Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Non-Fictie/Eerste ontmoetingen, verering van de vooruitgang
David Olusoga
Eerste ontmoetingen, verering van de vooruitgang
Civilisations
€ 23,99 Oorspronkelijke prijs was: € 23,99.€ 7,90Huidige prijs is: € 7,90.
Oscar Wilde zei ooit: ‘Het leven imiteert de kunst veel meer dan dat de kunst het leven imiteert.’ Had hij gelijk? De van oorsprong Nigeriaanse historicus David Olusoga reist de wereld rond om de geschiedenissen die volken met elkaar verbinden aan elkaar te knopen. We lezen wat er met de kunst gebeurde tijdens het tijdperk van de ontdekkingsreizen, toen beschavingen elkaar voor het eerst ontmoetten. Natuurlijk was dat een periode van veroveringen en vernietiging, maar het was ook een tijd van wederzijdse nieuwsgierigheid, wereldhandel en de uitruil van ideeën. Met de industriële revolutie in de negentiende eeuw veranderde de kijk van de kunstenaar op de wereld: de nieuwe fabrieken, de urbanisatie en de onderwerping door Europa van andere volken lieten hun sporen na in de kunst. Behorend bij de BBC-serie Civilisations.
Gerelateerde producten
muziek

Niek Nelissen
Willem van Otterloo
Willem van Otterloo was één van de vier belangrijkste Nederlandse dirigenten van de twintigste eeuw. Als componist liet hij een klein maar verfijnd oeuvre na. Zijn bekendste werk is de Symphoniëtta (1943), die behoort tot de meest gespeelde Nederlandse composities. Van Otterloo's levensverhaal geeft een interessant tijdsbeeld van het muziekleven tussen 1928 en 1978. Hij begon zijn loopbaan als tutticellist in het Utrechts Stedelijk Orkest. Een compositieprijsvraag van het Concertgebouw in 1932 bleek bepalend voor zijn toekomst. De orkestsuite die hij instuurde, werd bekroond met de eerste prijs en hij mocht de uitvoering door het Concertgebouworkest zelf dirigeren. Het USO stelde hem in 1934 aan als tweede en in 1937 als eerste dirigent. Hij bleef aan toen het USO in 1943 werd ingezet bij de Europasender, een Duitse propagandazender. Dit kwam hem na de bevrijding te staan op een veroordeling door de Ereraad voor de muziek.In 1949 werd Van Otterloo eerste dirigent van het Residentie Orkest, dat hij bijna een kwart eeuw leidde. Het Haagse orkest ging met hem een ongekende bloeitijd tegemoet. In 1950 werd hij een van de vaste dirigenten van het nieuwe platenlabel van Philips, dat hem behalve met het RO opnamen liet maken in Berlijn, Parijs en Wenen. De vele Philips-lp's droegen bij tot zijn internationale reputatie. Na het overlijden van Eduard van Beinum in 1959 werd algemeen verwacht dat hij diens opvolger zou worden bij het Concertgebouworkest. De keuze viel echter op Bernard Haitink en Van Otterloo bleef in Den Haag. In de jaren zestig kwam Van Otterloo bij het RO onder vuur te liggen door de roep om inspraak en repertoirevernieuwing. Als gastdirigent verlegde hij zijn activiteiten deels naar het buitenland. Na zijn vertrek bij het RO in 1973 werd hij chef-dirigent van het Sydney Symphony Orchestra. In 1978 overleed hij in Australië bij een verkeersongeval.Recensie: Dit vlot geschreven imposante boek is een handelsuitgave van een academisch proefschrift over de introverte levens- en musiceerstijl van een van Nederlands bekende orkestleiders met een interessant tijdsbeeld (1933-1978). Zelf voortgekomen uit de orkestpraktijk stond hij als vaste dirigent "op de bok" van respectievelijk het Utrechts Stedelijk Orkest en het Residentie Orkest. Ook de kronieken van beide ensembles uit die periode worden door de promovendus - muziekjournalist en leraar vwo geschiedenis - in detail beschreven. Voor diegenen die onder Van Otterloo hebben gespeeld, is dit relaas 'gefundenes Fressen'. Maar voor hen niet alleen! Het boek bevat naast talrijke bijlagen en foto's een dvd met een tweetal televisieregistraties uit respectievelijk 1963 (Gebouw K&W Den Haag, Brahms III) en 1976 (St. Bavokerk Haarlem, Beethoven IX). Het boek en de dvd zijn toonaangevend voor de onderhavige periode van het orkestbedrijf.Metagegevens • Van Gruting • Gebonden • 629 pagina’s • ISBN 9789075879407 • NUR: 660 - Muziek algemeen • Genre: Kunst, Muziek, Biografieën • Trefwoorden: Dirigent, Residentie Orkest, Van OtterlooOver de auteur: Niek Nelissen (1952) studeerde geschiedenis in Groningen. Hij is werkzaam als leraar aan het Stedelijk Gymnasium in Arnhem en als toetsdeskundige bij het Cito. Als muziekjournalist schreef hij een groot aantal artikelen voor muziektijdschriften en toelichtingen bij cd-uitgaven op muziekhistorisch gebied. De biografie van Willem van Otterloo is de handelsuitgave van het proefschrift dat hij in 2009 verdedigde aan de Radboud Universiteit Nijmegen.Over de uitgever: Uitgeverij Van Gruting, opgericht in 1996, legt zich toe op het uitgeven van boeken op het terrein van geschiedenis, kunstgeschiedenis, muziekgeschiedenis en literatuurgeschiedenis. Van Grutinggeb - 628 blz
mens & maatschappij

Eugénie Smits van Waesberghe
Zwartboek adoptie
Zwartboek adoptie in Nederland in de 20e eeuw De invoering van de Adoptiewet in 1956 zorgde ervoor dat adoptie wettelijk onder de verantwoordelijkheid van de Nederlandse overheid viel. Een grote vraag naar baby's in Nederland door veelal kinderloze echtparen was het gevolg. Ongehuwde vrouwen stonden, vaak onder informele dwang, na de bevalling hun baby af. Dat gebeurde meestal in zogeheten doorgangshuizen waar zwangere meisjes en vrouwen verbleven en waaraan de overheid destijds financieel bijdroeg. Naar schatting zijn tussen 1956 en 1984 rond de 15.000 tot 25.000 baby's op deze manier afgestaan. Dit zorgde toen al voor veel leed, maar het werd decennia later nog veel pijnlijker toen geadopteerden op zoek gingen naar hun onbekende biologische moeders en vaders. Persoonsgegevens van geboorte- en adoptiefamilies blijken in geheime dossiers opgeslagen, zijn niet ter inzage of indertijd (moedwillig) verdwenen in opdracht van adoptieouders of zijn van hogerhand vernietigd. In 'Zwartboek adoptie' vertellen geadopteerden over hun persoonlijke adoptieverhaal en de levenslange impact ervan. Evenals moeders die vaak onvrijwillig en onwetend ooit een baby afstonden aan andere Nederlandse echtparen. Ze durven nu eindelijk hun verhaal te doen. Afstandsmoeders, afstandsvaders, geadopteerden en ook niet geadopteerde kinderen en familieleden komen uitgebreid aan het woord. Ook deskundigen die in hun werk in aanraking kwamen met adoptie als medewerkers van de Raad voor de Kinderbescherming, therapeuten en jeugdhulpverleners, historici en hoogleraren in religiegeschiedenis en sociale demografische geschiedenis, een kinderrechter en een kindertehuisdirecteur vertrouwen hun ervaringen over de adopties toe aan dit zwartboek. Allen tekenen zo met elkaar de inktzwarte rand om de Nederlandse adoptiegeschiedenis. We kunnen het niet veranderen, maar het gaat erom dat we het erkennen en van de fouten leren. De schrijfster van Zwartboek adoptie is Eugénie Smits van Waesberghe (1965). Zij is journalistiek onderzoeker, psychosociaal therapeut en coach. Zelf is Eugénie ook geboren in een doorgangshuis, onder dwang bij haar moeder weggenomen en ter adoptie in een pleeggezin geplaatst. De afgelopen vijf jaar stuitte Eugénie, mede door haar eigen zoektocht naar informatie over haar biologische moeder en vader, op gesloten deuren. 'Veel is onbekend, over veel wordt gezwegen en weinig is mogelijk om duidelijkheid te krijgen,' aldus Eugénie. Tijdens haar zoektocht kwam zij in contact met vele lotgenoten, wier verhalen, zoektochten, adoptieverleden en adoptieleed zij in dit boek heeft opgetekend. Eugénie studeerde aan de faculteit Sociale Wetenschappen en de Rechtenfaculteit van de Rijksuniversiteit Utrecht (Nederlands recht). Ze is getrouwd, heeft twee kinderen en werkt onder meer als psychosociaal therapeut en coach. Deskundige is Eugénie op het gebied van risicotaxatie, casusregie en het opstellen van veiligheidsplannen in complexe gezinssystemen en op het terrein van afstand, adoptie en hechting. Als deskundige en belangenbehartiger is Eugénie sinds 2018 lid van de ministeriële werkgroep Binnenlandse afstand en adoptie. Deze werkgroep heeft de totstandkoming van het landelijke onderzoek naar de binnenlandse afstand en adoptie en de oprichting van het landelijk meldpunt in 2019 voorbereid. NAUpap - 340 blz
non-fictie

Mary Beard
Hoe wij kijken, met gelovige ogen
Het idee van 'beschaving' is altijd onderwerp van discussie geweest, er is zelfs ruzie over gemaakt. De kern van die meningsverschillen wordt gevormd door de vraag hoe mensen, van de prehistorie tot nu, zichzelf en anderen, mensen en goden, zagen en afbeeldden. Historicus Mary Beard onderzoekt hoe kunst de volken die kunst maakten vormde, en hoe de kunst door hen gevormd werd. Hoe werd er gekeken naar die beelden? Waarom waren ze soms zo controversieel? Mary Beard onderzoekt hoe de menselijke gestalte werd vormgegeven in een aantal van de vroegste kunstuitingen ter wereld – van de gigantische stenen hoofden van de Olmec in Midden-Amerika tot het terracottaleger van de eerste keizer van China. Ze legt uit hoe een uit de oudheid afkomstige weergave van het menselijk lichaam de manier waarop mensen in het Westen hun eigen cultuur en die van anderen zien beïnvloedt, en soms vervormt. In het tweede deel van het boek staat deze vraag centraal: wat is de functie van de beeldende kunst in de religie? Met andere woorden: hoe kijken we naar mensen en naar goden? Behorend bij de BBC-serie Civilisations. Athenaeum - Polak & Van Genneppap - 204 blz
non-fictie

Nina Burton
Erasmus, de ster aan Gutenbergs firmament
De uitvinding van de boekdrukkunst, halverwege de vijftiende eeuw, maakte het opeens mogelijk boeken in grote oplagen te verspreiden. Voor het eerst konden kennis en ideeën ongebreideld worden uitgedragen. Geïnspireerd door schrijvers uit de klassieke oudheid introduceerden de humanisten van de renaissance een revolutionair, onafhankelijk denken, waarbij de mens centraal stond in plaats van de kerk en de godsdienst. Met grote nieuwsgierigheid ontdekten ze de natuur en het menselijk lichaam. Wetenschappers, kunstenaars en schrijvers waren niet langer anoniem. Dankzij de boekdrukkers die zich overal in Europa vestigden, kon de mens zich bevrijden uit de greep van de middeleeuwen. Nina Burton beschrijft dit tijdperk van 'de eerste mediarevolutie' aan de hand van het leven van Erasmus (1466 - 1536). Hij was de ster aan Gutenbergs firmament, de eerste bestsellerauteur uit de geschiedenis, een man die zijn tijd ver vooruit was en in contact stond met tal van intellectuelen en kunstenaars uit zijn tijd: Thomas More, Albrecht Dürer, Hans Holbein de Jonge, Paracelsus, Maarten Luther. Burton roept in mooie zinnen en beknopte beelden – ze is ook dichteres – een schitterend tijdsbeeld op. Daarbij beperkt ze zich niet tot Erasmus' ideeën, maar beschrijft ze ook zijn dagelijks leven: van een vervaarlijke bootreis naar Engeland in zijn jonge jaren, via een triomftocht over de Rijn als gevierd schrijver tot aan zijn oude dag boven de drukkerij in Bazel. Natuurlijk gaat ze ook in op de invloed die Erasmus nog tot eeuwen na zijn dood had. Ad. Donkergeb - 352 blz