Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Geschiedenis/Wit, niet blank
Aan het begin van het nieuwe millennium woonde Marcia Luyten twee jaar lang in Kigali, de hoofdstad van Rwanda. Niet belast met de white man’s burden verlangde Luyten ernaar de bewoners van Afrika gelijkwaardig tegemoet te treden. Toen was Afrika nog âhet verloren continentâ, tien jaar later heette het âopkomendâ en nu hangt Europa’s toekomst af van Afrika; van de vraag of migratie vanuit Afrika beheersbaar wordt. Speciaal voor deze editie van ‘Wit, niet blank’ schreef Luyten een voorwoord waarin ze terugblikt op haar kennismaking met Afrika, en wat die haar leerde over Nederland en het Westen.
Gerelateerde producten
geschiedenis

Maarten van den Bos
Mensen van goede wil
Toen Pax Christi in 1998 haar vijftigjarig jubileum vierde, was de stemming bedrukt: de beweging leek over haar hoogtepunt heen te zijn. Dat lag volgens velen in de jaren '80, toen de katholieke vredesbeweging Pax Christi er samen met het Interkerkelijk Vredesberaad in was geslaagd een grootschalige actie tegen de plaatsing van kruisraketten in Nederland op touw te zetten en daar honderdduizenden Nederlanders bij te betrekken. In 'Mensen van goede wil' plaatst historicus Maarten van den Bos de geschiedenis van Pax Christi in een bredere context. Hij laat zien hoe Pax Christi na een moeizame start al snel een vooraanstaande positie verwierf binnen katholiek Nederland, dat zelf ook volop in beweging was. Hierop volgde de succesvolle mobilisatie van een brede achterban in de jaren '80, maar ook de teleurstelling in de jaren '90 over het uitblijven van nieuwe successen en een grondige heroriëntatie op haar eigen identiteit en op haar dagelijks werk in het nieuwe millennium. 'Mensen van goede wil' is niet alleen een geschiedenis van de Nederlandse kerkelijke vredesbeweging, het laat ook zien in hoeverre religie en politiek in naoorlogs Nederland nog altijd met elkaar verstrengeld waren.geschiedenis

Suketu Mehta
Bombay mateloze stad
Bombay - mateloze stad van Suketu Mehta is buitengewoon. Hij schrijft over Bombay met genadeloze wreedheid, vol liefde - die ik deel - voor de stad zoals die was toen hij nog geen Mumbai heette en die nu bijna geheel verwoest is door corruptie, gangsterdom en neofascistische politiek. De geest van Bombay heeft alleen overleefd in flarden, die de auteur aangrijpt als sprankjes overleving en hoop. De kwaliteit van zijn onderzoek en beschrijving, en de kundigheid waarmee hij gangsters en moordenaars er toe beweegt om openhartig te zijn, zijn ongelofelijk. Bombay - mateloze stad is veel meer dan een reisboek, het is de autopsie van een stad die moreel gesproken een lijk is. De in Calcutta geboren, maar in Bombay opgegroeide Mehta voert een briljant onderzoek uit door gangsterbazen, straatboefjes, politieagenten, rechters, filmsterren en barmeisjes van deze stad voor het voetlicht te brengen. Mehta schreef een verbluffende kruising van memoires, reisliteratuur, en sociaal onderzoek. Bovendien heeft hij de psyche van de stad te pakken. Suketu Mehta vertelt de verhalen van de bewoners van krottenwijken, van dansmeisjes, huurmoordenaars en dichters, die allemaal naar Bombay gekomen zijn om het te gaan maken. Op heldere toon, niet tot oordelen geneigd, is zijn boek een uitnemend epos van de fascinierende stad waarin hij opgroeide.geschiedenis

Peter Karstkarel
Dag, mijn lieve moeder
Al bijna een decennium lang zijn Peter en Klaske Karstkarel bezig met het in kaart brengen van de grafcultuur in Friesland. Ontroerende aanleiding daarvoor was de vondst van een kleine grafsteen op het kerkhofje van Brongerga, met daarop in eenvoudige letters 'Dag, mijn lieve moeder'. Het zerkje gaf geen naam en geen datum prijs, het was een graf voor iedere moeder en van alle tijden. Sinds die dag hebben ze ruim 480 kerkhoven en begraafplaatsen en honderden kerken in Friesland bezocht. Met als resultaat een imposant verslag in boekvorm van hun jarenlange graventocht. In maar liefst 26 rijk geïllustreerde hoofdstukken besteden de Karstkarels allereerst aandacht aan de prehistorie, met onder meer sarcofagen en dekstenen, de latere gotische zerken en uiteraard de trots van de Friese cultuurgeschiedenis: de renaissancezerken van grote meesters. Daarna wordt de funeraire cultuur buiten de kerken uitgebreid besproken en in beeld gebracht. Te beginnen met het verbod om in de kerken te begraven en de verplichting om begraafplaatsen buiten de bebouwde kom te stichten. Vervolgens komen familiebegraafplaatsen van de elite, de grafkelders en gravenvelden voor deze maatschappelijke klasse aan de orde en volgt een zeer ruim overzicht van Friese kerkhoven en begraafplaatsen. Van algemene tot katholieke en joodse, maar ook de laatste rustplaatsen van dieren. Een opmerkelijk hoofdstuk is gewijd aan bijzondere voorbeelden van grafpoëzie. Die soms een glimlach opwekken, tot vertedering leiden of juist tot nadenken stemmen. En emotie is er ook in andere vormen. Zoals bij het lezen van in steen gebeitelde drama's. Ouders die hun kinderen verloren, schaatsongevallen, schipbreukelingen, slachtoffers van oorlogshandelingen. 'Dag, mijn lieve moeder' neemt de lezer mee op een ontroerende reis kriskras door de provincie. Een reis die geen eindpunt kent, maar juist het begin is van een indrukwekkende kennismaking met de grafcultuur in Friesland.geschiedenis
