Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Geschiedenis/Tweede Wereldoorlog/De Ritchie-boys
Bruce Henderson
De Ritchie-boys
Het verhaal van de Joden die aan de nazi's ontsnapten en met het Amerikaanse leger Hitler bevochten
€ 26,99 € 9,90
Dit is het onbekende verhaal van een groep jonge Duitse Joden, de Ritchie-boys, die nazi-Duitsland ontvluchtten, volwassen werden in de jaren dertig en als soldaten terugkeerden om hun oude vaderland te bevrijden. Vanaf 1942 namen zij, in kleine groepen, deel aan elke belangrijke slag in Europa. Ze spraken Duits en kenden de geschiedenis en gebruiken van het land. In de VS, in Camp Ritchie, werden ze getraind in speciale ondervragingstechnieken. Ze verhoorden Duitse soldaten, en verkregen op die manier cruciale informatie. Na de oorlog bleek dat ruim zestig procent van de informatie die in Europa was verzameld van de Ritchie-boys afkomstig was. Ook behoorden zij tot de eerste soldaten die de concentratiekampen binnentrokken en zo leerden over de verschrikkingen waaraan hun achtergebleven vrienden en verwanten waren blootgesteld. Sommigen van hen werkten als vertaler tijdens de processen in Nurnberg. Bruce Henderson sprak met vele Ritchie-boys en deed uitgebreid archiefonderzoek. Hij vertelt over hun vlucht uit Duitsland, hun opofferingen tijdens de oorlog, hun zoektocht naar familieleden in de puinhopen van het kapotgeschoten Duitsland. De Ritchie-boys is een verhaal van epische omvang.
Gerelateerde producten
geschiedenis

Sacha Batthyany
En wat heeft dat met mij te maken
Sacha Batthyany is afkomstig uit een van de oudste en meest bekende adellijke families van Hongarije. Hijzelf is geboren en getogen in Zwitserland en had na zijn jeugd nauwelijks contact met de rest van zijn familie. Over het verleden daarvan wist hij daarom niet veel, tot hij op een schokkend krantenartikel stuit over zijn oudtante Margit. Gravin Margit Thyssen-Batthyany blijkt betrokken te zijn geweest bij een van de gruwelijkste misdaden die er aan het eind van de Tweede Wereldoorlog door de nazi's werden gepleegd. Enkel de feiten zijn bekend: een paar weken voor het einde van de oorlog gaf Margit een groot feest in het familiekasteel in het Oostenrijkse stadje Rechnitz. Rond middernacht verliet een aantal gasten het kasteel en vermoordde 180 joden die vlakbij op deportatie naar de kampen wachtten. Wat er die nacht precies is gebeurd bleef lange tijd onduidelijk. Sacha Battyany's zoektocht naar meer informatie voert hem naar het Hongarije van voor de oorlog, het Oostenrijk van erna, het Zwitserland van nu, een goelag in Siberië, de woonkamer van een vrouw die Auschwitz overleefde en in Zuid-Amerika haar oude dag doorbrengt - en zelfs naar de sofa van een pijprokende psychoanalyticus. Onderweg stuit hij op een geheim dat zijn kijk op de familie Batthyany en op zichzelf voorgoed zal veranderen. Recensie(s) Het begon allemaal met een krantenbericht. Journalist Sacha Batthyany (1973), correspondent in de Verenigde Staten voor onder andere de 'Süddeutsche Zeitung', kreeg in 2006 een artikel onder ogen waarin stond dat zijn tante Margit in maart 1945 betrokken was bij een massamoord op honderdtachtig joden. Een feestje in een stadje honderd kilometer ten zuiden van Wenen was uitgelopen op een bloedbad. Stomdronken zou Margit rond middernacht samen met een stel nazi's naakte mannen en vrouwen een voor een hebben neergeschoten. 'Gastvrouw van de hel' werd ze genoemd. Het laat Batthyany niet meer los. Wat gebeurde er die nacht en uit wat voor geslacht is hijzelf eigenlijk afkomstig? Dit boek is het verslag van zijn zoektocht die hem door vele landen voert. Het is een onderzoek naar een verborgen familiegeschiedenis, een persoonlijk relaas waarin Batthyany niet alleen veel van zijn voorouders - een befaamde adellijke Hongaarse familie - maar ook van zichzelf prijsgeeft.geschiedenis

D.J. van de Kaa
De leden van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
Vanaf de oprichting van de Akademie van Wetenschappen in 1808 tot 1 januari 2008 kregen 2820 beoefenaren van de wetenschap of de schone kunsten het bericht dat hun verdiensten erkenning hadden gevonden door een benoeming in dit geleerd genootschap. Of dat bericht nu per trekschuit, koerier te paard, postkoets, (brom)fiets, vliegtuig, telefoon, of e-mail werd overgebracht, het zal veruit de meeste ontvangers met trots en blijdschap hebben vervuld. Wie waren de geleerden, en eerder ook kunstenaars, wie de eer van een benoeming in dit prestigieuze gezelschap ten deel is gevallen? In dit boek zijn alle namen van leden, zowel de Nederlanders als de buitenlanders terug te vinden, met vermelding van datum en categorie van benoeming en vakgebied. Cultuurhistorisch belangwekkende informatie. Voor talrijke families en personen zal het, bovendien, informatief en verhelderend zijn te weten wie er naast hun eigen verwant of bekende nog meer samen met Ludwig van Beethoven, Albert Einstein, Johan Huizinga, Piet Lieftinck, Heike Kamerlingh Onnes, Max Planck, Ary Scheffer, en Jan Tinbergen in de ledenlijst voorkomen. Kern van het boek vormt een, demografisch getinte, analyse van het ledenbestand van de Koninklijke Akademie. Nagegaan wordt hoe de omvang van het bestand in de loop van twee eeuwen varieerde, welke categorieën leden werden onderscheiden, waar ze geboren waren, wat hun gemiddelde leeftijd bij benoeming en overlijden was, waar ze woonden, en waar ze stierven. Ook hun gemiddelde levensverwachting op 50-jarige leeftijd is berekend en is, omdat het overwegend mannen waren, vergeleken met de manlijke bevolking van Nederland als geheel. Ingegaan wordt bovendien op het vergrijzingsaspect dat voor zoveel verenigingen en organisaties een probleem lijkt te vormen. Daartoe worden de effecten van verschillende rekruteringsstrategieën met elkaar vergeleken. Het boek is instructief voor hen die enige tijd de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor een vereniging of genootschap dragen. De bevindingen zijn ook relevant voor de in de samenleving fel gevoerde discussie over de vraag: Hoe lang mogen en kunnen verschillende groepen mensen maatschappelijk actief zijn en, wellicht ook, dienen ze arbeid productief te blijven? Binnen de Akademie kan de studie bijdragen tot het telkens opnieuw actuele onderwerp: Hoe het genootschap, als het voornaamste adviesorgaan van de regering over wetenschappelijke aangelegenheden, het best geïnformeerd, internationaal georiënteerd en gezaghebbend te houden?geschiedenis

K. de Jong Ozn.
Gods eer zij ’t merk van al uw werk
'De Geschiedenis van het Friesch Dagblad' kan worden omschreven als de biografie van een krant (verschijnend sinds 1903). In dit tweede deel wordt de periode 1935-1971 behandeld: de tijd van de economische crisis van de jaren dertig en het leiderschap van Colijn, de Tweede Wereldoorlog en de onderduik van het Friesch Dagblad, het verlies van 'ons Indië', de Nieuw-Guinea kwestie en de grote maatschappelijke omwenteling van de jaren zestig. Het is de tijd waarin Hendrik Algra ? antirevolutionair in hart en nieren, lid van de Eerste Kamer en schrijver van vele boeken ? de markante hoofdredacteur van het Friesch Dagblad is en zijn stempel op de krant drukt. Net als het voorafgaande deel biedt Deel II een boeiend verhaal over een veranderende wereld, gezien door de ogen van Friese gereformeerden en antirevolutionairen. Bijzondere aandacht is er voor de gebeurtenissen in Friesland en de parlementaire geschiedenis van Nederland. K. de Jong Ozn. (Drachten 1926-Sneek 2011) studeerde Geschiedenis en Nederlands aan de Vrije Universiteit. Hij was achtereenvolgens leraar in Dokkum, rector in Goes en Amersfoort, staatssecretaris van onderwijs (kabinetten Den Uyl en Van Agt 1) en voorzitter van de Unie voor Christelijk Onderwijs. Hij was tien jaar columnist van Het Buitenhof en de Haagsche Courant en schreef lange tijd voor het Centraal Weekblad en het Friesch Dagblad over politiek, onderwijs en literatuur. Hij publiceerde een aantal dichtbundels, een bundel novellen alsook een boek over de geschiedenis van de Unie voor Christelijk Onderwijs (Een verhaal dat verder gaat, 1999). In 2003 verscheen het eerste deel van zijn geschiedenis van het Friesch Dagblad onder de titel Zij zullen het niet hebben.geschiedenis
