Fred de Vries
Wiegelied voor de witte man
Ras en muziek in het Amerikaanse Diepe Zuiden en Zuid-Afrika
€ 23,99 Oorspronkelijke prijs was: € 23,99.€ 7,90Huidige prijs is: € 7,90.
Fred de Vries groeide op in de Rotterdamse witte middenklasse van de late jaren vijftig. Muziek kleurde zijn jeugd: rock, soul maar bovenal de blues. Tegenwoordig woont hij in het door apartheid gehavende Zuid-Afrika. In ‘Wiegelied voor de witte man’ gaat Fred op zoek naar de wortels van de muziek uit zijn jeugd en trekt hij rond in de regio waar deze muziek ontstond: het Diepe Zuiden van Amerika. De reis voert hem dwars door South Carolina, Georgia, Tennesee, Alabama, Mississippi en Louisiana. Hij bezoekt juke joints, jazz clubs en honky-tonk saloons, historische plekken, beroemde muziekstudio’s en platenlabels. Wanneer hij terug is in Zuid-Afrika wordt hij onverwacht geconfronteerd met zwarte woede en witte angst, die hem dwingen nogmaals af te reizen naar Amerika ? om dieper te graven in de verwrongen geschiedenis van suprematie en pijn waarbij muziek een belangrijke rol heeft gespeeld. Met de blues als leidraad zoekt hij antwoord op vragen als: waar komen racisme en witte superioriteit vandaan?
Gerelateerde producten
kunst
Egbert Meijers
Tussen Grolloo en Austin
Begin jaren zestig maakte Egbert Meijers kennis met zenders als AFN en Radio Luxembourg en de blues- en countrymuziek: Hank Williams, Jimmie Rodgers, Son House, John Lee Hooker. Het werd een ommekeer in zijn leven. De accordeon werd een gitaar en Beethovens 'Für Elise' werd vervangen door 'Mean Woman Blues' van Elvis. De in Grolloo geboren en getogen boerenzoon Meijers ging achter de muziek aan en vond daarin een liefde die zijn leven inhoud en betekenis gaf. De liedjes die hij sinds de jaren zeventig schreef, zong hij liever tussen de coulissen dan frontaal voor het voetlicht. Desondanks brachten ze hem in Nederland, België, Duitsland, Noorwegen en Amerika op podia en in radio en tv-programma's. Vaak met andere artiesten: Harry Muskee, Frédérique Spigt, JP den Tex, Ad Vanderveen, Ad van Meurs, Fred Eaglesmith, Peter Rowan, Walt Wilkins, Paula Nelson, Jerry Jeff Walker. Meijers nam tevens als culturele duizendpoot talrijke initiatieven, zoals het Big Bear Festival, het Muzem! festival, De Drentse Bluesopera, symfonie Ode an de Ao en diverse radio- en tv-programma's. Daarnaast werkte hij mee aan tal van activiteiten en publicaties op het gebied van regionale taal en cultuur. Aan dit rijk geïllustreerde boek leverden meer dan vijftig mensen een bijdrage. Zij laten door hun ogen zien wie Egbert Meijers is en wat hij voor hen, en Drenthe, betekent. Daarmee is 'Tussen Grolloo en Austin' een bijzondere biografie geworden van een man die in hart en ziel artiest is. 'Tussen Grolloo en Austin' neemt je ook mee op een reis langs talrijke ingrijpende gebeurtenissen van de afgelopen vijftig jaar. Gebeurtenissen die Meijers inspireerden tot het schrijven van indringende en persoonlijke liedjes. ?Ze brengen deze in Grolloo geboren songwriter naar het absolute erebankje van de Nederlandse artiesten die zich wagen aan dit genre?. Rein van den Berg, Plato Van Gorcumgeb - 192 blz
kunst
Wilma van Giersbergen
Op zoek naar werk
'Op zoek naar werk, De productieve kunstenaarsfamilies Hauck ? Bakker - Van de Laar in Rotterdam 1770-1920'. Van auteur Wilma van Giersbergen. Begin december 1776 arriveert August Christian Hauck (1742-1801) met zijn vrouw en twee kinderen in Rotterdam. Hij wil er als portretschilder aan de slag, Hauck, die in Mannheim werd geboren, stamt uit een kunstenaarsfamilie. Net zoals zijn vader en zijn (half)broers op zoek moesten naar opdrachten en daarvoor vele reizen zouden ondernemen, zo vindt ook Hauck pas na omzwervingen door de Republiek zijn definiteive bestemming in Rotterdam. August C. Hauck wordt de stamvader van vier generaties Rotterdamse kunstschilders. In 1784 neemt hij een jongeman uit Goedereede, Cornelis Bakker (1771-1849), als leerling bij hem in huis. Cornelis Bakker trouwt in 1795 met Susanna Eva Hauck (1773-1842), het enige kind van zijn leermeester. Twee van hun kinderen, Job Augustus (1796-1876) en Aren Bakker (1806-1843), worden eveneens kunstenaar. Ook raakt de familie Bakker door een huwelijk verwant aan de Rotterdamse kunstenaarsfamilie Van de Laar, van wie de historieschilder Jan Hendrik van de Laar (1807-19874) de bekendste zal worden. Leven van alleen de schilderkunst gaat moeizaam, zodat de kunstenaars generatie op generatie op zoek moeten naar andere bronnen van inkomsten. Honderd jaar lang spelen zij in Rotterdam als tekenleraar een grote rol in het onderwijs bij het tekengenootschap 'Hierdoor tot Hooger' en de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen. Daarnaast verdienen verschillenden van hen hun boterham in de decoratie- en interieurschilderkunst. Het is de tragiek van een kunstenaarsfamilie die, opgeleid tot kunstschilder, door velerlei omstandigheden gedwongen wordt haar ambities bij te stellen. In 'Opzoek naar werk' worden zes generaties kunstschilders gevolgd te beginnen met Haucks vader, Johann Jacob Hauck(1694-ca.1769), kerk- en hofschilder in Duitsland. De schilderdynastie eindigt als de decorschilder Frans Bakker (1871-1944) in 1920 Rotterdam verlaat en in Nederlands-Indië gaat wonen. Donkerpap - 368 blz
kunst
Jeroen Wielaert
Final Blues
Wat de Rolling Stones voor de blues deden in Engeland, deden Cuby and the Blizzards in Nederland: de van oorsprong zwarte muziek populair maken. Beide bands ontstonden in 1962. Harry Muskee en Eelco Gelling waren de kern van de groep uit Drenthe die heel het land op zijn kop ging zetten. Hun eerste LP Desolation kreeg in 1968 een Edison. Hij werd gevolgd door legendarische platen als Groeten uit Grolloo en Appleknockers Flophouse. De bezetting van de band wisselde nogal eens, met fenomenen als Hans Waterman, Hans La Faille, Herman Deinum, Helmig van der Vegt en Herman Brood. C B gaf in 1974 een afscheidsconcert. Harry Muskee ging door met andere bands. In 1995 kreeg Muskees oude vriend Johan Derksen het idee om Cuby and the Blizzards nieuw leven in te blazen. Toen kwam er een nieuwe stergitarist bij: Erwin Java. Het werd weer een fascinerende tijd, vol ups en downs. In juni 2011 ging het C B Museum open, in de voormalige boerderij van Harry Muskee in Grolloo. Het was vlak voor zijn 70-ste verjaardag. Op 26 september 2011 overleed Harry. In 2003 verscheen zijn biografie De Missie. Het boek werd bekroond in 2006. In 2008 kwam er een aangevulde heruitgave. Tien jaar na Harry's dood besloot Jeroen Wielaert om de biografie af te ronden door het boek aan te vullen met alles wat er sinds 2008 rondom Harry Muskee gebeurd is.. Het werd Final Blues. Final Blues beschrijft het erfgoed van Harry en de band. Die legacy blijft springlevend. Dat bleek ook uit de rondgang langs voormalige bandleden, vrienden en nabestaanden van Harry Muskee waaronder Daniël Lohues, Willy Middel, Hans La Faille, Herman Deinum, Helmig van der Vegt, Erwin Java, Eelco Gelling, Johan Derksen en Douwien Oosterhof-Muskee. Alles bij elkaar geeft dat dieper inzicht in zijn en hun leven en werken. Het boek is daarmee uitgegroeid tot popgeschiedenis tegen de achtergrond van veel grote maatschappelijke ontwikkelingen. Van Gorcumgeb - 356 blz
kunst
Jan Cremer, Wim van der Linden
Working class hero
Schrijver en beeldend kunstenaar Jan Cremer (1940) stamt van vaderszijde uit een familie van hoefsmeden en beroepsmilitairen uit Pruisen en Hessen, zijn moeders familie is afkomstig uit Hongarije. Korte tijd volgde hij een opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunst in Arnhem. Als schilder kreeg hij snel erkenning met zijn 'peinture barbarisme', intussen reist hij veel en woont overal. In het najaar van 1963 zwerven Jan Cremer en Wim van der Linden ieder weekend samen door Amsterdam. Wim van der Linden heeft een hok met een donkere kamer op Kattenburg, Jan Cremer heeft al een gezin en woont in de Jodenhouttuinen. De huizen die ze daar bewonen, zijn allang gesloopt. Amsterdam in 1963 is een stad in doodsnood. Het is alles sloop en verval. In die puingruwel staat Jan Cremer en kijkt hongerig in de lens. Op zijn drieëntwintigste heeft Jan Cremer een heel leven achter de rug, maar ondanks zijn successen als schilder is hij arm gebleven en noodgedwongen werkt hij in de haven. De Cremer die Wim van der Linden vastlegt, is hard op weg om van 'working class' tot 'working class hero' uit te groeien. Op alle foto's die Wim van der Linden in 1963 van hem maakt, is hij de belichaming van het nieuwe, van de dingen die komen gaan. Het icoon van de verandering wordt de foto van Jan Cremer op zijn Harley Davidson, de coverfoto van Ik Jan Cremer, dat in 1964 verschijnt. Daarna is alles anders. Wim van der Linden en Jan Cremer zullen nog tien jaar samen optrekken. Tussen 1963 en 1969 maakt hij zo'n duizend foto's van Jan Cremer, waarvan het grootste deel zich bevindt in het archief van Cremer. In dit boek zijn 80 door Jan Cremer uitgekozen foto's verzameld. Ze geven niet alleen een beeld van Jan Cremer, maar ze zijn ook een monument voor de vriendschap van twee kunstenaars, de schrijver en de fotograaf. d'Jongehonding - 96 blz


