Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Non-Fictie/Essays/Buster Keaton lacht nooit
Arnon Grunberg
Buster Keaton lacht nooit
Over film
€ 24,99 Oorspronkelijke prijs was: € 24,99.€ 7,90Huidige prijs is: € 7,90.
ISBN: 9789038896236. Bindwijze: pap Taal: NL Uitgever: Nijgh & Van Ditmar Auteur: Arnon Grunberg Paginas: 256 Categorieën: Essays, Non-Fictie.
Ik bleef denken aan Erich von Stroheim. Als liefde fictie is zijn er mensen zoals hij nodig die met witte handschoenen de deuren van de fictie openhouden, die de fictie afstoffen en tijdig roepen: ?Camera loopt, geluid loopt. Actie!? Schrijver Arnon Grunberg is een filmliefhebber. In ‘De troost van de slapstick’ bracht hij een ode aan de oude slapstickhelden die hij vroeger samen met zijn vader in de bioscoop zag. Maar de slapstick lijkt verleden tijd. In ‘Buster Keaton lacht nooit’, een nieuwe verzameling messcherpe essays, schrijft Grunberg over films waarin de werkelijkheid soms zo dichtbij komt dat het lachen je vergaat.
Gerelateerde producten
muziek
Niek Nelissen
Willem van Otterloo
Willem van Otterloo was één van de vier belangrijkste Nederlandse dirigenten van de twintigste eeuw. Als componist liet hij een klein maar verfijnd oeuvre na. Zijn bekendste werk is de Symphoniëtta (1943), die behoort tot de meest gespeelde Nederlandse composities. Van Otterloo's levensverhaal geeft een interessant tijdsbeeld van het muziekleven tussen 1928 en 1978. Hij begon zijn loopbaan als tutticellist in het Utrechts Stedelijk Orkest. Een compositieprijsvraag van het Concertgebouw in 1932 bleek bepalend voor zijn toekomst. De orkestsuite die hij instuurde, werd bekroond met de eerste prijs en hij mocht de uitvoering door het Concertgebouworkest zelf dirigeren. Het USO stelde hem in 1934 aan als tweede en in 1937 als eerste dirigent. Hij bleef aan toen het USO in 1943 werd ingezet bij de Europasender, een Duitse propagandazender. Dit kwam hem na de bevrijding te staan op een veroordeling door de Ereraad voor de muziek.In 1949 werd Van Otterloo eerste dirigent van het Residentie Orkest, dat hij bijna een kwart eeuw leidde. Het Haagse orkest ging met hem een ongekende bloeitijd tegemoet. In 1950 werd hij een van de vaste dirigenten van het nieuwe platenlabel van Philips, dat hem behalve met het RO opnamen liet maken in Berlijn, Parijs en Wenen. De vele Philips-lp's droegen bij tot zijn internationale reputatie. Na het overlijden van Eduard van Beinum in 1959 werd algemeen verwacht dat hij diens opvolger zou worden bij het Concertgebouworkest. De keuze viel echter op Bernard Haitink en Van Otterloo bleef in Den Haag. In de jaren zestig kwam Van Otterloo bij het RO onder vuur te liggen door de roep om inspraak en repertoirevernieuwing. Als gastdirigent verlegde hij zijn activiteiten deels naar het buitenland. Na zijn vertrek bij het RO in 1973 werd hij chef-dirigent van het Sydney Symphony Orchestra. In 1978 overleed hij in Australië bij een verkeersongeval.Recensie: Dit vlot geschreven imposante boek is een handelsuitgave van een academisch proefschrift over de introverte levens- en musiceerstijl van een van Nederlands bekende orkestleiders met een interessant tijdsbeeld (1933-1978). Zelf voortgekomen uit de orkestpraktijk stond hij als vaste dirigent "op de bok" van respectievelijk het Utrechts Stedelijk Orkest en het Residentie Orkest. Ook de kronieken van beide ensembles uit die periode worden door de promovendus - muziekjournalist en leraar vwo geschiedenis - in detail beschreven. Voor diegenen die onder Van Otterloo hebben gespeeld, is dit relaas 'gefundenes Fressen'. Maar voor hen niet alleen! Het boek bevat naast talrijke bijlagen en foto's een dvd met een tweetal televisieregistraties uit respectievelijk 1963 (Gebouw K&W Den Haag, Brahms III) en 1976 (St. Bavokerk Haarlem, Beethoven IX). Het boek en de dvd zijn toonaangevend voor de onderhavige periode van het orkestbedrijf.Metagegevens • Van Gruting • Gebonden • 629 pagina’s • ISBN 9789075879407 • NUR: 660 - Muziek algemeen • Genre: Kunst, Muziek, Biografieën • Trefwoorden: Dirigent, Residentie Orkest, Van OtterlooOver de auteur: Niek Nelissen (1952) studeerde geschiedenis in Groningen. Hij is werkzaam als leraar aan het Stedelijk Gymnasium in Arnhem en als toetsdeskundige bij het Cito. Als muziekjournalist schreef hij een groot aantal artikelen voor muziektijdschriften en toelichtingen bij cd-uitgaven op muziekhistorisch gebied. De biografie van Willem van Otterloo is de handelsuitgave van het proefschrift dat hij in 2009 verdedigde aan de Radboud Universiteit Nijmegen.Over de uitgever: Uitgeverij Van Gruting, opgericht in 1996, legt zich toe op het uitgeven van boeken op het terrein van geschiedenis, kunstgeschiedenis, muziekgeschiedenis en literatuurgeschiedenis. Van Grutinggeb - 628 blz
non-fictie
Woody Allen
À propos
In de zes decennia dat Woody Allan films maakt, heeft hij vijftig films geschreven en geregisseerd, en speelde hij in vele ervan mee. Hij won diverse Amerikaanse en internationale prijzen en zijn films zijn lesmateriaal op scholen en aan universiteiten over heel de wereld. In 'À propos' schrijft Allen onder meer over zijn eerdere huwelijken, zijn romance en levenslange vriendschap met Diane Keaton, en zijn persoonlijke en professionele relatie met Mia Farrow, die resulteerde in een aantal klassieke films. Voor de breuk die volgde mag de sensatiepers hem wel dankbaar zijn. Volgens hem was niemand zo verbaasd als hij toen hij een relatie kreeg met de vijfendertig jaar jongere Soon-Yi Previn, de adoptiedochter van Mia Farrow en André Previn (Farrows echtgenoot in de jaren zeventig). 'À propos' is het volstrekt openhartige, vaak hilarische en soms verbijsterende verhaal van een Amerikaans icoon. Prometheuspap - 352 blz
non-fictie
Harold Hamersma
Onder de rook van de Heineken
'Onder de rook van de Heineken' schrijft Hamersma over de avonturen die hij met zijn vriendjes in de buurt beleefde, over de vroege uren waarop hij met zijn vader ging vissen en zijn levenslange weerzin tegen water door de zwemlessen in het Zuiderbad. We lezen over zijn moeder, over de vele huisdieren op de kleine etagewoning, over de rivaliteit met de jongens van de Quellijnstraat, en over het verleden van de kleurrijke familie van zijn vader en zijn moeder. Met zijn oude moeder loopt en fietst Hamersma langs de plaatsen van zijn jeugd. Samen herbeleven ze die tijd van meer dan vijftig jaar geleden, een tijd van armoede en verval. Het oude badhuis, de platenwinkel in de Ferdinand Bolstraat, de benzinepomp tegenover zijn huis ? het zijn plekken die verdwenen zijn, maar het unieke karakter van de wijk is gebleven. En zijn vergeetachtige moeder vindt het allemaal 'schitterend'. Ambo Anthosgeb - 440 blz
non-fictie
Paul P.J. Overvoorde
Als het maar tot iets leidt?
Erfgoedzorg wordt geassocieerd met conservatieve, deftige heren. Dat deftige klopt wellicht, maar het eerste behoeft bijstelling: er waren ook idealisten die streefden naar een mooiere en betere wereld, met verheffing van de arbeider en de emancipatie van de vrouw. Dit geldt met name voor mr. dr. J.C. Overvoorde, een strijder op vele fronten. Deze biografie toont Overvoordes tomeloze engagement voor het veiligstellen van monumentaal erfgoed, musea en archieven, het initiëren van een monumentenwet, en voor de gelijke behandeling van de vrouw en haar emancipatie. Hij richt de Nederlandsche Oudheidkundige Bond op, met in het bestuur strijders die als jonge honden de sloop van monumenten proberen te voorkomen. Ook de rol die Overvoorde in de eerste emancipatiegolf speelt, wordt uitstekend belicht. Zijn feministisch rechtshistorisch proefschrift maakt hem bekend als voorstander van vrouwenemancipatie - hun zwaar achtergestelde positie vindt hij onaanvaardbaar voor een beschaafd land. Hij werkt even samen met Aletta Jacobs en kruist vaak de degens met Wilhelmina Drucker. Hij adviseert Annette Versluijs-Poelman, voorzitter van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, van achter de schermen. Daarnaast is hij actief als lid van de Radicalen Bond die de slechte positie van de arbeidersklasse wil verbeteren. Hij richt in die steden oudheidkundige verenigingen, een museum en verenigingen voor monumentenzorg op. In de Vereeniging van Archivarissen in Nederland werkt hij mee aan de professionalisering van het beroep en aan wetgeving. Eenmaal in Leiden benoemd zal hij als conservator, later directeur van De Lakenhal, de museumcollectie uitbreiden met werken van de Oude Leidsche meesters en de nieuwbouw van het museum realiseren. In deze vlot leesbare biografie komt een breed tijdsbeeld naar voren, waarin Overvoordes inbreng ook nog voor de huidige tijd goed onderbouwd voor het voetlicht wordt gebracht. Na enkele jaren kunstacademie studeerde Paul P.J. Overvoorde wijsbegeerte aan de Universiteit van Utrecht. Na voltooiing daarvan deed hij op uiteenlopende terreinen onderzoek, onder meer naar normatieve argumentatie. Daarnaast was hij als docent en stafmedewerker werkzaam. IJzergeb - 650 blz