Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Geschiedenis/De glazen toren
De Leidse universiteit lijkt de laatste halve eeuw uiteen te zijn gevallen, vooral door schaalvergroting, felle competitie en wetenschappelijke specialisering. Zeven faculteiten, zevenduizend medewerkers en meer dan dertigduizend studenten uit binnen- en buitenland hebben weinig zicht meer op het totaal. Maar wat de duizenden leden van de universitaire gemeenschap met elkaar gemeen houden, is wat zij doen: onderzoeken, onderwijzen, studeren, besturen, bouwen en identificeren. Met behulp van deze zes facetten van het Leids academisch leven zoekt ‘De glazen toren’ naar de gezamenlijke ervaringen van vijftig jaar. Hierbij wordt een universiteit zichtbaar die losgelaten werd door haar statelijke hoeder en een open speelveld betrad, vrij en minder beschermd. Daardoor ontstond een noodzaak om een eigen Leidse koers te bepalen. De universiteit vond zichzelf opnieuw uit: groter, ondernemender, internationaler. Maar ze hervond ook veilige ankerpunten in tradities, oude en nieuwe.
Gerelateerde producten
geschiedenis

Dear old Bones
Op 1 februari 1886 werd de Engelse Elizabeth Saxton Winter (1857-1936) gouvernante van prinses Wilhelmina (1880-1962), die in 1890 koningin werd door het overlijden van haar vader koning Willem III. Haar moeder koningin Emma nam tot 1898 als regentes de regering voor haar waar. Miss Winter zou in dienst blijven tot en met de belijdenis van Wilhelmina eind oktober 1896, omdat daarmee de opvoeding voltooid was. Zij heeft al die jaren Wilhelmina van nabij meegemaakt, tijdens de privélessen, bij sport en spel, op reizen in binnen- en buitenland. Tijdens haar vakanties in Engeland ontving ze van haar pupil aanvankelijk kinderbriefjes, die allengs uitgebreider en inhoudelijker werden en de lezer een goed inzicht geven in Wilhelmina's jeugd. Onthullend zijn de lange brieven die Wilhelmina wekelijks schreef na het ontslag van Miss Winter in 1896. Tal van interessante thema's passeren de revue: lessen van (hoog)leraren, haar liefhebberijen: tekenen en schilderen, de reizen naar het buitenland, haar meningen over mensen en omstandigheden, ontmoetingen met bekende personen, koningen en keizers, activiteiten rond Sinterklaas, Kerstmis en Pasen, haar bezoeken in het land en het bijwonen van culturele, sportieve en sociale evenementen, maar ook haar verdrietige momenten en eenzaamheid, haar geloof in de Allerhoogste, en bovenal haar groei naar het koningschap en haar hoge taakopvatting. Het contact met Miss Winter zou tot aan haar overlijden in 1936 blijven bestaan. De integrale publicatie van deze egodocumenten levert een waardevolle en belangrijke bijdrage aan de Oranjehistoriografie.geschiedenis

Joden en het huis van Oranje
Tussen de Oranjes en de Nederlandse joden bestaan al meer dan vierhonderd jaar nauwe banden. Sinds hun komst naar de Republiek vanuit absolutistische staten voelden joden zich veilig en beschermd door de verschillende overheden. Met name met de Oranjes ontwikkelden zij een speciale band. Zo maakte de joodse elite ten tijde van de Republiek deel uit van de entourage van de stadhouder en kozen joden partij voor de Oranjevorsten in hun strijd tegen de patriotten. Ook na de instelling van het Koninkrijk bleef de verbondenheid met de Oranjes groot en vervulde de eeuwenoude relatie de joodse gemeenschap met trots. Deze vormde de basis voor een sterk orangisme. In de loop van de geschiedenis waren er echter ook critici die zich afvroegen wat de Oranjes nu eigenlijk voor de joodse gemeenschap hebben betekend. In 'Joden en het Huis van Oranje' passeren de stadhouders en hun Portugees- en Hoogduits joodse financiers de revue, maar zien we ook joodse Oranje knokploegen, orangistische rabbijnen en socialistische republikeinen. De gevoelige relatie tussen de joodse gemeenschap en het koningshuis na de Tweede Wereldoorlog en de betrokkenheid van de Oranjes bij de staat Israël worden eveneens besproken. 'Joden in het huis van Oranje' is een overzichtswerk van een periode waarin sterke Oranjeliefde en loyaliteit van de joodse gemeenschap overheerst, maar waarin ook sprake is van kritiek op het koningshuis.geschiedenis

Rob van den Bosch
Gedaanten van de waanzin
Waanzin is een volksdiagnose, en een idee dat gebruikt wordt als metafoor voor uitzinnigheid. Waanzin overschrijdt grenzen, is ontregelend en veelvormig en is vooral irrationeel en moeilijk invoelbaar. De onredelijkheid zit vanbinnen. Vroeger was die veel zichtbaarder en oordeelde de gemeenschap erover, nu doet de psychiater dat. De taal van de psychiatrie is vanaf de achttiende eeuw ontstaan en de laatste honderd jaar nauwelijks veranderd. Dokters hebben zich de waanzin toegeëigend en er hun eigen ideeën op losgelaten, gekleurd door de tijd waarin ze leefden. Veel waanzin heet tegenwoordig schizofrenie, maar dat is een recent idee dat alweer aan vervanging toe is. Waanzin laat zich niet wegdenken uit de samenleving, maar de naamgeving ervan is in de loop van de tijd nogal veranderd – en de inhoud nog veel meer. Hoe zagen artsen in het verleden hun waanzinnige patiënten? Wat viel ze op en hoe begrepen ze hun gedrag? Wat zijn in de medische blik op de waanzin de variabelen en wat de constanten? Dat is het thema van dit boek, dat de geschiedenis van een idee beschrijft aan de hand van de gevarieerde portretten die artsen door de eeuwen heen van hun patiënten hebben geschetst.geschiedenis
