mijn reis naar Indië 1928-1929
In dit dagboek neemt Hermann Hülsmann ons mee op reis naar het toen nog verre Nederlands-Indië. Hülsmann was samen met drie andere studenten uitgenodigd door de Vereeniging Jan Pieterszoon Coen, die met groepsreizen de deelnemers wilde interesseren voor topfuncties in Indië. Er moest dan wel een verslag worden geschreven over enkele projecten die onderweg werden bezocht. Hermann Hülsmann beperkte zich niet tot de beschrijving van 'enkele projecten'. Hij zette zo veel mogelijk waarnemingen op papier. En hij maakte er foto's bij. Het resultaat is een levendig en vaak humoristisch geschreven verslag van een tijdsbeeld. Het dagboek begint met de avontuurlijke heenreis met de boot door het Suezkanaal. In Indië bezoekt hij bekende trekpleisters, die toen nog niet zo toeristisch waren als nu. En hij schrijft uitgebreid over het dagelijks leven en werken in die tijd. 'Mijn reis naar Indië' bevat veel bijzondere wetenswaardigheden, onder andere over de toenmalige stand van de techniek. Hermann eindigt zijn bezoek met een reis door Atjeh met de zogenaamde Atjeh Tram (opgeheven in 1962). In dit deel van het dagboek beschrijft hij onder andere de wegenbouwprojecten in dit toen nog onontgonnen gebied. Voor Hermann Hülsmann (1902-1983) bleef dit de reis van zijn leven. Uiteindelijk is hij niet naar Indië gegaan om daar een leidende functie te gaan vervullen. In plaats daarvan koos hij voor een carrière bij de rechterlijke macht in Nederland. En niet zonder succes: hij nam afscheid van zijn werkzame leven als Raadsheer van de Hoge Raad der Nederlanden.geschiedenis
