Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Geschiedenis/Vissen in het verleden
Al in de vroege middeleeuwen was de zeevisserij uitgegroeid tot een permanente en druk bedreven activiteit langs de Vlaamse kust. De zee werd voor de kustbewoners steeds meer gezien als een bron van voedsel, economische ontwikkeling en culturele identiteit. De visserij beleefde vele hoogtijdagen, maar toch werden de Vlaamse vissers en hun familie in die tijden ook regelmatig geconfronteerd met periodes van ellende en ontbering, meestal als gevolg van politieke onlusten. ‘Vissen in het verleden’ is een grondig naslagwerk over de rijke visserijgeschiedenis in Vlaanderen. Het is het resultaat van uitgebreid archief- en literatuuronderzoek, nieuwe datareeksen en een nauwe samenwerking tussen het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ), het Museum aan de Stroom (MAS) en het Nationaal Visserijmuseum Oostduinkerke (NAVIGO). Zonder de aller vroegste tijden te vergeten werpt ‘Vissen in het verleden’ vooral een licht op de ontwikkelingen gedurende de afgelopen vijf eeuwen. Het chronologische verhaal van de ups en downs van de industrie wordt daarbij doorspekt met verschillende (terugkerende) thematische verhalen.
Gerelateerde producten
filosofie & religie

Bart D. Ehrman
De God van Galilea
De onstuitbare opkomst van het christendom tijdens de eerste vier eeuwen van onze jaartelling is de grootste culturele revolutie die de wereld ooit heeft gezien. Wat begon met een timmermanszoon en een paar vissers, groeide uit tot een veenbrand van persoonlijk beleden geloof, die het Romeinse rijk in alle opzichten ondermijnde. Twee ideologieën botsten radicaal op elkaar. Aan de ene kant die van millennia oude waarden, gebaseerd op macht: keizers en koningen heersten als bijna-goden over hun onderdanen, meesters over hun slaven, mannen over hun vrouwen. Oorlog was normaal en het afslachten van overwonnenen acceptabel en nuttig. De christenen beweerden het tegenovergestelde. Hun leiders predikten naastenliefde. De ene mens was niet beter dan de andere. Voor God was iedereen gelijk: de meester en de slaaf, de sterke en de zwakke. En dat idee bleek onweerstaanbaar. In 'De God van Galilea' beschrijft Ehrman de wereld van de Romeinen en de heidenen, en het gevecht tussen het oude en nieuwe wereldbeeld. Het resultaat is een historisch meesterwerk, waarin de culturele, filosofische en maatschappelijke problemen van toen nog altijd herkenbaar blijken.geschiedenis

Anne Petterson
Eigenwijs vaderland
In de tweede helft van de negentiende eeuw groeide Amsterdam uit tot hoofdstad van Nederland. Maar zagen de negentiende-eeuwse Amsterdammers zichzelf ook als Nederlanders? Dit boek laat zien hoe dienstmeisjes en schoenmakers, winkeliers en schooljongens hun Nederlanderschap in het dagelijkse Amsterdamse leven vormgaven. De stadsbewoners versierden bijvoorbeeld uitbundig hun straat tijdens Oranjefeesten, collecteerden voor de 'stamverwanten' in Zuid-Afrika, en zetten het Wien Neêrlands bloed in als strijdlied tegen internationaal georiënteerde socialisten. Door de vormen die zij kozen, uitten de gewone Amsterdammers hun nationaal gevoel steeds op een net iets andere wijze dan door het establishment werd verwacht. Ze manifesteerden zich, kortom, als eigenwijze vaderlanders. 'Eigenwijs vaderland' bevindt zich op het kruispunt van politieke cultuur, stadsgeschiedenis en history from below en biedt daarmee een nieuwe kijk op bekende nationale thema's. Aan de hand van onder meer briefjes aan het gemeentebestuur, politierapporten, advertenties, foto's en film brengt Anne Petterson de stad tot leven. Anne Petterson (1987) studeerde geschiedenis in Leiden. De afgelopen jaren was zij als promovendus en docent verbonden aan de Universiteit Leiden en de Universiteit Utrecht. Haar interesse ligt vooral bij de politieke en culturele geschiedenis van Nederland in de negentiende eeuw.geschiedenis

Sporen in de modder
Als in november 1918 de wapenstilstand ingaat, blijkt dat het buurtspoorwegennetwerk aan beide zijden van het front zeer sterk is uitgebreid. Hier en daar blijven nog stille getuigen van die bovenmenselijke transportinspanning voor het vervoer van troepen en van bepaalde bevoorradingsmiddelen die met de tram of buurtspoorwegen zijn aangevoerd. De tram speelt in de hoofden van de militairen vóór 1914 nauwelijks een rol. Bij de mobilisatie en vooral bij de aftocht naar de versterkte vesting Antwerpen wordt er zorg gedragen voor het verbinden van de verschillende netten en wordt er zo goed als mogelijk rollend materieel uit de handen van de invaller gehouden. Als het Belgische leger begin oktober 1914 terugplooit op Oostende en nadien de stelling achter de IJzer inneemt, speelt de tram een zeer belangrijke rol voor de afvoer van troepen die zich terugtrekken voor de Duitsers. Vrij snel rijpt in de hoofden van de militairen, zowel als de trammaatschappijen dat er werk aan de winkel is. 'Sporen in de modder' vertelt het verhaal van de tram in oorlogstijd. Van de spoorwegen is bekend dat ze tijdens de Eerste Wereldoorlog een belangrijke rol hebben gespeeld in de bevoorrading van het front. Veel minder bekend is dat ook een relatief bescheiden transportmiddel als de trams een groot deel van de bevoorrading en de troepentransport voor zijn rekening nam. Dat had niet alleen te maken met de aanwezigheid van een uitgebreid tramnetwerk in België. Door de aanhoudende bombardementen was het wegennet soms zo grondig verwoest dat terugvallen op trams en smalspoor de enige werkbare oplossing bleek. 'Sporen in de modder' vult een lacune in de kennis van de spoorweggeschiedenis en beperkt zich daarbij niet tot droge feiten en cijfers, maar brengt ook de lotgevallen van trambestuurders en hun passagiers onder de aandacht. Een onmisbaar werk voor iedereen die geïnteresseerd is in militaire geschiedenis.geschiedenis
