Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Geschiedenis/Vredesmacht in Libanon
Ben Schoenmaker
Vredesmacht in Libanon
De Nederlandse deelname aan UNIFIL 1979-1985
€ 45,00 Oorspronkelijke prijs was: € 45,00.€ 12,50Huidige prijs is: € 12,50.
In 2004 was het vijfentwintig jaar geleden dat de Nederlandse regering een pantserinfanteriebataljon ter beschikking stelde aan de Verenigde Naties om deel te nemen aan de vredesmissie van de United Nations Interim Force in Libanon in het Midden-Oosten. De uitzending heeft uiteindelijk ruim zes jaar geduurd. Aan de ontplooiing van het Nederlandse contingent was een langdurige en moeizame politieke discussie voorafgegaan. Voor de eerste keer in de geschiedenis nam Nederland op grote schaal deel aan een vredesbewarende operatie van de VN, waarbij in totaal bijna 9000 militairen terechtkwamen in de gewelddadige problematiek van Zuid Libanon en de Israëlische invasie van juni 1982.
Gerelateerde producten
geschiedenis
Arthur ten Cate
Waarnemers op heilige grond
Buiten het oog van het grote publiek stuurt Nederland al bijna vijftig jaar (sinds 1956) beroepsofficieren van de landmacht, luchtmacht en marine naar de VN-waarnemingsmissie UNTSO (United Nations Truce Supervision Organization) in het Midden-Oosten. Deze Nederlandse militairen zijn al die tijd ooggetuigen geweest van het Israëlisch-Arabische conflict. Waarnemers op heilige grond vertelt de feiten en achtergronden van het slepende conflict in het Midden-Oosten door de ogen van deze Nederlandse officieren. Het beschrijft wat zij zagen en meemaakten, waarover zij rapporteerden aan de Veiligheidsraad in New York en hoe zij een bijdrage leverden aan de pogingen van de internationale gemeenschap om het conflict in te dammen en op te lossen. Boom232 blz
geschiedenis
Sporen in de modder
Als in november 1918 de wapenstilstand ingaat, blijkt dat het buurtspoorwegennetwerk aan beide zijden van het front zeer sterk is uitgebreid. Hier en daar blijven nog stille getuigen van die bovenmenselijke transportinspanning voor het vervoer van troepen en van bepaalde bevoorradingsmiddelen die met de tram of buurtspoorwegen zijn aangevoerd. De tram speelt in de hoofden van de militairen vóór 1914 nauwelijks een rol. Bij de mobilisatie en vooral bij de aftocht naar de versterkte vesting Antwerpen wordt er zorg gedragen voor het verbinden van de verschillende netten en wordt er zo goed als mogelijk rollend materieel uit de handen van de invaller gehouden. Als het Belgische leger begin oktober 1914 terugplooit op Oostende en nadien de stelling achter de IJzer inneemt, speelt de tram een zeer belangrijke rol voor de afvoer van troepen die zich terugtrekken voor de Duitsers. Vrij snel rijpt in de hoofden van de militairen, zowel als de trammaatschappijen dat er werk aan de winkel is. 'Sporen in de modder' vertelt het verhaal van de tram in oorlogstijd. Van de spoorwegen is bekend dat ze tijdens de Eerste Wereldoorlog een belangrijke rol hebben gespeeld in de bevoorrading van het front. Veel minder bekend is dat ook een relatief bescheiden transportmiddel als de trams een groot deel van de bevoorrading en de troepentransport voor zijn rekening nam. Dat had niet alleen te maken met de aanwezigheid van een uitgebreid tramnetwerk in België. Door de aanhoudende bombardementen was het wegennet soms zo grondig verwoest dat terugvallen op trams en smalspoor de enige werkbare oplossing bleek. 'Sporen in de modder' vult een lacune in de kennis van de spoorweggeschiedenis en beperkt zich daarbij niet tot droge feiten en cijfers, maar brengt ook de lotgevallen van trambestuurders en hun passagiers onder de aandacht. Een onmisbaar werk voor iedereen die geïnteresseerd is in militaire geschiedenis. Snoeckgeb - 120 blz
geschiedenis
K. de Jong Ozn.
Gods eer zij ’t merk van al uw werk
'De Geschiedenis van het Friesch Dagblad' kan worden omschreven als de biografie van een krant (verschijnend sinds 1903). In dit tweede deel wordt de periode 1935-1971 behandeld: de tijd van de economische crisis van de jaren dertig en het leiderschap van Colijn, de Tweede Wereldoorlog en de onderduik van het Friesch Dagblad, het verlies van 'ons Indië', de Nieuw-Guinea kwestie en de grote maatschappelijke omwenteling van de jaren zestig. Het is de tijd waarin Hendrik Algra – antirevolutionair in hart en nieren, lid van de Eerste Kamer en schrijver van vele boeken – de markante hoofdredacteur van het Friesch Dagblad is en zijn stempel op de krant drukt. Net als het voorafgaande deel biedt Deel II een boeiend verhaal over een veranderende wereld, gezien door de ogen van Friese gereformeerden en antirevolutionairen. Bijzondere aandacht is er voor de gebeurtenissen in Friesland en de parlementaire geschiedenis van Nederland. K. de Jong Ozn. (Drachten 1926-Sneek 2011) studeerde Geschiedenis en Nederlands aan de Vrije Universiteit. Hij was achtereenvolgens leraar in Dokkum, rector in Goes en Amersfoort, staatssecretaris van onderwijs (kabinetten Den Uyl en Van Agt 1) en voorzitter van de Unie voor Christelijk Onderwijs. Hij was tien jaar columnist van Het Buitenhof en de Haagsche Courant en schreef lange tijd voor het Centraal Weekblad en het Friesch Dagblad over politiek, onderwijs en literatuur. Hij publiceerde een aantal dichtbundels, een bundel novellen alsook een boek over de geschiedenis van de Unie voor Christelijk Onderwijs (Een verhaal dat verder gaat, 1999). In 2003 verscheen het eerste deel van zijn geschiedenis van het Friesch Dagblad onder de titel Zij zullen het niet hebben. Bornmeergeb - 509 blz
geschiedenis
Jan-Willem van den Braak
Spion tegen Churchill
'Spion tegen Churchill' is het verslag van een zoektocht naar de in vergetelheid geraakte Jan Willem ter Braak, die voor de Duitsers in Engeland spioneerde en die in 1941 doodgeschoten in een kelder in Cambridge werd gevonden. Met behulp van bronnen en informatie van nabestaanden wordt de vooroorlogse jeugd van de spion in Noordwijk aan Zee en de nasleep die zijn dood had, uit de doeken gedaan. Tot de vele fascinerende ontdekkingen in het leven van de spion behoort, dat zijn vader in de Eerste Wereldoorlog in Duitsland gearresteerd werd voor spionage, dat MI5 pas na de oorlog de ware identiteit van Ter Braak wist te achterhalen en dat hij een halfbroer had die een beruchte oorlogsmisdadiger was. Uit het inmiddels openbare MI5-dossier blijkt dat Ter Braak niet als enige in Engeland aan land werd gebracht om te spioneren voor Hitler-Duitsland maar wel de enige die aan arrestatie wist te ontkomen en uiteindelijk in wanhoop zelfmoord pleegde. De belangrijkste vraag is wat Ter Braak precies in Engeland heeft gedaan, waarbij onderbouwd wordt dat hij wellicht een aanslag op Churchill voorbereidde. Zo komt deze vergeten spion eindelijk terug uit de mist, waarin hij driekwart eeuw geleden verdween. Amsterdam University Presspap - 224 blz