Nel, de dochter van een postbode uit Koekelberg bij Brussel, wil iets maken van haar leven. Ze is gebiologeerd door de wereld van schilders en beeldhouwers, daar loopt ze Rik Wouters tegen het lijf. Rik is een jonge, talentvolle kunstenaar en Nel wordt zijn model, zijn muze en zijn vrouw. Via hem wil ze onsterfelijk worden en daar heeft ze alles voor over. Maar dan slaat het noodlot toe: de Eerste Wereldoorlog breekt uit en soldaat Wouters belandt als krijgsgevangene in Kamp Zeist in Nederland. Daar blijkt al snel dat hij kanker heeft. Rik sterft in een ziekenhuis aan de Prinsengracht in Amsterdam. Nel is nauwelijks dertig en toch is haar leven al voorbij. Nu de ogen van haar magiër gedoofd zijn, bestaat ze niet meer.