Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Non-Fictie/Tegen de vrouwen
Abram de Swaan
Tegen de vrouwen
De wereldwijde strijd van rechtsisten en fundamentalisten tegen de emancipatie
€ 25,00 Oorspronkelijke prijs was: € 25,00.€ 9,90Huidige prijs is: € 9,90.
In de afgelopen halve eeuw is over de hele wereld het onderwijs op alle niveaus in razend tempo uitgebreid, vooral voor meisjes en jonge vrouwen. Daarmee veranderden de man-vrouwverhoudingen navenant. Vrouwen trouwen later, krijgen minder kinderen, werken langer en verdienen meer. Die winst aan kennis, inkomen en ook aan macht is voor veel mannen maar moeilijk te verkroppen. Vrouwen hebben mannen nu minder nodig als beschermer of als financieel toeverlaat. Volgens Abram de Swaan leidt deze ondermijning van de mannelijke overheersing tot maatschappelijke en psychische spanningen, die te herleiden zijn tot de kwetsuur van het mannelijk eergevoel: een collectieve en persoonlijke ‘narcistische’ krenking. De Swaan ziet de opkomst van het nieuwe extreem rechts, het christelijk fundamentalisme en het hardnekkige jihadisme als een reactie op de mondiale vrouwenemancipatie die voor zo veel mannen blijkbaar zo bedreigend is. Zullen deze bewegingen dan toch doorzetten, of zijn ze een laatste stuiptrekking van een gedoemd patriarchaat?
Gerelateerde producten
mens & maatschappij

Eugénie Smits van Waesberghe
Zwartboek adoptie
Zwartboek adoptie in Nederland in de 20e eeuw De invoering van de Adoptiewet in 1956 zorgde ervoor dat adoptie wettelijk onder de verantwoordelijkheid van de Nederlandse overheid viel. Een grote vraag naar baby's in Nederland door veelal kinderloze echtparen was het gevolg. Ongehuwde vrouwen stonden, vaak onder informele dwang, na de bevalling hun baby af. Dat gebeurde meestal in zogeheten doorgangshuizen waar zwangere meisjes en vrouwen verbleven en waaraan de overheid destijds financieel bijdroeg. Naar schatting zijn tussen 1956 en 1984 rond de 15.000 tot 25.000 baby's op deze manier afgestaan. Dit zorgde toen al voor veel leed, maar het werd decennia later nog veel pijnlijker toen geadopteerden op zoek gingen naar hun onbekende biologische moeders en vaders. Persoonsgegevens van geboorte- en adoptiefamilies blijken in geheime dossiers opgeslagen, zijn niet ter inzage of indertijd (moedwillig) verdwenen in opdracht van adoptieouders of zijn van hogerhand vernietigd. In 'Zwartboek adoptie' vertellen geadopteerden over hun persoonlijke adoptieverhaal en de levenslange impact ervan. Evenals moeders die vaak onvrijwillig en onwetend ooit een baby afstonden aan andere Nederlandse echtparen. Ze durven nu eindelijk hun verhaal te doen. Afstandsmoeders, afstandsvaders, geadopteerden en ook niet geadopteerde kinderen en familieleden komen uitgebreid aan het woord. Ook deskundigen die in hun werk in aanraking kwamen met adoptie als medewerkers van de Raad voor de Kinderbescherming, therapeuten en jeugdhulpverleners, historici en hoogleraren in religiegeschiedenis en sociale demografische geschiedenis, een kinderrechter en een kindertehuisdirecteur vertrouwen hun ervaringen over de adopties toe aan dit zwartboek. Allen tekenen zo met elkaar de inktzwarte rand om de Nederlandse adoptiegeschiedenis. We kunnen het niet veranderen, maar het gaat erom dat we het erkennen en van de fouten leren. De schrijfster van Zwartboek adoptie is Eugénie Smits van Waesberghe (1965). Zij is journalistiek onderzoeker, psychosociaal therapeut en coach. Zelf is Eugénie ook geboren in een doorgangshuis, onder dwang bij haar moeder weggenomen en ter adoptie in een pleeggezin geplaatst. De afgelopen vijf jaar stuitte Eugénie, mede door haar eigen zoektocht naar informatie over haar biologische moeder en vader, op gesloten deuren. 'Veel is onbekend, over veel wordt gezwegen en weinig is mogelijk om duidelijkheid te krijgen,' aldus Eugénie. Tijdens haar zoektocht kwam zij in contact met vele lotgenoten, wier verhalen, zoektochten, adoptieverleden en adoptieleed zij in dit boek heeft opgetekend. Eugénie studeerde aan de faculteit Sociale Wetenschappen en de Rechtenfaculteit van de Rijksuniversiteit Utrecht (Nederlands recht). Ze is getrouwd, heeft twee kinderen en werkt onder meer als psychosociaal therapeut en coach. Deskundige is Eugénie op het gebied van risicotaxatie, casusregie en het opstellen van veiligheidsplannen in complexe gezinssystemen en op het terrein van afstand, adoptie en hechting. Als deskundige en belangenbehartiger is Eugénie sinds 2018 lid van de ministeriële werkgroep Binnenlandse afstand en adoptie. Deze werkgroep heeft de totstandkoming van het landelijke onderzoek naar de binnenlandse afstand en adoptie en de oprichting van het landelijk meldpunt in 2019 voorbereid. NAUpap - 340 blz
mens & maatschappij

Karl Mannheim
Het generatieprobleem
Het gemak waarmee we over generaties praten, illustreert dat het een bruikbaar begrip is om maatschappelijke verschijnselen te duiden. Bij nadere beschouwing blijkt echter dat het in het dagelijks gebruik vooral aantrekkelijk is als we het losjes hanteren. Generaties kunnen tegenover elkaar staan, jonge generaties kunnen een maatschappij vernieuwen, en thuis kunnen we een generatiekloof ervaren. Karl Mannheim zag scherp hoe deze losse begripsopvatting verwarring veroorzaakte. In zijn essay Das Problem der Generationen (1927-'28) werkte hij daarom een nauwkeurig, gedifferentieerd generatiebegrip uit. In dezelfde tijd geboren zijn zegt op zich nog niet zoveel, aldus Mannheim. Pas als jongeren ook dezelfde culturele invloeden ondergaan, kan de ontwikkeling tot een maatschappelijke actieve 'generatieeenheid' werkelijk haar beslag krijgen. Voor dat laatste is het echter ook nodig dat bestaande culturele vormen door een versnelde maatschappelijke ontwikkeling zijn ontworteld. Anders gezegd: jongeren kunnen pas dan een eigen rol op het maatschappelijke toneel krijgen. Mannheims generatiebegrip heeft in de loop van de tijd vele auteurs en onderzoekers geïnspireerd, zowel in de geschiedwetenschap als in de sociale wetenschappen. Met de eerste Nederlandse vertaling, van de hand van Hans Driessen, kunnen nu alle generaties uit de eerste hand kennis nemen van zijn rijke gedachtegoed. Karl Mannheim (1893-1947) was een Hongaars-Duitse socioloog, die de grondlegger is van de kennissociologie. De oorspronkelijke versie van Het generatieprobleem voltooide hij in 1928. Over de vertaler: Hans Driessen is vertaler van onder andere Duitse filosofie. Eerder verschenen van hem vertalingen van Nietzsche, Sloterdijk en Schopenhauer. In 2012 verscheen van zijn hand een nieuwe vertaling van Thomas Manns De Toverberg en voor uitgeverij Vantilt vertaalde hij Wetenschap als beroep en Politiek als beroep van Max Weber. Van Tiltpap - 78 blz
non-fictie

Trees van Hennik
Mindfulness voor kinderen
Mindfulness betekent iets met aandacht doen. Dat brengt rust en ontspanning. In onze snelle maatschappij krijgen kinderen, maar ook volwassenen, het steeds drukker. Onze aandacht gaat alle kanten op, je concentreren wordt steeds moeilijker. Dat geeft op zijn beurt weer onrust en ongemak. Mindfulness voor kinderen leert kinderen aandacht te geven aan zichzelf en aan alle dingen die om hen heen gebeuren. Mindfulness voor kinderen leert kinderen hun gevoelens waar te nemen, te voelen, begrijpen en een betere concentratie op te bouwen. Kinderen kunnen elk moment mindful zijn: tijdens het eten, sporten, spreken, spelen en huiswerk maken. Met de oefeningen in dit boek leren kinderen en ouders hoe ze aandacht kunnen ontwikkelen zodat ze zich rustiger gaan voelen in hoofd en lijf. De oefeningen zijn ook zeer geschikt voor kinderen die behoefte hebben aan meer zelfvertrouwen, ze leren dat ze helemaal de moeite waard zijn zoals ze zijn. De mindfulness-oefeningen zijn geschikt voor kinderen van 6-12 jaar. Ze variëren van 1 tot 10 minuten. Kinderen en ouders kunnen de oefeningen eerst samen doen en ze daarna gemakkelijk in het dagelijks leven inpassen, zowel thuis als op school. Asokapap - 77 blz
non-fictie

Jeroen Dijsselbloem
De onderwijsfamilie
Toen Jeroen Dijsselbloem in 2008 het parlementair onderzoek naar onderwijsvernieuwingen afrondde, was zijn interesse voor het onderwijs voorgoed gewekt. In zijn achterhoofd zaten steeds zijn opa, ouders en vele ooms en tantes die in het onderwijs werkten. Wat kreeg deze onderwijsfamilie mee van de niet-aflatende stroom veranderingen in het onderwijs? Dijsselbloem besloot samen met zijn moeder de vele onderwijzers en leraren in hun familie te bezoeken. Iedereen werkte mee. Het resultaat is 'De onderwijsfamilie', een beeld van het Nederlandse onderwijs, van immense veranderingen in een relatief korte periode en van een geweldige maatschappelijke emancipatie. In dit familieverhaal komt de geschiedenis van het Nederlandse onderwijs in vrijwel al zijn facetten aan bod. Maar Dijsselbloem kijkt ook verder: kunnen we tevreden zijn over het Nederlandse onderwijs? Prometheusgeb - 208 blz