Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Literatuur & thrillers/Maarten maakt vrienden
In Maarten maakt vrienden vertelt Spanjer, op de voor hem zo kenmerkende ironische en humoristische wijze, over de ontmoetingen die hij onder ander had met Joost Zwagerman, Jeroen Krabbé, Jan Mulder en Freek de Jonge. Of hij hiermee nu werkelijk vrienden maakt is natuurlijk de vraag, maar in ieder geval leveren zijn bespiegelingen hilarische verhalen op.
Gerelateerde producten
literatuur & thrillers

Piet Gerbrandy
De Gong & De Rookberg
De gong en de rookberg, intrigerende materie van H.H. ter Balkt en Jacques Hamelink – Piet Gerbrandy In ‘De gong en de rookberg’ bespreekt hij Gerbrandy de poëzie van twee weerbarstige dichters, de ‘Laaglandse hymnen van H.H. ter Balkt en ‘’ Zilverzonnige en onneembare maan’ van Jacques Hamelink. Het epos van Ter Balkt en de elegie van Hamelink ontleedt Gerbrandy regel voor regel, woord voor woord, letter voor letter, wit na wit. Veelsoortige bronnen boort hij hiervoor aan: literaire teksten uit Europese en andere tradities, historische verhalen, beeldende kunst, archeologisch materiaal. Talloze verwijzingen zoekt hij tot op de soms onzekerste bodem uit, want weerspannige ondoorgrondelijkheid is zowat de karakteristiek van beide dichters. Maar Gerbrandy’s mes snijdt aan twee kanten, want de werkelijke protagonist in De gong en de rookberg is de lezer. Het is de lezer immers die de verwijzingen ziet, de lezer spoort de bronnen op. Hij zoekt, en vindt structuren. De gedichten verwijzen niet, noch bieden ze een structuur aan, maar het is de lezer die ze er inlegt. De door Ter Balkt en Hamelink gepubliceerde teksten, zo stelt Gerbrandy radicaal, zijn slechts in potentie gedichten, zaden die een lezer behoeven om in diens brein op te bloeien tot volwaardige gedichten. De mentale biotoop van de lezer bepaalt hoe het gewas er uiteindelijk uitziet. Zelden toont een criticus zich bereidwillig om de aard en de methode van zijn lezing en interpretatie van poëzie systematisch en vrijelijk uit de doeken te doen. Dit is nu precies wat poëziecriticus Piet Gerbrandy in 'De gong en de rookberg' onderneemt. Piet Gerbrandy: 'Ik beweer dat de door Ter Balkt en Hamelink gepubliceerde teksten slechts in potentie (dynamis) gedichten zijn, zaden die een lezer behoeven om in diens brein op te bloeien tot volwaardige gedichten, waarbij de perceptie van de vorm en de betekenistoekenning op grond van conventies en lezersintentie bepalen hoe het gewas er uiteindelijk uitziet. Ik ben deze lezer, deze hovenier, ik heb de gedichten opgekweekt tot wat ze in dit boek zijn geworden, dus het spreekt vanzelf dat ik de ideale lezer van deze gedichten ben. Een andere lezer had van dezelfde teksten andere gedichten gemaakt, waarvan hij dan de ideale lezer zou zijn geweest. 'All animals are equal, but some animals are more equal than others', schreef Orwell. Alle lezers zijn gelijk, maar dat wil niet zeggen dat alle interpretaties even goed zijn. De waarde van een interpretatie wordt bepaald door haar overtuigingskracht. Dat is een retorische categorie. ‘De gong en de rookberg’ boek beoogt aan te tonen dat mijn lectuur van Ter Balkt en Hamelink hout snijdt, en dat de dynamis van hun teksten het best verwezenlijkt kan worden op de wijze die ik in praktijk heb gebracht. Tevens is het een uitnodiging aan de lezers die de materie van deze tekst in zich hebben doen uitbotten, om zelf aan het werk te gaan en nieuwe versies van Ter Balkt en Hamelink op te kweken, opdat, om nog één keer een gevaarlijke metafoor te gebruiken, de concurrentie op de vermeend vrije markt van het literair debat uiteindelijk bepaalt welke gedichten het meest levensvatbaar zijn.' Metagegevens · Historische uitgeverij · Hardback · 512 pagina’s · ISBN 9789065540362 · NUR: 620 – Nederlandse taal- en letterkunde · Genre: Letterkunde · Trefwoorden: Ter Balkt, Jacques Hamelink, Piet Gerbrandy Recensie Classicus en gedreven poëziecriticus Piet Gerbrandy - zelf een vruchtbaar dichter - heeft in zijn omvangrijke proefschrift uit 2009, waarvan nu de handelseditie is verschenen, twee dichtbundels aan een grondig onderzoek onderworpen: ‘Laaglandse hymnen I’ van H. H. ter Balkt en ‘Zilverzonnige en onneembare maan’ van Jacques Hamelink. Beide dichters zijn veelvraten (ze vragen veel van een lezer omdat ze zelf veel gelezen hebben en daarnaar verwijzen) en worden in het algemeen duister, moeilijk interpreteerbaar gevonden, hoewel het oordeel in de kritiek over beiden lovend uitvalt. Gerbrandy gaat de uitdaging van deze twee bundels zowel in praktische zin (hij analyseert en interpreteert ze) als in theoretische, methodologische zin (hoe vindt het leesproces plaats, wat voor soort complicaties levert de behoefte aan begrip voor de tekst op) met verve, gedegen, maar ook voor niet door de academische wol geverfde poëzie lezers begrijpelijk en spannend aan. De twee dichters zijn met deze hartstochtelijke, veel openbarende en ook veel raadsels opleverende studie een stuk dichterbij gebracht. Het boek mag gerust een mijlpaal heten in de interpretatieve poëzie benadering. Auteur Piet Gerbrandy (1958) is een Nederlands dichter, essayist en classicus. Hij doceert Klassiek en Middeleeuws Latijn aan de Universiteit van Amsterdam. Hij schrijft vertalingen, essays, gedichten en poëzierecensies. Gerbrandy promoveerde in 2009 op een proefschrift over de poëzie van H.H. ter Balkt en Jacques Hamelink.literatuur & thrillers

Tomas Lieske
Door de waterspiegel
Eva is een van de 2844 joodse kinderen die vlak voor de oorlog uit Wenen zijn gered en in een tehuis of pleeggezin terechtkwamen. Vanaf hun eerste ontmoeting vormen zij en Sebastian het gedroomde hartstochtelijke liefdespaar. Tijdens zijn werk bij een stuwmeer in Spanje is Sebastian getuige van een verkrachting. Hij durft niet in te grijpen. Wat volgt gooit alles ondersteboven: zijn liefdesverhouding met Eva, zijn werk als waterbouwkundig ingenieur, zijn beeld van het paradijs op aarde, zijn identiteit. Hij reist terug naar Leiden, naar Eva die hij al zo lang niet heeft gezien, maar hij komt er nooit aan. Terwijl zij wacht, raakt hij verstrikt in oponthoud. Toeval, ziekte, hilarische vergissingen, alles stapelt zich op tijdens een krankzinnige reis door Europa. Hij lijkt te stranden bij een blinde en invalide oorlogswees, die zijn verhaal beluistert maar die ook weet dat hij zelf het magistrale einde moet verzinnen.Recensie
Dit is een hallucinatorisch boek, ingewikkeld, met een grillige verhaallijn, maar groot. Verteller is een blinde, invalide oorlogswees, die – aangevuld door inkleuring door zijn fantasie – het verhaal doet over de liefde die in Oostenrijk ontstaat tussen een zoon van een hoedenmaker, die waterbouwkundig ingenieur wordt, en een joods meisje dat in de oorlog gered is door een nazistisch Hongaars familielid. orlogsleed, antisemitisme, liefde en het redden van kinderen sturen het verhaal. Wanneer de man in Spanje aan een stuwdam werkt, is hij getuige van een verkrachting. Hij verliest het spoor en zijn greep op de werkelijkheid en verdwijnt voor zijn vrouw. Er zijn vertakkingen in het verhaal en spiegelbeeldige voorstellingen die eindigen in een apocalyptisch slottoneel in Leiden. Deuren, dammen, dichtgetimmerde ramen, waterafscheidingen, onderwaterleven zijn belangrijke elementen in dit boek. Geïntensiveerde werkelijkheden stuiten op elkaar; de scheidingswand is dun; personages zijn pendant van elkaar, werelden lopen parallel. Een intrigerend en bezwerend boek.literatuur & thrillers

Pieter Aspe
Min 1
Een oude, rijke bankier, tevens lid van de exclusieve Bilderberggroep, wordt vermoord. Het spoort leidt naar een terreurorganisatie in Griekenland. Hubert Snoy et d'Oppeurs wist dat hij binnen luttele seconden zou sterven. In tegenstelling met de twee mannen die hem onder schot hielden, wist hij bovendien waarom. Hubert Snoy et d'Oppeurs was niet bang voor de dood, hij had een welgevuld leven achter de rug en zijn kinderen hadden net als hij een mooie carrière opgebouwd. Ludovic leidde een groot baggerproject in Qatar, Bernard was onlangs tot ambassadeur in Peru benoemd en Véronique had het tot verkoopdirecteur bij een internationaal gerenommeerd cosmeticabedrijf geschopt. Hij dacht met een zekere weemoed aan zijn vijf kleinkinderen, die hem allicht zouden missen, maar gelukkig nog te jong waren om er lang bij stil te staan dat de oude man die ze pappie noemden hen nooit meer zou knuffelen. Hij verzoende zich met God en bereidde zich voor op het hiernamaals, waar Marie al meer dan tien jaar op hem wachtte. Hij vroeg voor de laatste keer vergiffenis voor zijn zonden. God mocht barmhartig zijn, Hubert Snoy et d'Oppeurs was zich bewust van de ellende die hij zijn medemens had aangedaan. Dwarsligger 381
literatuur & thrillers
