Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Geschiedenis/Tweehonderd jaar koninkrijk
Tweehonderd jaar terug in het verleden. Het lijkt lang, maar slechts drie grootmoeders of grootvaders overbruggen die tijd. Hoe zag het leven er uit, twee eeuwen geleden? Wat veranderde er in de loop der tijd? Geen makkelijk te beantwoorden vragen, want in tweehonderd jaar zitten veel feiten en beelden. In ‘Tweehonderd jaar Koninkrijk’ gaat het om die beelden. Want beelden geven de drie grootmoeders of grootvaders een gezicht. Alles wat je ziet, stamt uit de Atlas van Stolk. Deze collectie gaat over de Nederlandse geschiedenis en bevat een kwart miljoen afbeeldingen. Deze laten zien hoe we wortelen in onze omgeving. En hoe we leven met de mensen om ons heen.
Gerelateerde producten
geschiedenis

Jo Tollebeek
Een slapeloos doordenken van alle dingen
Onze omgang met de geschiedenis berust niet op een goed geordend geheel van heldere en rationele opvattingen. Hij steunt op een wirwar van beelden en van herinneringen, die voortdurend voortwoekeren. Wij hechten ons aan voorwerpen die het verleden in zijn bruutheid laten ervaren, als een 'echte' (zij het voorbije) werkelijkheid. Maar wij kennen ook de ontnuchtering: al deze voorwerpen blijken zo vaak kopieën en vervalsingen te zijn. Zo is het ook met de uiteenlopende praktijken waarin onze omgang met het verleden vorm krijgt. Zij worden beheerst door ongrijpbare passies en politieke ficties. Over het verleden schrijven wij in vele varianten. De begrippen die wij daarbij gebruiken, verduidelijken de geschiedenis, maar zij leiden ons ook binnen in een labyrint dat ons geen uitweg biedt. En als wij het verleden willen laten herrijzen, in monumenten of optochten, reconstrueren wij het op een eclectische wijze. In 'Een slapeloos doordenken van alle dingen' gaat het om de manier waarop de adel zichzelf een verleden schept, om de stormachtige familie die de historici vormen, om de lessen in de vaderlandse geschiedenis die de jonge Wilhelmina kreeg, om de droom van de Renaissance die geschiedschrijvers als Michelet, Burckhardt en Huizinga koesterden, en om nog veel meer. Telkens weer blijkt dat de geschiedenis chaos in het hoofd is ? een rammelend geheugen, dat niet redeneert, maar associeert.geschiedenis

D.J. van de Kaa
De leden van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
Vanaf de oprichting van de Akademie van Wetenschappen in 1808 tot 1 januari 2008 kregen 2820 beoefenaren van de wetenschap of de schone kunsten het bericht dat hun verdiensten erkenning hadden gevonden door een benoeming in dit geleerd genootschap. Of dat bericht nu per trekschuit, koerier te paard, postkoets, (brom)fiets, vliegtuig, telefoon, of e-mail werd overgebracht, het zal veruit de meeste ontvangers met trots en blijdschap hebben vervuld. Wie waren de geleerden, en eerder ook kunstenaars, wie de eer van een benoeming in dit prestigieuze gezelschap ten deel is gevallen? In dit boek zijn alle namen van leden, zowel de Nederlanders als de buitenlanders terug te vinden, met vermelding van datum en categorie van benoeming en vakgebied. Cultuurhistorisch belangwekkende informatie. Voor talrijke families en personen zal het, bovendien, informatief en verhelderend zijn te weten wie er naast hun eigen verwant of bekende nog meer samen met Ludwig van Beethoven, Albert Einstein, Johan Huizinga, Piet Lieftinck, Heike Kamerlingh Onnes, Max Planck, Ary Scheffer, en Jan Tinbergen in de ledenlijst voorkomen. Kern van het boek vormt een, demografisch getinte, analyse van het ledenbestand van de Koninklijke Akademie. Nagegaan wordt hoe de omvang van het bestand in de loop van twee eeuwen varieerde, welke categorieën leden werden onderscheiden, waar ze geboren waren, wat hun gemiddelde leeftijd bij benoeming en overlijden was, waar ze woonden, en waar ze stierven. Ook hun gemiddelde levensverwachting op 50-jarige leeftijd is berekend en is, omdat het overwegend mannen waren, vergeleken met de manlijke bevolking van Nederland als geheel. Ingegaan wordt bovendien op het vergrijzingsaspect dat voor zoveel verenigingen en organisaties een probleem lijkt te vormen. Daartoe worden de effecten van verschillende rekruteringsstrategieën met elkaar vergeleken. Het boek is instructief voor hen die enige tijd de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor een vereniging of genootschap dragen. De bevindingen zijn ook relevant voor de in de samenleving fel gevoerde discussie over de vraag: Hoe lang mogen en kunnen verschillende groepen mensen maatschappelijk actief zijn en, wellicht ook, dienen ze arbeid productief te blijven? Binnen de Akademie kan de studie bijdragen tot het telkens opnieuw actuele onderwerp: Hoe het genootschap, als het voornaamste adviesorgaan van de regering over wetenschappelijke aangelegenheden, het best geïnformeerd, internationaal georiënteerd en gezaghebbend te houden?geschiedenis

Jaco Berveling
Op het tweede gezicht
Het 'lezen' van andermans gezicht is zo oud als de mensheid: wij verbinden uiterlijk automatisch aan innerlijke kwaliteiten. Hoe interpreteer je bijvoorbeeld dicht bij elkaar staande ogen? Flaporen? Doorlopende wenkbrauwen? In de achttiende eeuw werd voor het eerst geprobeerd de relatie tussen gezicht en karakter een wetenschappelijke basis te geven. De daaruit ontstane schedel- en gelaatkunde werd razend populair, ook in Nederland. Als je wist waar je op moest letten kon je aan iemands gezicht aflezen of die betrouwbaar was of juist niet, driftig, moedig, koppig of meegaand. 'Op het tweede gezicht' is een fascinerende geschiedenis van 'mensenkijken' en mensenkennis door de eeuwen heen. Jaco Berveling deed uitvoerig literatuuronderzoek naar de inmiddels vergeten schedel- en gelaatkunde en legt verbanden met hedendaagse psychologische onderzoeken. De auteur sprak diverse wetenschappers en bestudeerde bijzondere collecties in binnen- en buitenland. Ook liet hij zijn eigen gezicht door een 'gediplomeerde' gelaatkundige analyseren.geschiedenis
