Het leven van Theo Loevendie is een soort ‘van krantenjongen tot miljonair’-verhaal, maar dan meer in artistiek en sociaal opzicht dan in letterlijke zin. Theo Loevendie werd in 1930 geboren en groeide op in armelijke omstandigheden in een Amsterdamse volksbuurt. In zijn kindertijd was muziek op straat zijn grote inspiratie, omdat hij thuis geen andere muziek kende dan wat volkse smartlappen. Als kleuter werd hij zelfs twee keer als vermist opgegeven omdat hij de uitdrukking ‘met de muziek mee’ letterlijk in de praktijk had gebracht toen er een optocht met muziek voorbijkwam. Zijn reddende engel was de onderwijzer op de lagere school, die hem in contact bracht met de muziek van Johann Sebastian Bach. Mede door de erbarmelijke omstandigheden in de Tweede Wereldoorlog duurde het tot 1947 voordat een geleende klarinet het startschot vormde voor een inhaalmanoeuvre die Loevendie via het conservatorium bracht tot het hoofdleraarschap compositie aan de conservatoria van Rotterdam, Den Haag en Amsterdam. Als componist reist Loevendie al jarenlang de wereld af om uitvoeringen van zijn muziek toe te lichten en jonge componisten te onderrichten in masterclasses. Daarnaast blijft hij ook de jazzmuziek trouw die hij na de oorlog als tiener leerde kennen. Ook op latere leeftijd is Loevendie nog altijd creatief, zoals een unaniem enthousiast ontvangen concertuitvoering van zijn opera The Rise of Spinoza in 2014 in het Concertgebouw nog eens aantoonde.