Stijl
Bijzonder aanwinsten van de Koninklijke Bibliotheek tijdens het directoraat van Wim van Drimmelen
€ 35,00 Oorspronkelijke prijs was: € 35,00.€ 12,50Huidige prijs is: € 12,50.
Wim van Drimmelen nam na 17 jaar afscheid als bibliothecaris van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Ter gelegenheid daarvan is ‘Stijl’ samengesteld met een overzicht van een zestigtal bijzondere aanwinsten uit Van Drimmelens periode als directeur van de nationale bibliotheek. Daarin komen tal van opmerkelijke boeken en handschriften voor het voetlicht. Oud en nieuw, extreem zeldzaam en kostbaar, of heel gewoon, maar altijd om een speciale reden uitzonderlijk en verleidelijk.
Gerelateerde producten
kunst

Jan Cremer, Wim van der Linden
Working class hero
Schrijver en beeldend kunstenaar Jan Cremer (1940) stamt van vaderszijde uit een familie van hoefsmeden en beroepsmilitairen uit Pruisen en Hessen, zijn moeders familie is afkomstig uit Hongarije. Korte tijd volgde hij een opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunst in Arnhem. Als schilder kreeg hij snel erkenning met zijn 'peinture barbarisme', intussen reist hij veel en woont overal. In het najaar van 1963 zwerven Jan Cremer en Wim van der Linden ieder weekend samen door Amsterdam. Wim van der Linden heeft een hok met een donkere kamer op Kattenburg, Jan Cremer heeft al een gezin en woont in de Jodenhouttuinen. De huizen die ze daar bewonen, zijn allang gesloopt. Amsterdam in 1963 is een stad in doodsnood. Het is alles sloop en verval. In die puingruwel staat Jan Cremer en kijkt hongerig in de lens. Op zijn drieëntwintigste heeft Jan Cremer een heel leven achter de rug, maar ondanks zijn successen als schilder is hij arm gebleven en noodgedwongen werkt hij in de haven. De Cremer die Wim van der Linden vastlegt, is hard op weg om van 'working class' tot 'working class hero' uit te groeien. Op alle foto's die Wim van der Linden in 1963 van hem maakt, is hij de belichaming van het nieuwe, van de dingen die komen gaan. Het icoon van de verandering wordt de foto van Jan Cremer op zijn Harley Davidson, de coverfoto van Ik Jan Cremer, dat in 1964 verschijnt. Daarna is alles anders. Wim van der Linden en Jan Cremer zullen nog tien jaar samen optrekken. Tussen 1963 en 1969 maakt hij zo'n duizend foto's van Jan Cremer, waarvan het grootste deel zich bevindt in het archief van Cremer. In dit boek zijn 80 door Jan Cremer uitgekozen foto's verzameld. Ze geven niet alleen een beeld van Jan Cremer, maar ze zijn ook een monument voor de vriendschap van twee kunstenaars, de schrijver en de fotograaf. d'Jongehonding - 96 blz
kunst

Jan van der Kooi
Jan van der Kooi werd geboren in 1957 (Bedum) en studeerde aan Academie Minerva in Groningen. De onderwerpen voor zijn werk zoekt hij in zijn eigen omgeving. Zijn schilderijen concentreren zich heel sterk op de kleuren van het licht - zonlicht, strijklicht, tegenlicht. Gefilterd of tegengehouden of omgebogen door glas, vitrage, ijzel. Of licht zoals weerkaatst vallend op een vloer. 'Het zijn', zegt Jan van der Kooi, 'studies in wit'. Als tekenaar excelleert Van der Kooi met zijn studies van allerhande dieren. Doorgaans uitgevoerd in krijt zijn zij zo overtuigend en zo levensecht dat je soms bijna zou vergeten dat het 'slechts' om tekeningen gaat. Naast Van der Kooi's dierstudies verdienen vooral zijn Hollandse landschappen - meestal uitgevoerd met penseel en gewassen inkt - speciale vermelding. Hij verstaat daarbij de kunst van het weglaten en weet licht in zijn werk te brengen. Een lange constante in Van der Koois oeuvre zijn verder zijn zelfportretten. Misschien is er na Rembrandt geen kunstenaar die het eigen gezicht zozeer tot inzet van studie heeft gemaakt. Jan van der Kooi kan het af zonder eigen galerie, gaat zonder trommels en trompetten door het leven en exposeert slechts eens in de vijf jaar, maar wordt desondanks gezien als de beste tekenaar van dit moment.
PAP - 174 blz
kunst

Jeroen Goudeau
Jan Stuyt
In de jaren negentienvijftig reden wij soms in het weekeinde met het hele gezin in de auto door het land, meestal voor familiebezoek in Den Haag. Vader en moeder voorin, de drie kinderen op de achterbank. Soms klonk opeens van de voorbank: 'Kijk, daar staat een kerk van je grootvader.' Dat kon zijn bij het passeren van Harmelen of bij het rijden over Lisse en Hillegom. Of als we op vakantie gingen en we via Valkenswaard naar het zuiden reden. Het ging dan altijd over kerken, niet over ziekenhuizen, woningen of andere gebouwen. Die kerken waren blijkbaar zodanig gesitueerd dat je ze van een afstand kon zien. De grootste verrassing overkwam me toen wij een keer ogenschijnlijk zomaar stil stonden in een straat in Haarlem, een onopvallende straat met rijtjeshuizen zonder voortuin, niet ver van de kathedraal. 'Waarom staan we hier stil?' Er kwam geen antwoord. Opeens zag ik het straatnaambord: 'Jan Stuytstraat, opzichter van de bouw van de kathedraal'. Zoiets vergeet een twaalfjarige jongen heel zijn leven niet meer. Grootvader Jan Stuyt, de architect, overleed zestien jaar voordat ik werd geboren. Er is meer documentatie over deze grootouder dan over de andere drie samen: een archief, foto's, artikelen, boeken, een pastel door Antoon van Welie en andere portretten, en zelfs een pagina op Wikipedia. Ik zou nog wel eens een artikel willen lezen over hem als verzamelaar van kunst - hij bezat een prachtige collectie, die met niets was begonnen en met een deskundig oog in korte tijd is verzameld. Het geeft me een bijzondere emotie wanneer ik als priester de sacramenten bedien in een kerk van mijn grootvader. NKSgeb - 237 blz
kunst
