Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Non-Fictie/Essays/Overpeinzingen
Zadie Smith
Overpeinzingen
Zes essays
€ 10,99 € 7,90
ISBN: 9789044646931.
Bindwijze:
pap
Taal:
NL
Uitgever:
Prometheus
Auteur:
Zadie Smith
Paginas:
112
Categorieën: Non-Fictie, Essays.
“Over het jaar 2020 zullen veel boeken geschreven worden: historische, analytische en politieke werken, maar ook uitgebreide reportages. ‘Overpeinzingen’ is geen van voornoemde: het jaar is nog niet eens halverwege. Wat ik heb geprobeerd – in de stukjes en beetjes tijd waarin het jaar voorzag – is orde aan te brengen in de wirwar van gevoelens en gedachten die bij me opkwamen door alle gebeurtenissen van de afgelopen maanden. Het zijn bovenal persoonlijke essays: bescheiden per definitie, bondig uit noodzaak.”
Gerelateerde producten
muziek

Niek Nelissen
Willem van Otterloo
Willem van Otterloo was één van de vier belangrijkste Nederlandse dirigenten van de twintigste eeuw. Als componist liet hij een klein maar verfijnd oeuvre na. Zijn bekendste werk is de Symphoniëtta (1943), die behoort tot de meest gespeelde Nederlandse composities. Van Otterloo's levensverhaal geeft een interessant tijdsbeeld van het muziekleven tussen 1928 en 1978. Hij begon zijn loopbaan als tutticellist in het Utrechts Stedelijk Orkest. Een compositieprijsvraag van het Concertgebouw in 1932 bleek bepalend voor zijn toekomst. De orkestsuite die hij instuurde, werd bekroond met de eerste prijs en hij mocht de uitvoering door het Concertgebouworkest zelf dirigeren. Het USO stelde hem in 1934 aan als tweede en in 1937 als eerste dirigent. Hij bleef aan toen het USO in 1943 werd ingezet bij de Europasender, een Duitse propagandazender. Dit kwam hem na de bevrijding te staan op een veroordeling door de Ereraad voor de muziek. In 1949 werd Van Otterloo eerste dirigent van het Residentie Orkest, dat hij bijna een kwart eeuw leidde. Het Haagse orkest ging met hem een ongekende bloeitijd tegemoet. In 1950 werd hij een van de vaste dirigenten van het nieuwe platenlabel van Philips, dat hem behalve met het RO opnamen liet maken in Berlijn, Parijs en Wenen. De vele Philips-lp's droegen bij tot zijn internationale reputatie. Na het overlijden van Eduard van Beinum in 1959 werd algemeen verwacht dat hij diens opvolger zou worden bij het Concertgebouworkest. De keuze viel echter op Bernard Haitink en Van Otterloo bleef in Den Haag. In de jaren zestig kwam Van Otterloo bij het RO onder vuur te liggen door de roep om inspraak en repertoirevernieuwing. Als gastdirigent verlegde hij zijn activiteiten deels naar het buitenland. Na zijn vertrek bij het RO in 1973 werd hij chef-dirigent van het Sydney Symphony Orchestra. In 1978 overleed hij in Australië bij een verkeersongeval. Recensie: Dit vlot geschreven imposante boek is een handelsuitgave van een academisch proefschrift over de introverte levens- en musiceerstijl van een van Nederlands bekende orkestleiders met een interessant tijdsbeeld (1933-1978). Zelf voortgekomen uit de orkestpraktijk stond hij als vaste dirigent "op de bok" van respectievelijk het Utrechts Stedelijk Orkest en het Residentie Orkest. Ook de kronieken van beide ensembles uit die periode worden door de promovendus - muziekjournalist en leraar vwo geschiedenis - in detail beschreven. Voor diegenen die onder Van Otterloo hebben gespeeld, is dit relaas 'gefundenes Fressen'. Maar voor hen niet alleen! Het boek bevat naast talrijke bijlagen en foto's een dvd met een tweetal televisieregistraties uit respectievelijk 1963 (Gebouw K&W Den Haag, Brahms III) en 1976 (St. Bavokerk Haarlem, Beethoven IX). Het boek en de dvd zijn toonaangevend voor de onderhavige periode van het orkestbedrijf. Metagegevens • Van Gruting • Gebonden • 629 pagina’s • ISBN 9789075879407 • NUR: 660 - Muziek algemeen • Genre: Kunst, Muziek, Biografieën • Trefwoorden: Dirigent, Residentie Orkest, Van Otterloo Over de auteur: Niek Nelissen (1952) studeerde geschiedenis in Groningen. Hij is werkzaam als leraar aan het Stedelijk Gymnasium in Arnhem en als toetsdeskundige bij het Cito. Als muziekjournalist schreef hij een groot aantal artikelen voor muziektijdschriften en toelichtingen bij cd-uitgaven op muziekhistorisch gebied. De biografie van Willem van Otterloo is de handelsuitgave van het proefschrift dat hij in 2009 verdedigde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Over de uitgever: Uitgeverij Van Gruting, opgericht in 1996, legt zich toe op het uitgeven van boeken op het terrein van geschiedenis, kunstgeschiedenis, muziekgeschiedenis en literatuurgeschiedenis. Van Grutinggeb - 628 blz
kunst

Joris van Casteren
Het Station
Amsterdam Centraal is veel meer dan alleen een station. Het is een stad in een stad waar elke dag duizenden mensen aankomen en vertrekken, winkelen en werken. Een fascinerend bedrijf dat nooit stilstaat. Een plek vol verhalen, verwachtingen en teleurstelling. Reizigers, medewerkers, bestuurders, aannemers, passanten: allemaal hebben ze een eigen band met het station. Joris van Casteren kan als geen ander beschrijven welke mensen het station bevolken. Ogenschijnlijk terloopse gebeurtenissen krijgen in zijn reportages een cruciale betekenis. Met een onnavolgbare nieuwsgierigheid schrijft hij over de mensen die hij tegenkomt. Dit jaar bestaat het station 125 jaar, het reizen per trein 175 jaar.Recensie: Nieuwe Revu
Niet dat het [boek Het Station van Joris van Casteren] hem [mijn collega] zal overhalen de auto vaker voor tram, bus, trein, metro of pont te verruilen, die indruk heb ik niet, maar hij leert wel een nieuws stadsdeel kennen: het Centraal Station. Daarbij speelt het ov slechts een bijrol in het boek. Van Casteren is met zijn nieuwsgierige aard achter de 'bevolking' van het station aangegaan. Beveiligers, beambten van allerlei soort, loketmedewerkers, zwervers en natuurlijk degene waar het op dit knooppunt om draait: de reiziger. Anekdotisch wordt er een wereld aan weetjes voor het voetlicht gebracht en op die manier een beeld geschetst van enkele markante, belangrijke of terugkerende individuen uit de ongeveer 250.000 mensen die het station dagelijks gebruiken, er werken of zelfs wonen. Bas LubberhuizenPAP - 159 blz
non-fictie

Nina Burton
Erasmus, de ster aan Gutenbergs firmament
De uitvinding van de boekdrukkunst, halverwege de vijftiende eeuw, maakte het opeens mogelijk boeken in grote oplagen te verspreiden. Voor het eerst konden kennis en ideeën ongebreideld worden uitgedragen. Geïnspireerd door schrijvers uit de klassieke oudheid introduceerden de humanisten van de renaissance een revolutionair, onafhankelijk denken, waarbij de mens centraal stond in plaats van de kerk en de godsdienst. Met grote nieuwsgierigheid ontdekten ze de natuur en het menselijk lichaam. Wetenschappers, kunstenaars en schrijvers waren niet langer anoniem. Dankzij de boekdrukkers die zich overal in Europa vestigden, kon de mens zich bevrijden uit de greep van de middeleeuwen. Nina Burton beschrijft dit tijdperk van 'de eerste mediarevolutie' aan de hand van het leven van Erasmus (1466 - 1536). Hij was de ster aan Gutenbergs firmament, de eerste bestsellerauteur uit de geschiedenis, een man die zijn tijd ver vooruit was en in contact stond met tal van intellectuelen en kunstenaars uit zijn tijd: Thomas More, Albrecht Dürer, Hans Holbein de Jonge, Paracelsus, Maarten Luther. Burton roept in mooie zinnen en beknopte beelden – ze is ook dichteres – een schitterend tijdsbeeld op. Daarbij beperkt ze zich niet tot Erasmus' ideeën, maar beschrijft ze ook zijn dagelijks leven: van een vervaarlijke bootreis naar Engeland in zijn jonge jaren, via een triomftocht over de Rijn als gevierd schrijver tot aan zijn oude dag boven de drukkerij in Bazel. Natuurlijk gaat ze ook in op de invloed die Erasmus nog tot eeuwen na zijn dood had. Ad. Donkergeb - 352 blz
gezondheid

Florien Vaessen
Op de bank
Ziek worden van je werk. Een op de zeven werkende Nederlanders overkomt het, maar er rust nog altijd een groot taboe op. Het overkwam ook Florien Vaessen. Op een ochtend stond ze klappertandend onder de douche. Op, uitgeput, helemaal leeg. De dag ervoor was ze nog gewoon aan het werk als manager communicatie op het hoofdkantoor van een grote bank. Vanaf het moment dat ze ziek wordt, beziet ze alles wat ze altijd vanzelfsprekend vond met andere ogen. Als zoveel mensen ziek worden van hun werk, is dat dan nog wel een individueel probleem? Of zijn we corporate robots aan het worden en is misschien de tijd aangebroken eens te onderzoeken hoe ziekmakend de mechanismen in grote organisaties kunnen zijn? Zijn de plekken waar we werken niet gewoon een maatje te groot geworden? En kunnen de ervaringen van alle werkzieken helpen om ons werk weer wat gezonder te maken? In 'Op de bank' schetst Vaessen met onderkoelde humor en veel gevoel voor understatement de jungle van de apenrots en hoe we ons daar allemaal op onze eigen manier staande proberen te houden: de survivors en de verbeten kantoortypes, tenenkrommende vergaderingen en hilarische leiderschapsprogramma's - en haar eigen aandeel daarin. Ook de pijnlijke machtsconflicten komen aan bod, net als de mensen die niet meer zeggen wat ze denken en de machteloosheid rondom goede ideeën, die maar niet van de grond lijken te kunnen komen. Balanspap - 240 blz