Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Non-Fictie/Over de regenboog
Janneke Schenk
Over de regenboog
Regenbogen en andere lichtverschijnselen aan de hemel, natuurkundig verklaard voor iedereen
€ 15,00 Oorspronkelijke prijs was: € 15,00.€ 7,90Huidige prijs is: € 7,90.
ISBN: 9789059568006. Bindwijze: geb Taal: NL Uitgever: Fontaine Auteur: Janneke Schenk Paginas: 288 Categorie: Non-Fictie.
Regenbogen zijn indrukwekkende natuurverschijnselen. Maar waar komen de kleuren van een regenboog vandaan? Waarom heeft hij de vorm van een boog? Ziet een regenboog er altijd hetzelfde uit, en hoe groot is een regenboog eigenlijk? Zijn alle regenboogkleuren in de lucht wel regenbogen? Janneke Schenk zocht naar antwoorden op deze vragen en stuitte onderweg op andere licht- en kleurverschijnselen aan onze hemel, zoals de corona, glorie, heiligenschijn en halo’s. Zij beschrijft de natuurkundige verklaring van deze fenomenen en maakt ze met behulp van illustraties en foto’s begrijpelijk voor iedereen.
Gerelateerde producten
muziek

Niek Nelissen
Willem van Otterloo
Willem van Otterloo was één van de vier belangrijkste Nederlandse dirigenten van de twintigste eeuw. Als componist liet hij een klein maar verfijnd oeuvre na. Zijn bekendste werk is de Symphoniëtta (1943), die behoort tot de meest gespeelde Nederlandse composities. Van Otterloo's levensverhaal geeft een interessant tijdsbeeld van het muziekleven tussen 1928 en 1978. Hij begon zijn loopbaan als tutticellist in het Utrechts Stedelijk Orkest. Een compositieprijsvraag van het Concertgebouw in 1932 bleek bepalend voor zijn toekomst. De orkestsuite die hij instuurde, werd bekroond met de eerste prijs en hij mocht de uitvoering door het Concertgebouworkest zelf dirigeren. Het USO stelde hem in 1934 aan als tweede en in 1937 als eerste dirigent. Hij bleef aan toen het USO in 1943 werd ingezet bij de Europasender, een Duitse propagandazender. Dit kwam hem na de bevrijding te staan op een veroordeling door de Ereraad voor de muziek.In 1949 werd Van Otterloo eerste dirigent van het Residentie Orkest, dat hij bijna een kwart eeuw leidde. Het Haagse orkest ging met hem een ongekende bloeitijd tegemoet. In 1950 werd hij een van de vaste dirigenten van het nieuwe platenlabel van Philips, dat hem behalve met het RO opnamen liet maken in Berlijn, Parijs en Wenen. De vele Philips-lp's droegen bij tot zijn internationale reputatie. Na het overlijden van Eduard van Beinum in 1959 werd algemeen verwacht dat hij diens opvolger zou worden bij het Concertgebouworkest. De keuze viel echter op Bernard Haitink en Van Otterloo bleef in Den Haag. In de jaren zestig kwam Van Otterloo bij het RO onder vuur te liggen door de roep om inspraak en repertoirevernieuwing. Als gastdirigent verlegde hij zijn activiteiten deels naar het buitenland. Na zijn vertrek bij het RO in 1973 werd hij chef-dirigent van het Sydney Symphony Orchestra. In 1978 overleed hij in Australië bij een verkeersongeval.Recensie: Dit vlot geschreven imposante boek is een handelsuitgave van een academisch proefschrift over de introverte levens- en musiceerstijl van een van Nederlands bekende orkestleiders met een interessant tijdsbeeld (1933-1978). Zelf voortgekomen uit de orkestpraktijk stond hij als vaste dirigent "op de bok" van respectievelijk het Utrechts Stedelijk Orkest en het Residentie Orkest. Ook de kronieken van beide ensembles uit die periode worden door de promovendus - muziekjournalist en leraar vwo geschiedenis - in detail beschreven. Voor diegenen die onder Van Otterloo hebben gespeeld, is dit relaas 'gefundenes Fressen'. Maar voor hen niet alleen! Het boek bevat naast talrijke bijlagen en foto's een dvd met een tweetal televisieregistraties uit respectievelijk 1963 (Gebouw K&W Den Haag, Brahms III) en 1976 (St. Bavokerk Haarlem, Beethoven IX). Het boek en de dvd zijn toonaangevend voor de onderhavige periode van het orkestbedrijf.Metagegevens • Van Gruting • Gebonden • 629 pagina’s • ISBN 9789075879407 • NUR: 660 - Muziek algemeen • Genre: Kunst, Muziek, Biografieën • Trefwoorden: Dirigent, Residentie Orkest, Van OtterlooOver de auteur: Niek Nelissen (1952) studeerde geschiedenis in Groningen. Hij is werkzaam als leraar aan het Stedelijk Gymnasium in Arnhem en als toetsdeskundige bij het Cito. Als muziekjournalist schreef hij een groot aantal artikelen voor muziektijdschriften en toelichtingen bij cd-uitgaven op muziekhistorisch gebied. De biografie van Willem van Otterloo is de handelsuitgave van het proefschrift dat hij in 2009 verdedigde aan de Radboud Universiteit Nijmegen.Over de uitgever: Uitgeverij Van Gruting, opgericht in 1996, legt zich toe op het uitgeven van boeken op het terrein van geschiedenis, kunstgeschiedenis, muziekgeschiedenis en literatuurgeschiedenis. Van Grutinggeb - 628 blz
mens & maatschappij

Eugénie Smits van Waesberghe
Zwartboek adoptie
Zwartboek adoptie in Nederland in de 20e eeuw De invoering van de Adoptiewet in 1956 zorgde ervoor dat adoptie wettelijk onder de verantwoordelijkheid van de Nederlandse overheid viel. Een grote vraag naar baby's in Nederland door veelal kinderloze echtparen was het gevolg. Ongehuwde vrouwen stonden, vaak onder informele dwang, na de bevalling hun baby af. Dat gebeurde meestal in zogeheten doorgangshuizen waar zwangere meisjes en vrouwen verbleven en waaraan de overheid destijds financieel bijdroeg. Naar schatting zijn tussen 1956 en 1984 rond de 15.000 tot 25.000 baby's op deze manier afgestaan. Dit zorgde toen al voor veel leed, maar het werd decennia later nog veel pijnlijker toen geadopteerden op zoek gingen naar hun onbekende biologische moeders en vaders. Persoonsgegevens van geboorte- en adoptiefamilies blijken in geheime dossiers opgeslagen, zijn niet ter inzage of indertijd (moedwillig) verdwenen in opdracht van adoptieouders of zijn van hogerhand vernietigd. In 'Zwartboek adoptie' vertellen geadopteerden over hun persoonlijke adoptieverhaal en de levenslange impact ervan. Evenals moeders die vaak onvrijwillig en onwetend ooit een baby afstonden aan andere Nederlandse echtparen. Ze durven nu eindelijk hun verhaal te doen. Afstandsmoeders, afstandsvaders, geadopteerden en ook niet geadopteerde kinderen en familieleden komen uitgebreid aan het woord. Ook deskundigen die in hun werk in aanraking kwamen met adoptie als medewerkers van de Raad voor de Kinderbescherming, therapeuten en jeugdhulpverleners, historici en hoogleraren in religiegeschiedenis en sociale demografische geschiedenis, een kinderrechter en een kindertehuisdirecteur vertrouwen hun ervaringen over de adopties toe aan dit zwartboek. Allen tekenen zo met elkaar de inktzwarte rand om de Nederlandse adoptiegeschiedenis. We kunnen het niet veranderen, maar het gaat erom dat we het erkennen en van de fouten leren. De schrijfster van Zwartboek adoptie is Eugénie Smits van Waesberghe (1965). Zij is journalistiek onderzoeker, psychosociaal therapeut en coach. Zelf is Eugénie ook geboren in een doorgangshuis, onder dwang bij haar moeder weggenomen en ter adoptie in een pleeggezin geplaatst. De afgelopen vijf jaar stuitte Eugénie, mede door haar eigen zoektocht naar informatie over haar biologische moeder en vader, op gesloten deuren. 'Veel is onbekend, over veel wordt gezwegen en weinig is mogelijk om duidelijkheid te krijgen,' aldus Eugénie. Tijdens haar zoektocht kwam zij in contact met vele lotgenoten, wier verhalen, zoektochten, adoptieverleden en adoptieleed zij in dit boek heeft opgetekend. Eugénie studeerde aan de faculteit Sociale Wetenschappen en de Rechtenfaculteit van de Rijksuniversiteit Utrecht (Nederlands recht). Ze is getrouwd, heeft twee kinderen en werkt onder meer als psychosociaal therapeut en coach. Deskundige is Eugénie op het gebied van risicotaxatie, casusregie en het opstellen van veiligheidsplannen in complexe gezinssystemen en op het terrein van afstand, adoptie en hechting. Als deskundige en belangenbehartiger is Eugénie sinds 2018 lid van de ministeriële werkgroep Binnenlandse afstand en adoptie. Deze werkgroep heeft de totstandkoming van het landelijke onderzoek naar de binnenlandse afstand en adoptie en de oprichting van het landelijk meldpunt in 2019 voorbereid. NAUpap - 340 blz
mens & maatschappij

Mark Koster
De Mol
Van Big Brother tot Koffietijd, The Voice en van LINDA, tot Talpa. John, Linda en Johnny de Mol zijn overal. Zij zijn de grote spelers van de entertainmentindustrie. Op dit moment bezit John de Mol, een van de rijkste en machtigste Nederlanders, een handvol radiostations, een tv-zender, een persbureau, een magazine, muziekrechten en data van 7,5 miljoen Nederlanders. En nog altijd breidt hij zijn imperium uit. Zijn ambitie is een multimediaal bedrijf dat op tv, radio en online de strijd aan kan met giganten als Google, Facebook, Netflix en Amazon. Maar waar komt het enorme succes van de familie eigenlijk vandaan? Hoe kon de ambitieuze en gedreven John de Mol uitgroeien tot de gevreesde mediamagnaat van vandaag, aan het hoofd van een ware dynastie? Hoe werden de De Mols opgevoed en wat drijft hen? Hoe ze zijn geworden tot wie ze nu zijn? Op zoek naar antwoorden op deze vragen dook Mark Koster in de familiegeschiedenis. In 'De Mol' schetst hij aan de hand van vier generaties De Mol hoe een hyperambitieuze familie via netwerken, werklust en zakelijk opportunisme haar dromen wist waar te maken en nu al decennialang bepaalt wat wij aan nieuws, muziek en vermaak krijgen voorgeschoteld. Balanspap - 608 blz
geschiedenis

Cees Fasseur
Dubbelspoor
Tussen de boortorens op Borneo werd Cees Fasseur geboren, om tijdens de oorlog met zijn moeder en zijn zusje in het jappenkamp terecht te komen. In juni 1946 ging hij op zijn zevende voor het eerst naar Nederland. Na zijn studietijd in Leiden was hij bijna een kwarteeuw werkzaam bij het ministerie van Justitie in Den Haag, waar hij Van Agt ontmoette als kamergenoot en minister. Als raadadviseur voor de wetgeving was hij betrokken bij het abortusvraagstuk, de euthanasie, de politieorganisatie, de excessen-nota en andere politieke kwesties die nog altijd in de belangstelling staan. Rond zijn vijftigste besloot hij de overstap te maken naar de professionele geschiedschrijving. Op uitnodiging van koningin Beatrix werd hij de biograaf van Wilhelmina en schreef daarna een boek over het huwelijk van haar ouders. Als eerste kreeg hij onbeperkt toegang tot het Koninklijk Huisarchief, dat voor andere historici nog altijd gesloten is. Spottend werd hij wel 'de hofbiograaf' genoemd. Waarom werd juist hij gevraagd? Hoe dacht hij zelf over zijn taak en wat komt bij het schrijven van zulke biografieën verder allemaal kijken? Ook daarvan doet hij in deze levendig vertelde herinneringen verslag. 'Dubbelspoor' sluit af met zijn belevenissen als lid van de commissie van toezicht op de Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten en zijn lidmaatschap van de commissie-Davids, die in 2009 onderzoek deed naar de Nederlandse besluitvorming inzake Irak. Balanspap - 368 blz