Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Non-Fictie/Biografieën/Scènes uit mijn eigen draaiboek
Nouchka van Brakel
Scènes uit mijn eigen draaiboek
€ 24,99 Oorspronkelijke prijs was: € 24,99.€ 9,90Huidige prijs is: € 9,90.
Nouchka van Brakel was de eerste vrouwelijke regisseur van Nederland die met haar films een groot publiek wist te bereiken. En het is niet toevallig dat vrouwen in vrijwel al haar films een centrale rol spelen: ze was vanaf de vroege jaren zeventig actief als Dolle Mina in de vrouwenbeweging en ze bleef het feminisme trouw, ook toen anderen dachten dat de emancipatie voltooid was. Van Brakel besloot haar herinneringen op schrift te stellen voor haar kleinzoon, herinneringen aan de totstandkoming van haar films en aan de mensen, de reizen en de boeken die haar inspireerden. ‘Scènes uit mijn eigen draaiboek’ is de neerslag van een creatief en geëngageerd bestaan, een boek dat laat zien hoeveel er nog is om voor op de barricades te klimmen.
Gerelateerde producten
muziek
Niek Nelissen
Willem van Otterloo
Willem van Otterloo was één van de vier belangrijkste Nederlandse dirigenten van de twintigste eeuw. Als componist liet hij een klein maar verfijnd oeuvre na. Zijn bekendste werk is de Symphoniëtta (1943), die behoort tot de meest gespeelde Nederlandse composities. Van Otterloo's levensverhaal geeft een interessant tijdsbeeld van het muziekleven tussen 1928 en 1978. Hij begon zijn loopbaan als tutticellist in het Utrechts Stedelijk Orkest. Een compositieprijsvraag van het Concertgebouw in 1932 bleek bepalend voor zijn toekomst. De orkestsuite die hij instuurde, werd bekroond met de eerste prijs en hij mocht de uitvoering door het Concertgebouworkest zelf dirigeren. Het USO stelde hem in 1934 aan als tweede en in 1937 als eerste dirigent. Hij bleef aan toen het USO in 1943 werd ingezet bij de Europasender, een Duitse propagandazender. Dit kwam hem na de bevrijding te staan op een veroordeling door de Ereraad voor de muziek.In 1949 werd Van Otterloo eerste dirigent van het Residentie Orkest, dat hij bijna een kwart eeuw leidde. Het Haagse orkest ging met hem een ongekende bloeitijd tegemoet. In 1950 werd hij een van de vaste dirigenten van het nieuwe platenlabel van Philips, dat hem behalve met het RO opnamen liet maken in Berlijn, Parijs en Wenen. De vele Philips-lp's droegen bij tot zijn internationale reputatie. Na het overlijden van Eduard van Beinum in 1959 werd algemeen verwacht dat hij diens opvolger zou worden bij het Concertgebouworkest. De keuze viel echter op Bernard Haitink en Van Otterloo bleef in Den Haag. In de jaren zestig kwam Van Otterloo bij het RO onder vuur te liggen door de roep om inspraak en repertoirevernieuwing. Als gastdirigent verlegde hij zijn activiteiten deels naar het buitenland. Na zijn vertrek bij het RO in 1973 werd hij chef-dirigent van het Sydney Symphony Orchestra. In 1978 overleed hij in Australië bij een verkeersongeval.Recensie: Dit vlot geschreven imposante boek is een handelsuitgave van een academisch proefschrift over de introverte levens- en musiceerstijl van een van Nederlands bekende orkestleiders met een interessant tijdsbeeld (1933-1978). Zelf voortgekomen uit de orkestpraktijk stond hij als vaste dirigent "op de bok" van respectievelijk het Utrechts Stedelijk Orkest en het Residentie Orkest. Ook de kronieken van beide ensembles uit die periode worden door de promovendus - muziekjournalist en leraar vwo geschiedenis - in detail beschreven. Voor diegenen die onder Van Otterloo hebben gespeeld, is dit relaas 'gefundenes Fressen'. Maar voor hen niet alleen! Het boek bevat naast talrijke bijlagen en foto's een dvd met een tweetal televisieregistraties uit respectievelijk 1963 (Gebouw K&W Den Haag, Brahms III) en 1976 (St. Bavokerk Haarlem, Beethoven IX). Het boek en de dvd zijn toonaangevend voor de onderhavige periode van het orkestbedrijf.Metagegevens • Van Gruting • Gebonden • 629 pagina’s • ISBN 9789075879407 • NUR: 660 - Muziek algemeen • Genre: Kunst, Muziek, Biografieën • Trefwoorden: Dirigent, Residentie Orkest, Van OtterlooOver de auteur: Niek Nelissen (1952) studeerde geschiedenis in Groningen. Hij is werkzaam als leraar aan het Stedelijk Gymnasium in Arnhem en als toetsdeskundige bij het Cito. Als muziekjournalist schreef hij een groot aantal artikelen voor muziektijdschriften en toelichtingen bij cd-uitgaven op muziekhistorisch gebied. De biografie van Willem van Otterloo is de handelsuitgave van het proefschrift dat hij in 2009 verdedigde aan de Radboud Universiteit Nijmegen.Over de uitgever: Uitgeverij Van Gruting, opgericht in 1996, legt zich toe op het uitgeven van boeken op het terrein van geschiedenis, kunstgeschiedenis, muziekgeschiedenis en literatuurgeschiedenis. Van Grutinggeb - 628 blz
non-fictie
Paul P.J. Overvoorde
Als het maar tot iets leidt?
Erfgoedzorg wordt geassocieerd met conservatieve, deftige heren. Dat deftige klopt wellicht, maar het eerste behoeft bijstelling: er waren ook idealisten die streefden naar een mooiere en betere wereld, met verheffing van de arbeider en de emancipatie van de vrouw. Dit geldt met name voor mr. dr. J.C. Overvoorde, een strijder op vele fronten. Deze biografie toont Overvoordes tomeloze engagement voor het veiligstellen van monumentaal erfgoed, musea en archieven, het initiëren van een monumentenwet, en voor de gelijke behandeling van de vrouw en haar emancipatie. Hij richt de Nederlandsche Oudheidkundige Bond op, met in het bestuur strijders die als jonge honden de sloop van monumenten proberen te voorkomen. Ook de rol die Overvoorde in de eerste emancipatiegolf speelt, wordt uitstekend belicht. Zijn feministisch rechtshistorisch proefschrift maakt hem bekend als voorstander van vrouwenemancipatie - hun zwaar achtergestelde positie vindt hij onaanvaardbaar voor een beschaafd land. Hij werkt even samen met Aletta Jacobs en kruist vaak de degens met Wilhelmina Drucker. Hij adviseert Annette Versluijs-Poelman, voorzitter van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, van achter de schermen. Daarnaast is hij actief als lid van de Radicalen Bond die de slechte positie van de arbeidersklasse wil verbeteren. Hij richt in die steden oudheidkundige verenigingen, een museum en verenigingen voor monumentenzorg op. In de Vereeniging van Archivarissen in Nederland werkt hij mee aan de professionalisering van het beroep en aan wetgeving. Eenmaal in Leiden benoemd zal hij als conservator, later directeur van De Lakenhal, de museumcollectie uitbreiden met werken van de Oude Leidsche meesters en de nieuwbouw van het museum realiseren. In deze vlot leesbare biografie komt een breed tijdsbeeld naar voren, waarin Overvoordes inbreng ook nog voor de huidige tijd goed onderbouwd voor het voetlicht wordt gebracht. Na enkele jaren kunstacademie studeerde Paul P.J. Overvoorde wijsbegeerte aan de Universiteit van Utrecht. Na voltooiing daarvan deed hij op uiteenlopende terreinen onderzoek, onder meer naar normatieve argumentatie. Daarnaast was hij als docent en stafmedewerker werkzaam. IJzergeb - 650 blz
mens & maatschappij
Marianne Joëls
Baanbreeksters
Welke vrouwen bereiken als eerste de top van hun beroepsgroep? Zijn het vrouwen die met een zilveren lepel in de mond geboren zijn, die alles in het werk stellen om 'De eerste' te worden? Vrouwen met een carrière die maar één richting kent, namelijk vooruit en omhoog? Het tegendeel blijkt waar. Aan de hand van gevoelvolle portretten op basis van uitvoerige gesprekken met twaalf 'eerste vrouwen' analyseert Marianne Joëls de overeenkomsten in hun omgeving, loopbaan en karakter. Ze vertellen over belangrijke momenten in hun leven: hun jeugd, hun keuzes voor een vervolgopleiding, de rol van toeval of juist planning in hun loopbaan, de mensen die hen steunden of tot voorbeeld dienden; en hun positie als vrouwelijke wegbereider. Het zijn vrouwen uit de politiek en overheid, uit de wetenschap, uit de wereld van religie, kunst en sport, en vrouwen uit het bedrijfsleven. Opvallend is dat ze niet meer kansen hebben gekregen dan een ander, maar wel van elke halve kans een heel succes hebben weten te maken. Het is een verhaal van doorzetten, optimisme, steun en geloof in een goede afloop. Prometheuspap - 288 blz
non-fictie
Herman Pleij
Met een scheef oog
Wij gaan verhuizen, begon mijn vader, alsof hij deze gedragsvorm persoonlijk had uitgevonden. Mijn moeder knikte een beetje nerveus mee. Naar de Berlaazjelaan, ging mijn vader verder, al dan niet met opzet de naam van deze gekende architect zo opsjiekend, dat er geen twijfel over kon bestaan dat we een flinke sprong voorwaarts gingen maken en nu als vanzelf in de gelederen kwamen van gebruikers van een garaazje, etaazje en etalaazje. Herinneringen. Hoe ouder je wordt, hoe meer je er hebt. En al die flarden probeer je in een zinvol verband te plaatsen om een kloppend verhaal van je leven te maken. Het schrijven van memoires is daardoor misschien wel de meest leugenachtige literatuursoort. Als gewaarschuwd man kies ik daarom in Met een scheef oog niet voor memoires, maar voor het schetsen van tijdsbeelden aan de hand van mijzelf. Vanaf mijn geboorte in de oorlog tot aan het begin van de jaren zeventig. Van 'Eet je bord leeg, weet je wel hoe het in de oorlog was?' tot aan de ontketende revoluties van de jaren zestig en zeventig door die verwende oorlogskinderen en babyboomers. Van de wederopbouw, het opgroeien in een sterk verzuilde samenleving, de woningnood, de rangen en standen in het Gooi tot de overstap naar het studentenleven in Amsterdam, het leven met jazz, tabak, seks en de revolutie aan de universiteit. En de schrijver was er in elk geval bij. Prometheusgeb - 320 blz