Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Geschiedenis/Drift en Koers
Margit van der Steen
Drift en Koers
De levens van Hilda Verwey-Jonker (1908-2004)
€ 49,95 € 9,90
ISBN: 9789035133792.
Bindwijze:
geb
Taal:
NL
Uitgever:
Bert Bakker
Auteur:
Margit van der Steen
Auteur tussenvoegsel:
van der
Paginas:
596
Categorie: Geschiedenis.
Hilda Verwey-Jonker (1908-2004) heeft een voorname rol gespeeld als sociaaldemocratisch politica: eerst als gemeenteraadslid in Eindhoven, daarna als kroonlid van de SER, lid van de Eerste Kamer en afgevaardigde bij de Verenigde Naties. Vanaf de jaren dertig zette ze zich in voor joodse en daarna voor andere vluchtelingen. Ze was jarenlang voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Vrouwenbelangen. Voor de vrouwenemancipatie heeft zij heel veel betekend. En toen ze over de tachtig was, streed zij tenslotte fel voor betere voorzieningen voor bejaarden.
Gerelateerde producten
geschiedenis

Joden en het huis van Oranje
Tussen de Oranjes en de Nederlandse joden bestaan al meer dan vierhonderd jaar nauwe banden. Sinds hun komst naar de Republiek vanuit absolutistische staten voelden joden zich veilig en beschermd door de verschillende overheden. Met name met de Oranjes ontwikkelden zij een speciale band. Zo maakte de joodse elite ten tijde van de Republiek deel uit van de entourage van de stadhouder en kozen joden partij voor de Oranjevorsten in hun strijd tegen de patriotten. Ook na de instelling van het Koninkrijk bleef de verbondenheid met de Oranjes groot en vervulde de eeuwenoude relatie de joodse gemeenschap met trots. Deze vormde de basis voor een sterk orangisme. In de loop van de geschiedenis waren er echter ook critici die zich afvroegen wat de Oranjes nu eigenlijk voor de joodse gemeenschap hebben betekend. In 'Joden en het Huis van Oranje' passeren de stadhouders en hun Portugees- en Hoogduits joodse financiers de revue, maar zien we ook joodse Oranje knokploegen, orangistische rabbijnen en socialistische republikeinen. De gevoelige relatie tussen de joodse gemeenschap en het koningshuis na de Tweede Wereldoorlog en de betrokkenheid van de Oranjes bij de staat Israël worden eveneens besproken. 'Joden in het huis van Oranje' is een overzichtswerk van een periode waarin sterke Oranjeliefde en loyaliteit van de joodse gemeenschap overheerst, maar waarin ook sprake is van kritiek op het koningshuis. Amsterdam University Pressgeb - 208 blz
geschiedenis

K. de Jong Ozn.
Gods eer zij ’t merk van al uw werk
'De Geschiedenis van het Friesch Dagblad' kan worden omschreven als de biografie van een krant (verschijnend sinds 1903). In dit tweede deel wordt de periode 1935-1971 behandeld: de tijd van de economische crisis van de jaren dertig en het leiderschap van Colijn, de Tweede Wereldoorlog en de onderduik van het Friesch Dagblad, het verlies van 'ons Indië', de Nieuw-Guinea kwestie en de grote maatschappelijke omwenteling van de jaren zestig. Het is de tijd waarin Hendrik Algra – antirevolutionair in hart en nieren, lid van de Eerste Kamer en schrijver van vele boeken – de markante hoofdredacteur van het Friesch Dagblad is en zijn stempel op de krant drukt. Net als het voorafgaande deel biedt Deel II een boeiend verhaal over een veranderende wereld, gezien door de ogen van Friese gereformeerden en antirevolutionairen. Bijzondere aandacht is er voor de gebeurtenissen in Friesland en de parlementaire geschiedenis van Nederland. K. de Jong Ozn. (Drachten 1926-Sneek 2011) studeerde Geschiedenis en Nederlands aan de Vrije Universiteit. Hij was achtereenvolgens leraar in Dokkum, rector in Goes en Amersfoort, staatssecretaris van onderwijs (kabinetten Den Uyl en Van Agt 1) en voorzitter van de Unie voor Christelijk Onderwijs. Hij was tien jaar columnist van Het Buitenhof en de Haagsche Courant en schreef lange tijd voor het Centraal Weekblad en het Friesch Dagblad over politiek, onderwijs en literatuur. Hij publiceerde een aantal dichtbundels, een bundel novellen alsook een boek over de geschiedenis van de Unie voor Christelijk Onderwijs (Een verhaal dat verder gaat, 1999). In 2003 verscheen het eerste deel van zijn geschiedenis van het Friesch Dagblad onder de titel Zij zullen het niet hebben. Bornmeergeb - 509 blz
geschiedenis

Frank Seberechts
De weggevoerden van mei 1940
Onder het naziregime sloegen vervolgde Joden massaal op de vlucht. Insa Meinen en Ahlrich Meyer schetsen het lot van de Joden die vanaf 1938 uit Duitsland en Oostenrijk naar België vluchtten, toen een van de belangrijkste vluchtoorden. Maar ook in West-Europa waren zij niet veilig toen de oorlog eenmaal begonnen was en de Duitsers oprukten. Meinen en Meyer beschrijven voor het eerst de clandestiene uittocht van duizenden Joodse mannen, vrouwen en kinderen uit Nederland en België naar Frankrijk, op zoek naar een uitweg in het door Duitsland bezette Europa. Vervolgd van land tot land schetst een indrukwekkend beeld van de manier waarop de Joodse vluchtelingen zichzelf en hun familie van de ondergang trachtten te redden. Centraal hierbij staan de talrijke 'naamloze' Joodse vluchtelingen. Meinen en Meyer reconstrueren hun vaak wanhopige reddingspogingen. Het moorddadige naziregime wilde elk spoor van hen uitwissen, waardoor er tot op heden weinig geweten is over hun verzet. Bezige Bij AntwerpenPAP - 352 blz
geschiedenis

Herman Hülsmann
Mijn reis naar Indië 1928-1929
In dit dagboek neemt Hermann Hülsmann ons mee op reis naar het toen nog verre Nederlands-Indië. Hülsmann was samen met drie andere studenten uitgenodigd door de Vereeniging Jan Pieterszoon Coen, die met groepsreizen de deelnemers wilde interesseren voor topfuncties in Indië. Er moest dan wel een verslag worden geschreven over enkele projecten die onderweg werden bezocht. Hermann Hülsmann beperkte zich niet tot de beschrijving van 'enkele projecten'. Hij zette zo veel mogelijk waarnemingen op papier. En hij maakte er foto's bij. Het resultaat is een levendig en vaak humoristisch geschreven verslag van een tijdsbeeld. Het dagboek begint met de avontuurlijke heenreis met de boot door het Suezkanaal. In Indië bezoekt hij bekende trekpleisters, die toen nog niet zo toeristisch waren als nu. En hij schrijft uitgebreid over het dagelijks leven en werken in die tijd. 'Mijn reis naar Indië' bevat veel bijzondere wetenswaardigheden, onder andere over de toenmalige stand van de techniek. Hermann eindigt zijn bezoek met een reis door Atjeh met de zogenaamde Atjeh Tram (opgeheven in 1962). In dit deel van het dagboek beschrijft hij onder andere de wegenbouwprojecten in dit toen nog onontgonnen gebied. Voor Hermann Hülsmann (1902-1983) bleef dit de reis van zijn leven. Uiteindelijk is hij niet naar Indië gegaan om daar een leidende functie te gaan vervullen. In plaats daarvan koos hij voor een carrière bij de rechterlijke macht in Nederland. En niet zonder succes: hij nam afscheid van zijn werkzame leven als Raadsheer van de Hoge Raad der Nederlanden. LM Publishersgeb - 512 blz