Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Geschiedenis/Geschiedenis van de Christelijk-Historische Unie 1908-1980
Marcel ten Hooven
Geschiedenis van de Christelijk-Historische Unie 1908-1980
€ 29,90 Oorspronkelijke prijs was: € 29,90.€ 9,90Huidige prijs is: € 9,90.
ISBN: 9789085066491.
Bindwijze:
ing
Taal:
NL
Uitgever:
Boom
Auteur:
Marcel ten Hooven
Auteur tussenvoegsel:
ten
Paginas:
369
Categorie: Geschiedenis.
Deze vrij lijvige uitgave, geschreven aan de hand van een uitgebreid literatuur- en archiefonderzoek, behandelt de geschiedenis van de Christelijk-Historische Unie. Deze partij (of beter unie) ontstond in 1908 door een samengaan van enkele groeperingen en was minder dogmatisch dan de ARP. De studie valt in twee delen uiteen. In het eerste deel geeft Marcel ten Hooven impressies van personen die vroeger een rol speelden in deze partij. De meerwaarde van deze uitgave is dat er eindelijk een geschiedschrijving tot stand is gekomen van deze niet onbelangrijke partij in haar specifieke plaats in het Nederlandse politieke bestel.
Gerelateerde producten
geschiedenis
K. de Jong Ozn.
Gods eer zij ’t merk van al uw werk
'De Geschiedenis van het Friesch Dagblad' kan worden omschreven als de biografie van een krant (verschijnend sinds 1903). In dit tweede deel wordt de periode 1935-1971 behandeld: de tijd van de economische crisis van de jaren dertig en het leiderschap van Colijn, de Tweede Wereldoorlog en de onderduik van het Friesch Dagblad, het verlies van 'ons Indië', de Nieuw-Guinea kwestie en de grote maatschappelijke omwenteling van de jaren zestig. Het is de tijd waarin Hendrik Algra – antirevolutionair in hart en nieren, lid van de Eerste Kamer en schrijver van vele boeken – de markante hoofdredacteur van het Friesch Dagblad is en zijn stempel op de krant drukt. Net als het voorafgaande deel biedt Deel II een boeiend verhaal over een veranderende wereld, gezien door de ogen van Friese gereformeerden en antirevolutionairen. Bijzondere aandacht is er voor de gebeurtenissen in Friesland en de parlementaire geschiedenis van Nederland. K. de Jong Ozn. (Drachten 1926-Sneek 2011) studeerde Geschiedenis en Nederlands aan de Vrije Universiteit. Hij was achtereenvolgens leraar in Dokkum, rector in Goes en Amersfoort, staatssecretaris van onderwijs (kabinetten Den Uyl en Van Agt 1) en voorzitter van de Unie voor Christelijk Onderwijs. Hij was tien jaar columnist van Het Buitenhof en de Haagsche Courant en schreef lange tijd voor het Centraal Weekblad en het Friesch Dagblad over politiek, onderwijs en literatuur. Hij publiceerde een aantal dichtbundels, een bundel novellen alsook een boek over de geschiedenis van de Unie voor Christelijk Onderwijs (Een verhaal dat verder gaat, 1999). In 2003 verscheen het eerste deel van zijn geschiedenis van het Friesch Dagblad onder de titel Zij zullen het niet hebben. Bornmeergeb - 509 blz
geschiedenis
Eveline Koolhaas-Grosfeld
Tussen politiek en publiek
Politieke tekenaars zijn opiniemakers, net als de schrijvende pers. Het nieuws 'knedend' tot satire beïnvloeden zij de politieke opvattingen van het publiek. Beelden - direct als zij zijn - zijn vaak effectiever dan teksten, zo blijkt. Tekenaars geven, kortom, mede vorm aan het openbare politieke debat. In dit boek zijn ruim tachtig (spot)prenten uit de jaren 1880-1919 bijeengebracht. De auteurs laten hiermee op een nieuwe manier de relatie tussen politiek en publiek zien. Het was een tijd van grote veranderingen in de Nederlandse politiek. Nieuwe groeperingen als de confessionelen en socialisten sloegen een bres in het liberale bolwerk en brachten het buitenparlementaire politieke debat op gang. En terwijl op straat de roep om algemeen kiesrecht steeds luider klonk, werd binnen het parlement fel gedebatteerd over de onafwendbare grondwetsherziening. Al dit rumoer is te volgen op de afbeeldingen in dit boek. Omdat het publiek gedurende deze periode steeds meer betrokken raakte bij de politiek werd het voor parlementariërs belangrijk gekend te worden. Prenten waren hiervoor het medium bij uitstek, ook als zij de spot met je dreven. Want wie niet in beeld komt, bestaat niet. Eveline Koolhaas-Grosfeld is kunsthistoricus en werkzaam als zelfstandig onderzoeker en beeldredacteur. Schreef over de achttiende- en negentiende-eeuwse prentkunst in onder meer haar proefschrift 'De ontdekking van de Nederlander in boeken en prenten rond 1800' (Zutphen 2010) en het tijdschrift De Moderne Tijd. Marij Leenders is universitair docent en onderzoeker politieke en religie geschiedenis bij de Radboud Universiteit Nijmegen. Recente publicatie over politieke beeldcultuur samen met Andreas Biefang (red.): Erich Salomon & het ideale Parlement. Fotograaf in Berlijn en Den Haag, 1928-1940 (Amsterdam 2014). Schriptumpap - 136 blz
geschiedenis
Christoph van den Belt
Eigentijds en eigenzinnig
In 1967 en 1971 verschenen op de Nederlandse dagbladmarkt verschenen twee nieuwe dagbladtitels: het Nederlands Dagblad (ND) en het Reformatorisch Dagblad (RD). Hun komst was verrassend, want het aantal kranten nam in die tijd juist af. Bovendien week hun karakter af van de journalistieke trend. Dagbladen als Trouw en de Volkskrant schudden hun christelijke veren voorzichtig af en oriënteerden zich op een algemeen publiek. Het ND en het RD daarentegen wierpen zich elk op als vertegenwoordiger van een specifieke gereformeerde gemeenschap. Zij zagen zich bedreigd door de secularisatie en presenteerden zich als de hoeders van christelijk Nederland. 'Eigentijds en eigenzinnig' werpt licht op het ontstaan en de ontwikkeling van deze twee kranten. Welke plaats nemen ze in binnen de journalistiek? Zijn ze als relicten uit een tijd waarin Nederland christelijk was, gedoemd tot verdwijnen? Of zijn het vertegenwoordigers van dynamische gemeenschappen die veranderen door de tijd? Christoph van den Belt biedt aan de hand van rijk bronnenmateriaal een analyse van journalistieke en christelijke idealen en laat zien hoe we deze kranten moeten begrijpen. Prometheuspap - 400 blz
geschiedenis
Frans de Vries
Valsheid in gesteente
De vuistbijlen van Tjerk Vermaning binnenstebuiten gekeerd. Wie zit(ten) achter deze en andere grootschalige vervalsingen? Tjerk Vermaning en zijn omstreden vuistbijlen staan nog altijd in de belangstelling. En dat ruim 50 jaar na zijn eerste spraakmakende ontdekking: een mammoetjagerskampement bij Hoogersmilde (Dr.) dat uit de Neanderthalertijd zou stammen, zo'n 60.000 jaar geleden. De hernieuwde focus op Tjerk Vermaning begon enkele jaren geleden met de roman 'Tjerk' en in 2018/2019 was in het Drents Museum een drukbezochte tentoonstelling te zien over het bewogen leven van deze beroemde Drentse amateurarcheoloog. Echter, tot nu toe is het steeds vooral gegaan over de menselijke kant van wat de 'affaire Vermaning' is gaan heten. Over de meest fundamentele vraag â en vooral de gedegen beantwoording ervan â ging het nooit; een diepgaand wetenschappelijk onderzoek naar de aard van de vuistbijlen van Tjerk Vermaning â echt of vals â was er tot nu toe niet. Daar komt in de eerste helft van 2022 verandering in als het boek Valsheid in gesteente bij Uitgeverij Van Gorcum verschijnt. Het omvat een diepgravende analyse van de Vermaning-artefacten door negen onderzoekers, elk met hun eigen specialisme, en met inzet van moderne onderzoekstechnieken. Opvallend veel beeldmateriaal, waaronder vele hoge resolutie microscoopfoto's, neemt de lezer mee in de boeiende zoektocht naar de waarheid over de vondsten van Vermaning. Mede dankzij een aanzienlijke toename in de archeologische kennis sinds het eind jaren '70 van de vorige eeuw, toen de rechtszaken tegen Tjerk Vermaning speelden, komen de onderzoekers tot de slotsom dat het om niets anders dan vervalsingen gaat. Maar wie was de regisseur achter deze grootschalige vervalsingen? En waren en meer personen bij betrokken? Door een nieuwe aanpak, waarbij de auteurs nieuwe vervalsingen op het spoor kwamen â die los staan van de Vermaning-'vondsten' â is het voor het eerst mogelijk om de dader(s) te identificeren. Van Gorcumgeb - 384 blz


