Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Non-Fictie/De kleur van de stad
Rob van Maanen
De kleur van de stad
Kleur als instrument van ruimtelijke ordening, stedenbouw en architectuur
€ 20,75 Oorspronkelijke prijs was: € 20,75.€ 7,90Huidige prijs is: € 7,90.
ISBN: 9789461054524. Bindwijze: pap Taal: NL Uitgever: Sun Auteur: Rob van Maanen Auteur tussenvoegsel: van Paginas: 157 Categorie: Non-Fictie.
Kleur is overal in de stad, maar – gek genoeg – wordt het lang niet altijd als kleur opgemerkt. De kleur van de stad wordt niet bepaald door opvallende incidenten, detonerende uitzonderingen, maar vooral door de alledaagse achtergrond die in de meeste gevallen hooguit halfbewust wordt waargenomen. Rob van Maanen, kleurspecialist en -adviseur in stedelijke ontwikkelingsprojecten, is in staat door alle uitzonderingen heen te kijken en die gewone achtergrond naar voren te halen, te ontleden en te doorgronden.
Gerelateerde producten
muziek
Niek Nelissen
Willem van Otterloo
Willem van Otterloo was één van de vier belangrijkste Nederlandse dirigenten van de twintigste eeuw. Als componist liet hij een klein maar verfijnd oeuvre na. Zijn bekendste werk is de Symphoniëtta (1943), die behoort tot de meest gespeelde Nederlandse composities. Van Otterloo's levensverhaal geeft een interessant tijdsbeeld van het muziekleven tussen 1928 en 1978. Hij begon zijn loopbaan als tutticellist in het Utrechts Stedelijk Orkest. Een compositieprijsvraag van het Concertgebouw in 1932 bleek bepalend voor zijn toekomst. De orkestsuite die hij instuurde, werd bekroond met de eerste prijs en hij mocht de uitvoering door het Concertgebouworkest zelf dirigeren. Het USO stelde hem in 1934 aan als tweede en in 1937 als eerste dirigent. Hij bleef aan toen het USO in 1943 werd ingezet bij de Europasender, een Duitse propagandazender. Dit kwam hem na de bevrijding te staan op een veroordeling door de Ereraad voor de muziek.In 1949 werd Van Otterloo eerste dirigent van het Residentie Orkest, dat hij bijna een kwart eeuw leidde. Het Haagse orkest ging met hem een ongekende bloeitijd tegemoet. In 1950 werd hij een van de vaste dirigenten van het nieuwe platenlabel van Philips, dat hem behalve met het RO opnamen liet maken in Berlijn, Parijs en Wenen. De vele Philips-lp's droegen bij tot zijn internationale reputatie. Na het overlijden van Eduard van Beinum in 1959 werd algemeen verwacht dat hij diens opvolger zou worden bij het Concertgebouworkest. De keuze viel echter op Bernard Haitink en Van Otterloo bleef in Den Haag. In de jaren zestig kwam Van Otterloo bij het RO onder vuur te liggen door de roep om inspraak en repertoirevernieuwing. Als gastdirigent verlegde hij zijn activiteiten deels naar het buitenland. Na zijn vertrek bij het RO in 1973 werd hij chef-dirigent van het Sydney Symphony Orchestra. In 1978 overleed hij in Australië bij een verkeersongeval.Recensie: Dit vlot geschreven imposante boek is een handelsuitgave van een academisch proefschrift over de introverte levens- en musiceerstijl van een van Nederlands bekende orkestleiders met een interessant tijdsbeeld (1933-1978). Zelf voortgekomen uit de orkestpraktijk stond hij als vaste dirigent "op de bok" van respectievelijk het Utrechts Stedelijk Orkest en het Residentie Orkest. Ook de kronieken van beide ensembles uit die periode worden door de promovendus - muziekjournalist en leraar vwo geschiedenis - in detail beschreven. Voor diegenen die onder Van Otterloo hebben gespeeld, is dit relaas 'gefundenes Fressen'. Maar voor hen niet alleen! Het boek bevat naast talrijke bijlagen en foto's een dvd met een tweetal televisieregistraties uit respectievelijk 1963 (Gebouw K&W Den Haag, Brahms III) en 1976 (St. Bavokerk Haarlem, Beethoven IX). Het boek en de dvd zijn toonaangevend voor de onderhavige periode van het orkestbedrijf.Metagegevens • Van Gruting • Gebonden • 629 pagina’s • ISBN 9789075879407 • NUR: 660 - Muziek algemeen • Genre: Kunst, Muziek, Biografieën • Trefwoorden: Dirigent, Residentie Orkest, Van OtterlooOver de auteur: Niek Nelissen (1952) studeerde geschiedenis in Groningen. Hij is werkzaam als leraar aan het Stedelijk Gymnasium in Arnhem en als toetsdeskundige bij het Cito. Als muziekjournalist schreef hij een groot aantal artikelen voor muziektijdschriften en toelichtingen bij cd-uitgaven op muziekhistorisch gebied. De biografie van Willem van Otterloo is de handelsuitgave van het proefschrift dat hij in 2009 verdedigde aan de Radboud Universiteit Nijmegen.Over de uitgever: Uitgeverij Van Gruting, opgericht in 1996, legt zich toe op het uitgeven van boeken op het terrein van geschiedenis, kunstgeschiedenis, muziekgeschiedenis en literatuurgeschiedenis. Van Grutinggeb - 628 blz
non-fictie
Egbert Dommering
Het verschil van mening
Vrijheid is een oud begrip dat staat voor het zich losmaken van groepen en individuen uit de macht van een ander. Die vrijheid werd gesymboliseerd door de zogenoemde vrijheidshoed, want in het Romeinse Rijk mocht een vrijgemaakte slaaf een hoofddeksel gaan dragen. In Europa krijgt vrijheid als eerste gestalte in de godsdienstvrijheid en het eigendomsrecht. Het geloof wordt losgemaakt van het gezag van de kerkelijke autoriteit. De eigendom is niet langer een privilege toegekend door een vorst, maar iets wat je verwerft door inbezitneming of door eigen inspanning. De vrijheid van denken en spreken bepaalt hoe wij over de samenleving en de natuur denken. Het publieke debat en het democratische besluit vervangen het door God gegeven politieke gezag. Het onderzoek naar de natuur komt in de plaats van een godsdienstig wereldbeeld. Deze vrijheden hebben de Europese democratie gemaakt tot wat zij nu is. 'Het verschil van mening' geeft een ideeëngeschiedenis van deze vrijheden, waarbij de vrijheid van meningsuiting centraal staat. Het boek trekt de lijn door naar het heden en de rol van internet, dat alle kennis in de wereld toegankelijk maakt, maar onder zijn eigen toegankelijkheid lijkt te bezwijken. De burgers die hun vrijheden op internet uitoefenen, hebben er een elektronische politieman bij gekregen die permanent over hun schouder meekijkt. Bert Bakkergeb - 688 blz
non-fictie
Elco Brinkman
Bouwen en bewaren
Elco Brinkman bracht decennialang door op en rond het Haagse Binnenhof, in het midden, op de brug tussen bestuur en politiek, tussen mensen en hun maatschappij, tussen verdienen en verdelen. Hij groeide op in het openbaar bestuur, maar drong aan op beperktere groei van de overheid, met meer eigen inbreng en verantwoordelijkheid van mensen zelf. Zijn verhalen over 'genoeg van de staat' konden niet overal en altijd op instemming rekenen. Hoewel hij tegen revoluties was, schuwde hij de weerbarstigheden bij veranderingen niet. Op allerlei plekken bij de overheid, in instellingen en bedrijven zat hij vaak op de voorste rij, waar niet zelden de eerste en hardste klappen vielen. Ook in zijn persoonlijk leven liep niet altijd alles op rolletjes. In 'Bouwen en bewaren' vertelt Elco Brinkman in beeldrijke woorden, ironisch, doordacht en openhartig over zijn rijk gevarieerde leven achter de schermen van de (on)macht. Elco Brinkman (1948) werd reeds op 34-jarige leeftijd minister in het kabinet-Lubbers I, en daarna in Lubbers II. Van 1989 tot 1994 was hij fractievoorzitter van het CDA in de Tweede Kamer. In 2006 riep de Volkskrant hem uit tot bestuurder met de meeste invloed in ons land. In 2011 trad hij aan als CDA-fractievoorzitter in de Eerste Kamer. In 2019 stelde hij zich niet herkiesbaar. Prometheusgeb - 535 blz
non-fictie
Paul P.J. Overvoorde
Als het maar tot iets leidt?
Erfgoedzorg wordt geassocieerd met conservatieve, deftige heren. Dat deftige klopt wellicht, maar het eerste behoeft bijstelling: er waren ook idealisten die streefden naar een mooiere en betere wereld, met verheffing van de arbeider en de emancipatie van de vrouw. Dit geldt met name voor mr. dr. J.C. Overvoorde, een strijder op vele fronten. Deze biografie toont Overvoordes tomeloze engagement voor het veiligstellen van monumentaal erfgoed, musea en archieven, het initiëren van een monumentenwet, en voor de gelijke behandeling van de vrouw en haar emancipatie. Hij richt de Nederlandsche Oudheidkundige Bond op, met in het bestuur strijders die als jonge honden de sloop van monumenten proberen te voorkomen. Ook de rol die Overvoorde in de eerste emancipatiegolf speelt, wordt uitstekend belicht. Zijn feministisch rechtshistorisch proefschrift maakt hem bekend als voorstander van vrouwenemancipatie - hun zwaar achtergestelde positie vindt hij onaanvaardbaar voor een beschaafd land. Hij werkt even samen met Aletta Jacobs en kruist vaak de degens met Wilhelmina Drucker. Hij adviseert Annette Versluijs-Poelman, voorzitter van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, van achter de schermen. Daarnaast is hij actief als lid van de Radicalen Bond die de slechte positie van de arbeidersklasse wil verbeteren. Hij richt in die steden oudheidkundige verenigingen, een museum en verenigingen voor monumentenzorg op. In de Vereeniging van Archivarissen in Nederland werkt hij mee aan de professionalisering van het beroep en aan wetgeving. Eenmaal in Leiden benoemd zal hij als conservator, later directeur van De Lakenhal, de museumcollectie uitbreiden met werken van de Oude Leidsche meesters en de nieuwbouw van het museum realiseren. In deze vlot leesbare biografie komt een breed tijdsbeeld naar voren, waarin Overvoordes inbreng ook nog voor de huidige tijd goed onderbouwd voor het voetlicht wordt gebracht. Na enkele jaren kunstacademie studeerde Paul P.J. Overvoorde wijsbegeerte aan de Universiteit van Utrecht. Na voltooiing daarvan deed hij op uiteenlopende terreinen onderzoek, onder meer naar normatieve argumentatie. Daarnaast was hij als docent en stafmedewerker werkzaam. IJzergeb - 650 blz