In april 1927 stuurt de Javaanse arts Moerta Tjondronego vanuit Sumatra een noodkreet aan haar dochter Caroline Sanders: ze zit in de gevangenis van Medan op beschuldiging van terrorisme. De doodstraf hangt haar boven het hoofd. Via een koerier stuurt ze het manuscript van haar levensverhaal mee. Het is een fascinerend en schokkend verhaal over een jonge vrouw die de ambitie koestert de eerste vrouwelijke arts in Indië te worden.