Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Non-Fictie/Nachtboek 1978-1984
Jan Fabres installaties, tekeningen, sculpturen, films en performances reizen de wereld rond. Jan Fabre is een symbool: de kunstenaar die wat hij ziet, denkt en hoort, verwerkt in een totaalbeeld. De man die de wolken meet. De man die bloed in theater verandert. Vanaf het begin van zijn kunstenaarschap wordt hij voortgestuwd door de drang om te weten, te maken, te proberen. In ‘Nachtboek’ beschrijft Jan Fabre die drang zoals hij zelf is: rauw, onvervaard en bezwerend. Het is een echt kunstenaarsdagboek dat een unieke kijk geeft op de manier waarop Fabre zichzelf heeft gevonden. ‘Nachtboek. 1978-1984’ is het eerste deel van de integrale uitgave van Jan Fabres dagboeken. De komende jaren zullen de delen 1985-1991, 1992-1998 en 1999-2005 verschijnen.
Gerelateerde producten
muziek

Niek Nelissen
Willem van Otterloo
Willem van Otterloo was één van de vier belangrijkste Nederlandse dirigenten van de twintigste eeuw. Als componist liet hij een klein maar verfijnd oeuvre na. Zijn bekendste werk is de Symphoniëtta (1943), die behoort tot de meest gespeelde Nederlandse composities. Van Otterloo's levensverhaal geeft een interessant tijdsbeeld van het muziekleven tussen 1928 en 1978. Hij begon zijn loopbaan als tutticellist in het Utrechts Stedelijk Orkest. Een compositieprijsvraag van het Concertgebouw in 1932 bleek bepalend voor zijn toekomst. De orkestsuite die hij instuurde, werd bekroond met de eerste prijs en hij mocht de uitvoering door het Concertgebouworkest zelf dirigeren. Het USO stelde hem in 1934 aan als tweede en in 1937 als eerste dirigent. Hij bleef aan toen het USO in 1943 werd ingezet bij de Europasender, een Duitse propagandazender. Dit kwam hem na de bevrijding te staan op een veroordeling door de Ereraad voor de muziek. In 1949 werd Van Otterloo eerste dirigent van het Residentie Orkest, dat hij bijna een kwart eeuw leidde. Het Haagse orkest ging met hem een ongekende bloeitijd tegemoet. In 1950 werd hij een van de vaste dirigenten van het nieuwe platenlabel van Philips, dat hem behalve met het RO opnamen liet maken in Berlijn, Parijs en Wenen. De vele Philips-lp's droegen bij tot zijn internationale reputatie. Na het overlijden van Eduard van Beinum in 1959 werd algemeen verwacht dat hij diens opvolger zou worden bij het Concertgebouworkest. De keuze viel echter op Bernard Haitink en Van Otterloo bleef in Den Haag. In de jaren zestig kwam Van Otterloo bij het RO onder vuur te liggen door de roep om inspraak en repertoirevernieuwing. Als gastdirigent verlegde hij zijn activiteiten deels naar het buitenland. Na zijn vertrek bij het RO in 1973 werd hij chef-dirigent van het Sydney Symphony Orchestra. In 1978 overleed hij in Australië bij een verkeersongeval. Recensie: Dit vlot geschreven imposante boek is een handelsuitgave van een academisch proefschrift over de introverte levens- en musiceerstijl van een van Nederlands bekende orkestleiders met een interessant tijdsbeeld (1933-1978). Zelf voortgekomen uit de orkestpraktijk stond hij als vaste dirigent "op de bok" van respectievelijk het Utrechts Stedelijk Orkest en het Residentie Orkest. Ook de kronieken van beide ensembles uit die periode worden door de promovendus - muziekjournalist en leraar vwo geschiedenis - in detail beschreven. Voor diegenen die onder Van Otterloo hebben gespeeld, is dit relaas 'gefundenes Fressen'. Maar voor hen niet alleen! Het boek bevat naast talrijke bijlagen en foto's een dvd met een tweetal televisieregistraties uit respectievelijk 1963 (Gebouw K&W Den Haag, Brahms III) en 1976 (St. Bavokerk Haarlem, Beethoven IX). Het boek en de dvd zijn toonaangevend voor de onderhavige periode van het orkestbedrijf. Metagegevens • Van Gruting • Gebonden • 629 pagina’s • ISBN 9789075879407 • NUR: 660 - Muziek algemeen • Genre: Kunst, Muziek, Biografieën • Trefwoorden: Dirigent, Residentie Orkest, Van Otterloo Over de auteur: Niek Nelissen (1952) studeerde geschiedenis in Groningen. Hij is werkzaam als leraar aan het Stedelijk Gymnasium in Arnhem en als toetsdeskundige bij het Cito. Als muziekjournalist schreef hij een groot aantal artikelen voor muziektijdschriften en toelichtingen bij cd-uitgaven op muziekhistorisch gebied. De biografie van Willem van Otterloo is de handelsuitgave van het proefschrift dat hij in 2009 verdedigde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Over de uitgever: Uitgeverij Van Gruting, opgericht in 1996, legt zich toe op het uitgeven van boeken op het terrein van geschiedenis, kunstgeschiedenis, muziekgeschiedenis en literatuurgeschiedenis.non-fictie

Nouchka van Brakel
Scènes uit mijn eigen draaiboek
Nouchka van Brakel was de eerste vrouwelijke regisseur van Nederland die met haar films een groot publiek wist te bereiken. En het is niet toevallig dat vrouwen in vrijwel al haar films een centrale rol spelen: ze was vanaf de vroege jaren zeventig actief als Dolle Mina in de vrouwenbeweging en ze bleef het feminisme trouw, ook toen anderen dachten dat de emancipatie voltooid was. Van Brakel besloot haar herinneringen op schrift te stellen voor haar kleinzoon, herinneringen aan de totstandkoming van haar films en aan de mensen, de reizen en de boeken die haar inspireerden. 'Scènes uit mijn eigen draaiboek' is de neerslag van een creatief en geëngageerd bestaan, een boek dat laat zien hoeveel er nog is om voor op de barricades te klimmen.kunst

Geordie Greig
Ontbijten met Lucian
Lucian Freud behoort tot de belangrijkste en beroemdste schilders van zijn tijd. Maar zijn hartstochtelijke leven als kunstenaar en zijn kleurrijke privéleven hield hij graag achter een muur van geheimzinnigheid verborgen. In dit opmerkelijke boek wordt die muur voor het eerst geslecht. Tien jaar lang behoorde Geordie Greig tot een select groepje vrienden dat geregeld met Lucian Freud ontbeet bij Clarke's in Londen. Een ouderwetse salon, met Freud als middelpunt. Voor het eerst vertelt Freud vrijmoedig over kunst en over zijn persoonlijk leven. Over hoe hij David Hockney schilderde, met paarden sliep, hoe hij ontkwam aan de gangstertweeling Kray en hoe hij koningin Elizabeth portretteerde. Over zijn controversiële rol als vader, zijn geliefden, zijn vele kinderen, zijn vijanden en zijn goklust. Freud houdt de lezer in zijn greep met onverbloemde verhalen over zijn wilde nachten, over hoe hij danste met Garbo en een naaktportret schilderde van Kate Moss. Hij praat ook vrijuit over zijn kunst, over de totstandkoming van zijn oeuvre, en over waarom Velázquez de grootste schilder aller tijden was. Niet alleen Freud zelf komt aan het woord. Na decennia zwijgen en geheimhouding vertellen intimi eindelijk openhartig over hun omgang met de grootste figuratieve portretschilder van de twintigste eeuw. Zo is 'Ontbijten met Lucian', drie jaar na zijn dood, een pregnant intiem portret geworden van de kunstenaar als jonge en als ouder wordende man.
mens & maatschappij
