Mendel ontdekte de wetten van de erfelijkheid. Hij ontrafelde hoe bepaalde eigenschappen overerven en waarom ze soms een generatie overslaan. Mendel was een monnik; in de kloostertuin experimenteerde hij met 29.000 erwtenplanten. Door ze op een gecontroleerde manier te bestuiven, kon hij bepaalde eigenschappen in meerdere generaties van deze plant volgen. Zo ontdekte hij de mogelijkheid om bepaalde eigenschappen van planten en dieren bewust op te kweken.