Edward Caswell
It’s Always a Pussycat
Een zanger als koordirigent
€ 17,50 Oorspronkelijke prijs was: € 17,50.€ 7,90Huidige prijs is: € 7,90.
ISBN: 9789079624294. Bindwijze: pap Taal: NL Uitgever: Leporello Auteur: Edward Caswell Paginas: 128 Categorieën: Kunst, Muziek.
‘It’s Always a Pussycat’ is ideaal voor iedereen die met koren werkt. Edward Caswell is een van de meest gerespecteerde koordirigenten en koorpedagogen van het moment, maar hij benadert het leiden en trainen van een koor vanuit het perspectief van een zanger. Centraal staat het toepassen van vocale techniek, en Edward laat zien hoe je die toepast in een aantal van de meest belangrijke koorwerken van het repertoire.
Gerelateerde producten
kunst
Noah Charney
Kunstvervalsing
Hoe kon een surrealistische schilder van licht erotisch getinte taferelen als 's werelds meest succesvolle Vermeer-vervalser de nazi's om de tuin leiden? Wat dreef beruchte meestervervalsers door de eeuwen heen? Waarom vervalst men Basquiat, Dürer, Van Eyck, Appel, Matisse, Warhol of Banksy? 'Kunstvervalsing. Misleiding en masterminds van meestervervalsers' legt het mysterie, de intriges en de schandalen van kunstvervalsing bloot. Deze vorm van criminaliteit wordt vaak beschouwd de roemrijkste van alle misdaden. De geschiedenis van kunstvervalsingen zit vol met misdaadverhalen, die fascinerend, vaak bizar en altijd waargebeurd zijn. 'Kunstvervalsing. Misleiding en masterminds van meestervervalsers' beschrijft de avonturen en mislukkingen van meestervervalsers van vroeger en nu. Het ontrafelt de criminele masterminds en laat zien hoe ze door een mix van genialiteit, trots, wraak, roem, misdaad, opportunisme, geld en macht tot hun daden worden gedreven. Niet alleen beeldende kunst, maar ook zwendel in wijn, archeologische vondsten en literatuur komt aan bod. Vervalsen is al zo oud als de handel in kunst, en ook de huidige kunstwereld wordt regelmatig geplaagd door miljoenenzwendels. Kunstmisdaadexpert Noah Charney onderzoekt hoe en waarom 's werelds meest kundige vervalsers ? op vaak ingenieuze en charmante wijze ? erin slaagden de kunstwereld te misleiden. Hij ontrafelt de trucs van hun handel en beschrijft hoe ze uiteindelijk tegen de lamp liepen, na grondig speurwerk, wetenschappelijke analyse of gewoonweg geluk. Ook laat Charney zien hoe de kunstwereld zelf bij vervalsing is betrokken, bijvoorbeeld door vervalsing te ontkennen om daarmee het eigen gezicht te redden. Welkom in de wereld van kunstvervalsing. En wees gewaarschuwd: vertrouw niet altijd op wat je ogen zien. Terrageb - 296 blz
filosofie & religie
Regnerus Steensma
Protestantse kerken
In 'Protestantse kerken. Hun pracht en kracht' ontrafelt kerkenkenner dr. Regnerus Steensma de historische betekenis van protestantse kerken in Nederland. Anders dan veelal wordt gedacht, is hun inrichting vaak niet bepaald sober. In het schip vinden we in veel gevallen een preekstoel met uitbundig snijwerk, omgeven door een doophek en omringd door voorname banken en een monumentaal bankenplan voor de gewone kerkgangers. Het schip is vaak door een hek of een schotwerk van het koor afgescheiden. Het koor draagt in veel protestantse kerken door de aanwezigheid van graftombes en rouwborden het karakter van een mausoleum. 'Protestantse kerken. Hun pracht en kracht'; dat met meer dan driehonderd eigen opnames is geïllustreerd; neemt u in woord en beeld mee op een wandeling door het fascinerende interieur van onze oude protestantse kerken. Bij de verschillende onderdelen wordt niet alleen aandacht besteed aan hun historische betekenis; maar ook aan het aspect van monumentenzorg en modern kerkbeheer. Dr. Regnerus Steensma (1937-2012) was tot 2002 hoofddocent Architectuur en Iconografie van het Christendom aan de Rijksuniversiteit Groningen en directeur van het daar gevestigde Instituut voor Liturgiewetenschap. Hij publiceerde vele boeken en artikelen over kerkbouw en kerkinrichting. Daarnaast was hij kerkfotograaf Bornmeergeb - 270 blz
kunst
Joris van Casteren
Het Station
Amsterdam Centraal is veel meer dan alleen een station. Het is een stad in een stad waar elke dag duizenden mensen aankomen en vertrekken, winkelen en werken. Een fascinerend bedrijf dat nooit stilstaat. Een plek vol verhalen, verwachtingen en teleurstelling. Reizigers, medewerkers, bestuurders, aannemers, passanten: allemaal hebben ze een eigen band met het station.Joris van Casteren kan als geen ander beschrijven welke mensen het station bevolken. Ogenschijnlijk terloopse gebeurtenissen krijgen in zijn reportages een cruciale betekenis. Met een onnavolgbare nieuwsgierigheid schrijft hij over de mensen die hij tegenkomt. Dit jaar bestaat het station 125 jaar, het reizen per trein 175 jaar.Recensie: Nieuwe Revu
Niet dat het [boek Het Station van Joris van Casteren] hem [mijn collega] zal overhalen de auto vaker voor tram, bus, trein, metro of pont te verruilen, die indruk heb ik niet, maar hij leert wel een nieuws stadsdeel kennen: het Centraal Station. Daarbij speelt het ov slechts een bijrol in het boek. Van Casteren is met zijn nieuwsgierige aard achter de 'bevolking' van het station aangegaan. Beveiligers, beambten van allerlei soort, loketmedewerkers, zwervers en natuurlijk degene waar het op dit knooppunt om draait: de reiziger.Anekdotisch wordt er een wereld aan weetjes voor het voetlicht gebracht en op die manier een beeld geschetst van enkele markante, belangrijke of terugkerende individuen uit de ongeveer 250.000 mensen die het station dagelijks gebruiken, er werken of zelfs wonen. Bas LubberhuizenPAP - 159 blz
kunst
Jan Cremer, Wim van der Linden
Working class hero
Schrijver en beeldend kunstenaar Jan Cremer (1940) stamt van vaderszijde uit een familie van hoefsmeden en beroepsmilitairen uit Pruisen en Hessen, zijn moeders familie is afkomstig uit Hongarije. Korte tijd volgde hij een opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunst in Arnhem. Als schilder kreeg hij snel erkenning met zijn 'peinture barbarisme', intussen reist hij veel en woont overal.In het najaar van 1963 zwerven Jan Cremer en Wim van der Linden ieder weekend samen door Amsterdam. Wim van der Linden heeft een hok met een donkere kamer op Kattenburg, Jan Cremer heeft al een gezin en woont in de Jodenhouttuinen. De huizen die ze daar bewonen, zijn allang gesloopt. Amsterdam in 1963 is een stad in doodsnood. Het is alles sloop en verval. In die puingruwel staat Jan Cremer en kijkt hongerig in de lens.Op zijn drieëntwintigste heeft Jan Cremer een heel leven achter de rug, maar ondanks zijn successen als schilder is hij arm gebleven en noodgedwongen werkt hij in de haven. De Cremer die Wim van der Linden vastlegt, is hard op weg om van 'working class' tot 'working class hero' uit te groeien. Op alle foto's die Wim van der Linden in 1963 van hem maakt, is hij de belichaming van het nieuwe, van de dingen die komen gaan. Het icoon van de verandering wordt de foto van Jan Cremer op zijn Harley Davidson, de coverfoto van Ik Jan Cremer, dat in 1964 verschijnt. Daarna is alles anders.Wim van der Linden en Jan Cremer zullen nog tien jaar samen optrekken. Tussen 1963 en 1969 maakt hij zo'n duizend foto's van Jan Cremer, waarvan het grootste deel zich bevindt in het archief van Cremer. In dit boek zijn 80 door Jan Cremer uitgekozen foto's verzameld. Ze geven niet alleen een beeld van Jan Cremer, maar ze zijn ook een monument voor de vriendschap van twee kunstenaars, de schrijver en de fotograaf. d'Jongehonding - 96 blz