Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Geschiedenis/Indië boeken/Vaarwel, kameraad
Vaarwel, kameraad!’ verscheen na het overlijden van de auteur. Naast de laatste verhalen bevat dit deel ook de herdenkingstoespraak van kolonel Habraken van het Veteraneninstituut.
Gerelateerde producten
geschiedenis

D.J. van de Kaa
De leden van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
Vanaf de oprichting van de Akademie van Wetenschappen in 1808 tot 1 januari 2008 kregen 2820 beoefenaren van de wetenschap of de schone kunsten het bericht dat hun verdiensten erkenning hadden gevonden door een benoeming in dit geleerd genootschap. Of dat bericht nu per trekschuit, koerier te paard, postkoets, (brom)fiets, vliegtuig, telefoon, of e-mail werd overgebracht, het zal veruit de meeste ontvangers met trots en blijdschap hebben vervuld. Wie waren de geleerden, en eerder ook kunstenaars, wie de eer van een benoeming in dit prestigieuze gezelschap ten deel is gevallen? In dit boek zijn alle namen van leden, zowel de Nederlanders als de buitenlanders terug te vinden, met vermelding van datum en categorie van benoeming en vakgebied. Cultuurhistorisch belangwekkende informatie. Voor talrijke families en personen zal het, bovendien, informatief en verhelderend zijn te weten wie er naast hun eigen verwant of bekende nog meer samen met Ludwig van Beethoven, Albert Einstein, Johan Huizinga, Piet Lieftinck, Heike Kamerlingh Onnes, Max Planck, Ary Scheffer, en Jan Tinbergen in de ledenlijst voorkomen. Kern van het boek vormt een, demografisch getinte, analyse van het ledenbestand van de Koninklijke Akademie. Nagegaan wordt hoe de omvang van het bestand in de loop van twee eeuwen varieerde, welke categorieën leden werden onderscheiden, waar ze geboren waren, wat hun gemiddelde leeftijd bij benoeming en overlijden was, waar ze woonden, en waar ze stierven. Ook hun gemiddelde levensverwachting op 50-jarige leeftijd is berekend en is, omdat het overwegend mannen waren, vergeleken met de manlijke bevolking van Nederland als geheel. Ingegaan wordt bovendien op het vergrijzingsaspect dat voor zoveel verenigingen en organisaties een probleem lijkt te vormen. Daartoe worden de effecten van verschillende rekruteringsstrategieën met elkaar vergeleken. Het boek is instructief voor hen die enige tijd de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor een vereniging of genootschap dragen. De bevindingen zijn ook relevant voor de in de samenleving fel gevoerde discussie over de vraag: Hoe lang mogen en kunnen verschillende groepen mensen maatschappelijk actief zijn en, wellicht ook, dienen ze arbeid productief te blijven? Binnen de Akademie kan de studie bijdragen tot het telkens opnieuw actuele onderwerp: Hoe het genootschap, als het voornaamste adviesorgaan van de regering over wetenschappelijke aangelegenheden, het best geïnformeerd, internationaal georiënteerd en gezaghebbend te houden?geschiedenis

K. de Jong Ozn.
Gods eer zij ’t merk van al uw werk
'De Geschiedenis van het Friesch Dagblad' kan worden omschreven als de biografie van een krant (verschijnend sinds 1903). In dit tweede deel wordt de periode 1935-1971 behandeld: de tijd van de economische crisis van de jaren dertig en het leiderschap van Colijn, de Tweede Wereldoorlog en de onderduik van het Friesch Dagblad, het verlies van 'ons Indië', de Nieuw-Guinea kwestie en de grote maatschappelijke omwenteling van de jaren zestig. Het is de tijd waarin Hendrik Algra ? antirevolutionair in hart en nieren, lid van de Eerste Kamer en schrijver van vele boeken ? de markante hoofdredacteur van het Friesch Dagblad is en zijn stempel op de krant drukt. Net als het voorafgaande deel biedt Deel II een boeiend verhaal over een veranderende wereld, gezien door de ogen van Friese gereformeerden en antirevolutionairen. Bijzondere aandacht is er voor de gebeurtenissen in Friesland en de parlementaire geschiedenis van Nederland. K. de Jong Ozn. (Drachten 1926-Sneek 2011) studeerde Geschiedenis en Nederlands aan de Vrije Universiteit. Hij was achtereenvolgens leraar in Dokkum, rector in Goes en Amersfoort, staatssecretaris van onderwijs (kabinetten Den Uyl en Van Agt 1) en voorzitter van de Unie voor Christelijk Onderwijs. Hij was tien jaar columnist van Het Buitenhof en de Haagsche Courant en schreef lange tijd voor het Centraal Weekblad en het Friesch Dagblad over politiek, onderwijs en literatuur. Hij publiceerde een aantal dichtbundels, een bundel novellen alsook een boek over de geschiedenis van de Unie voor Christelijk Onderwijs (Een verhaal dat verder gaat, 1999). In 2003 verscheen het eerste deel van zijn geschiedenis van het Friesch Dagblad onder de titel Zij zullen het niet hebben.geschiedenis

K. de Jong Ozn.
Zij zullen het niet hebben
'Zij zullen het niet hebben' verscheen ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van het Friesch Dagblad en is in opdracht van de krant geschreven. Het gaat uit van het nieuws dat de krant in de loop der jaren bracht. Met de krantenleggers als basis zag de K. de Jong Ozn. het als zijn belangrijkste opgave te verhalen wat werd gezien als nieuws en hoe dat werd beoordeeld. Dit deel behandelt de periode 1903-1935. Het Friesch Dagblad was toen nog een antirevolutionaire krant die het nieuws beschreef en beoordeelde vanuit het gedachtegoed van Abraham Kuyper op wiens initiatief het Friesch Dagblad is opgericht. Met de geschiedenis van deze unieke krant krijgt de lezer ook een beeld van de geschiedenis van de wereld, Nederland en Friesland in deze periode.geschiedenis

Franz Fühmann
De jodenauto
'De jodenauto' is een autobiografische en ongeëvenaarde beschouwing van de psychologie van het nationaalsocialisme. Elk verhaal laat een snapshot zien van een persoonlijk en historisch keerpunt in het leven van de verteller, beginnend met het antisemitisme in zijn kindertijd, en eindigend in de verwerping van de nazi-ideologie en de terugkeer naar het andere Duitsland - de DDR. Dit boek laat zien hoe beïnvloedbaar een mens is. De hoofdpersoon en schrijver van dit boek slaagt er in, iedere keer weer, om door het gedrag en de woorden van anderen heen te kijken en in te zien wat er niet klopt. Steeds trekt hij een eigen conclusie. Het is een lange weg geweest, een weg die hij in deze verhalen in perioden verdeelt. Het is een boek waar het verhaal en hetgeen verteld moet worden belangrijker is dan de stijl.Recensie
'Je moet dit tussen naslagwerk en fictie laverende boek lezen om de volle kracht en de wreedheid van die laatste weken te begrijpen' ' Der TagesspiegelOver de auteur
