Paraguay, 1790. Don Diego de Zama, hooggeplaatst dienaar van de Spaanse Kroon, is gestationeerd in Asuncion, de afgelegen hoofdstad van Paraguay. Hij wordt verscheurd door trots, lust, rancune en paranoïde fantasieën, terwijl hij er alles aan doet om overgeplaatst te worden naar Buenos Aires. Hij is ervan overtuigd dat die overstap zijn hopeloze bestaan op miraculeuze wijze zal doen omslaan, en dat in Buenos Aires zijn leven eindelijk zinvol zal zijn.