Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Geschiedenis/Terpen in Friesland, een inleiding
De Friese terpen zijn de neerslag van meer dan twee millennia cultuurgeschiedenis. De terpnederzettingen zijn vele eeuwen oud en van sommige gaat de geschiedenis zelfs terug tot vóór het ontstaan van het Romeinse rijk. De terpen vertellen een belangrijk gedeelte van de Friese geschiedenis. Nog steeds zijn ze – alle afgravingen ten spijt – bepalend voor het landschap in Noord Friesland. Hoewel we al heel veel weten, zijn er toch altijd nog vragen rond de geschiedenis van de Friese terpen. ‘Terpen in Friesland’ is een overzicht van wat wij weten en probeert antwoord te geven op de vele vragen die er nog zijn.
Gerelateerde producten
geschiedenis

Peter Karstkarel
Dag, mijn lieve moeder
Al bijna een decennium lang zijn Peter en Klaske Karstkarel bezig met het in kaart brengen van de grafcultuur in Friesland. Ontroerende aanleiding daarvoor was de vondst van een kleine grafsteen op het kerkhofje van Brongerga, met daarop in eenvoudige letters 'Dag, mijn lieve moeder'. Het zerkje gaf geen naam en geen datum prijs, het was een graf voor iedere moeder en van alle tijden. Sinds die dag hebben ze ruim 480 kerkhoven en begraafplaatsen en honderden kerken in Friesland bezocht. Met als resultaat een imposant verslag in boekvorm van hun jarenlange graventocht. In maar liefst 26 rijk geïllustreerde hoofdstukken besteden de Karstkarels allereerst aandacht aan de prehistorie, met onder meer sarcofagen en dekstenen, de latere gotische zerken en uiteraard de trots van de Friese cultuurgeschiedenis: de renaissancezerken van grote meesters. Daarna wordt de funeraire cultuur buiten de kerken uitgebreid besproken en in beeld gebracht. Te beginnen met het verbod om in de kerken te begraven en de verplichting om begraafplaatsen buiten de bebouwde kom te stichten. Vervolgens komen familiebegraafplaatsen van de elite, de grafkelders en gravenvelden voor deze maatschappelijke klasse aan de orde en volgt een zeer ruim overzicht van Friese kerkhoven en begraafplaatsen. Van algemene tot katholieke en joodse, maar ook de laatste rustplaatsen van dieren. Een opmerkelijk hoofdstuk is gewijd aan bijzondere voorbeelden van grafpoëzie. Die soms een glimlach opwekken, tot vertedering leiden of juist tot nadenken stemmen. En emotie is er ook in andere vormen. Zoals bij het lezen van in steen gebeitelde drama's. Ouders die hun kinderen verloren, schaatsongevallen, schipbreukelingen, slachtoffers van oorlogshandelingen. 'Dag, mijn lieve moeder' neemt de lezer mee op een ontroerende reis kriskras door de provincie. Een reis die geen eindpunt kent, maar juist het begin is van een indrukwekkende kennismaking met de grafcultuur in Friesland.geschiedenis

Jo Tollebeek
Een slapeloos doordenken van alle dingen
Onze omgang met de geschiedenis berust niet op een goed geordend geheel van heldere en rationele opvattingen. Hij steunt op een wirwar van beelden en van herinneringen, die voortdurend voortwoekeren. Wij hechten ons aan voorwerpen die het verleden in zijn bruutheid laten ervaren, als een 'echte' (zij het voorbije) werkelijkheid. Maar wij kennen ook de ontnuchtering: al deze voorwerpen blijken zo vaak kopieën en vervalsingen te zijn. Zo is het ook met de uiteenlopende praktijken waarin onze omgang met het verleden vorm krijgt. Zij worden beheerst door ongrijpbare passies en politieke ficties. Over het verleden schrijven wij in vele varianten. De begrippen die wij daarbij gebruiken, verduidelijken de geschiedenis, maar zij leiden ons ook binnen in een labyrint dat ons geen uitweg biedt. En als wij het verleden willen laten herrijzen, in monumenten of optochten, reconstrueren wij het op een eclectische wijze. In 'Een slapeloos doordenken van alle dingen' gaat het om de manier waarop de adel zichzelf een verleden schept, om de stormachtige familie die de historici vormen, om de lessen in de vaderlandse geschiedenis die de jonge Wilhelmina kreeg, om de droom van de Renaissance die geschiedschrijvers als Michelet, Burckhardt en Huizinga koesterden, en om nog veel meer. Telkens weer blijkt dat de geschiedenis chaos in het hoofd is ? een rammelend geheugen, dat niet redeneert, maar associeert.geschiedenis

Fik Meijer
Schoonheid voor het oprapen
Zegevierende veldheren namen de fraaiste beelden mee naar Rome en toonden die in triomftochten aan het volk. Bij bepaalde senatoren ging hebzucht boven staatsbelang. Sommigen moesten zich daarvoor zelfs bij de rechtbank verdedigen. De beruchtste Romeinse kunstrover is Gaius Verres, van wie Cicero een onthutsend beeld schetst. De Romeinse elite betaalde grof voor Griekse kunstobjecten. Sommige collecties waren beroemd. Talloze voorwerpen werden per schip naar Rome gebracht, maar een aantal heeft zijn bestemming nooit bereikt. Onderzoekingen op de zeebodem vertellen verhalen over exorbitant dure sculpturen, maar ook over gemengde ladingen met kunst voor liefhebbers met een kleine beurs. Het Romeinse rijk ging ten onder, maar de praktijken van toen keerden terug. Napoleon bracht roofkunst uit Italië naar het Louvre. Kunstenaars, architecten en gefortuneerde liefhebbers kochten vazen en beelden in Italië en Griekenland — en overschreden daarbij soms de grenzen van het betamelijke. De discussie over ‘kunstrovers’ gaat door tot op de dag van vandaag.geschiedenis
