Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Non-Fictie/Essays/Revue Lanoye
Tom Lanoye
Revue Lanoye
Filippica (polemische replieken)
€ 19,99 Oorspronkelijke prijs was: € 19,99.€ 7,90Huidige prijs is: € 7,90.
We leven in de hoogtijdagen van de gratuite oprispingen ? de meningitis van de tweets. Tom Lanoye zet zich daar met verve tegen af. In goed gedocumenteerde polemieken ontrafelt hij reputaties en sabelt hij misvattingen neer. Volgens zijn vaste devies: ‘Een schrijver zonder vijanden is geen schrijver.’ Soms is hij genadeloos hard, over jarenlang onbestraft politiegeweld in Antwerpen. De zaak-Jonathan Jacob vormt de pijnlijke ruggengraat van ‘Revue Lanoye’. Soms is hij elegisch ? over het afscheid van twee goede vrienden en idolen: dichter Gerrit Komrij en sportjournalist Jan Waters, die allebei ook zijn liefde deelden voor Zuid-Afrika. Soms is hij hilarisch ? over het definitieve afscheid van alle Zwarte Pieten, ook al werd hij zelf geboren in een stad genaamd Sint-Niklaas. Verder heeft hij het over ‘de onrustwekkende verdwijning van Louis Paul Boon’, het onderschatte genie van Jef Geeraerts, drie soorten Rodenbach, ‘Het Verdriet van Holland’, het kunstbeleid van Vlaanderen (‘State of the Farce’) en ‘de holle salvo’s van de lach’, na de aanslag op Charlie Hebdo. Maar wat het onderwerp ook mag zijn, nooit is Lanoye vrijblijvend en altijd zindert zijn taal.
Gerelateerde producten
muziek
Niek Nelissen
Willem van Otterloo
Willem van Otterloo was één van de vier belangrijkste Nederlandse dirigenten van de twintigste eeuw. Als componist liet hij een klein maar verfijnd oeuvre na. Zijn bekendste werk is de Symphoniëtta (1943), die behoort tot de meest gespeelde Nederlandse composities. Van Otterloo's levensverhaal geeft een interessant tijdsbeeld van het muziekleven tussen 1928 en 1978. Hij begon zijn loopbaan als tutticellist in het Utrechts Stedelijk Orkest. Een compositieprijsvraag van het Concertgebouw in 1932 bleek bepalend voor zijn toekomst. De orkestsuite die hij instuurde, werd bekroond met de eerste prijs en hij mocht de uitvoering door het Concertgebouworkest zelf dirigeren. Het USO stelde hem in 1934 aan als tweede en in 1937 als eerste dirigent. Hij bleef aan toen het USO in 1943 werd ingezet bij de Europasender, een Duitse propagandazender. Dit kwam hem na de bevrijding te staan op een veroordeling door de Ereraad voor de muziek.In 1949 werd Van Otterloo eerste dirigent van het Residentie Orkest, dat hij bijna een kwart eeuw leidde. Het Haagse orkest ging met hem een ongekende bloeitijd tegemoet. In 1950 werd hij een van de vaste dirigenten van het nieuwe platenlabel van Philips, dat hem behalve met het RO opnamen liet maken in Berlijn, Parijs en Wenen. De vele Philips-lp's droegen bij tot zijn internationale reputatie. Na het overlijden van Eduard van Beinum in 1959 werd algemeen verwacht dat hij diens opvolger zou worden bij het Concertgebouworkest. De keuze viel echter op Bernard Haitink en Van Otterloo bleef in Den Haag. In de jaren zestig kwam Van Otterloo bij het RO onder vuur te liggen door de roep om inspraak en repertoirevernieuwing. Als gastdirigent verlegde hij zijn activiteiten deels naar het buitenland. Na zijn vertrek bij het RO in 1973 werd hij chef-dirigent van het Sydney Symphony Orchestra. In 1978 overleed hij in Australië bij een verkeersongeval.Recensie: Dit vlot geschreven imposante boek is een handelsuitgave van een academisch proefschrift over de introverte levens- en musiceerstijl van een van Nederlands bekende orkestleiders met een interessant tijdsbeeld (1933-1978). Zelf voortgekomen uit de orkestpraktijk stond hij als vaste dirigent "op de bok" van respectievelijk het Utrechts Stedelijk Orkest en het Residentie Orkest. Ook de kronieken van beide ensembles uit die periode worden door de promovendus - muziekjournalist en leraar vwo geschiedenis - in detail beschreven. Voor diegenen die onder Van Otterloo hebben gespeeld, is dit relaas 'gefundenes Fressen'. Maar voor hen niet alleen! Het boek bevat naast talrijke bijlagen en foto's een dvd met een tweetal televisieregistraties uit respectievelijk 1963 (Gebouw K&W Den Haag, Brahms III) en 1976 (St. Bavokerk Haarlem, Beethoven IX). Het boek en de dvd zijn toonaangevend voor de onderhavige periode van het orkestbedrijf.Metagegevens • Van Gruting • Gebonden • 629 pagina’s • ISBN 9789075879407 • NUR: 660 - Muziek algemeen • Genre: Kunst, Muziek, Biografieën • Trefwoorden: Dirigent, Residentie Orkest, Van OtterlooOver de auteur: Niek Nelissen (1952) studeerde geschiedenis in Groningen. Hij is werkzaam als leraar aan het Stedelijk Gymnasium in Arnhem en als toetsdeskundige bij het Cito. Als muziekjournalist schreef hij een groot aantal artikelen voor muziektijdschriften en toelichtingen bij cd-uitgaven op muziekhistorisch gebied. De biografie van Willem van Otterloo is de handelsuitgave van het proefschrift dat hij in 2009 verdedigde aan de Radboud Universiteit Nijmegen.Over de uitgever: Uitgeverij Van Gruting, opgericht in 1996, legt zich toe op het uitgeven van boeken op het terrein van geschiedenis, kunstgeschiedenis, muziekgeschiedenis en literatuurgeschiedenis. Van Grutinggeb - 628 blz
gezondheid
Lex Boon
De man die van zijn been een lamp maakte
Journalist Lex Boon heeft een neus voor mooie en boeiende verhalen. In al die verhalen, die vaak beginnen met een eenvoudige vraag, stuit hij op verrassende wetenswaardigheden, laat hij boeiende mensen aan het woord en ontsluiert hij iets van de tijd waarin we leven. Waar komt het water in de Amstel in Amsterdam eigenlijk vandaan? Het lijkt een simpele vraag die je kunt beantwoorden door op de kaart te kijken. Maar zo eenvoudig is het niet. Boon eindigt zijn fantastische zoektocht op een bergtop in Zwitserland. Een andere reportage speelt zich af in 236 stegen van Amsterdam, waar dingen gebeuren die het daglicht niet kunnen verdragen. En is de geur van de hoofdstad eigenlijk in een parfum te vangen? Hilarisch is het verhaal over een man en zijn been. Het been moet worden geamputeerd en de man wil het houden om er een lamp van te maken. Boon volgt het proces van been tot lamp. En hoe weet een groep jonge Roemeense criminelen zeven waardevolle schilderijen uit de Rotterdamse Kunsthal te stelen? Wat dacht de man op Faeröer, toen hij per ongeluk een potvis liet ontploffen? Wat doet die Indiase monnik eigenlijk midden in een Amstelveense woonwijk? En waarom krijgt Boon brieven van de koningin? Meulenhoffpap - 336 blz
non-fictie
Thijs Kleinpaste
Tegenover Dostojevski
Fjodor Dostojevski is misschien wel de grootste schrijver uit het pantheon van de Russische letteren: een genadeloze criticus van de vooruitgang, van de illusies die de mensheid over zichzelf in het leven roept, en van de mens zelf. Althans, dat is wat vaak over hem wordt gezegd. 'Tegenover Dostojevski' beweert het tegendeel. Wat Dostojevski verkondigde was vaak weinig meer dan de boodschap van een schreeuwende amateur-profeet, terwijl de schrijvers tegen wie hij tekeerging ? ook al zijn ze in de vergetelheid geraakt ? vaak meer en belangrijker dingen te zeggen hadden. 'Tegenover Dostojevski' bespreekt drie denkers die weliswaar niet zo beroemd zijn als Dostojevski, maar minstens zoveel aandacht verdienen: Vissarion Belinski, Alexander Herzen en Ivan Toergenjev. Wie? Belinski: de criticus die Dostojevski als piepjonge schrijver ontdekte. Herzen: de essayist die door Dostojevski zeer bewonderd werd. Toergenjev: de schrijver tegen wie Dostojevski zich hevig afzette, maar die hij ook als meerdere erkende. De drie vrienden voerden in hun werk een discussie over de rol van het individu in de geschiedenis. Ze zochten een antwoord op vragen over protest en revolutie, over radicalisme en gematigdheid, en over idealisme en desillusie. Tegenover die gedachtewisseling stond Dostojevski: niet alleen als contrapunt, maar ook als belangrijke getuige. Prometheuspap - 222 blz
non-fictie
Trudy Scheele-Gertsen
Een kind krijg je voor het leven
Trudy Scheele-Gertsen werd verliefd op een jongeman uit Utrecht en raakte per ongeluk zwanger. Er was één probleem: ze waren nog niet getrouwd, en toen hij haar in de steek liet, werd haar probleem alleen maar groter. Opeens was ze een ongehuwde moeder, en ongehuwde moeders vond men tot in de jaren tachtig van de twintigste eeuw een schande en een gevaar voor de samenleving en de gevestigde huwelijksmoraal. Tussen 1956, toen de adoptiewet van kracht werd, en 1984 werden ongehuwde moeders dan ook vaak gedwongen hun kind af te staan. Ook Trudy werd, net als al die andere jonge vrouwen, onder druk gezet door haar directe omgeving, door artsen en hulpverleners en door de kerk. Haar moeder, die aanstuurde op adoptie, zorgde ervoor dat ze werd opgenomen in een tehuis voor ongehuwde moeders. In februari 1968 werd Trudy daar de trotse moeder van een jongetje, maar dat werd haar al snel afgenomen. Pas na enkele moeizame jaren waarin zij vergeefs om haar zoontje vocht, werd het jongetje in een adoptiegezin geplaatst. Door de afstand kon ze geen band met hem opbouwen, wat zou leiden tot een levenslang verdriet. In 'Een kind krijg je voor het leven' vertelt Trudy haar verhaal, van het moment dat ze de vader van haar kind ontmoet tot aan haar rechtszaak tegen de staat. Het laat zien wat de impact is op een mensenleven om afstand te moeten doen van je kind. Boekerijpap - 208 blz