In ‘Kirchner’ belicht Caroline Roodenburg-Schadd de ruim twintig jaar die Kirchner in Zwitserland werkte. Geïnspireerd door de schoonheid van de Zwitserse Alpen en haar bewoners, blijft Kirchner zich onderscheiden door een buitengewoon krachtig kleurgebruik en een poëtisch expressieve schilderstijl. Tot slot beschrijft Henk van Os zijn bijzondere vriendschap met Jan Wiegers, oprichter van de Groninger kunstenaarsbeweging De Ploeg. ‘Kirchner. Paradijs in de bergen’
Gerelateerde producten
kunst

Jan Cremer, Wim van der Linden
Working class hero
Schrijver en beeldend kunstenaar Jan Cremer (1940) stamt van vaderszijde uit een familie van hoefsmeden en beroepsmilitairen uit Pruisen en Hessen, zijn moeders familie is afkomstig uit Hongarije. Korte tijd volgde hij een opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunst in Arnhem. Als schilder kreeg hij snel erkenning met zijn 'peinture barbarisme', intussen reist hij veel en woont overal. In het najaar van 1963 zwerven Jan Cremer en Wim van der Linden ieder weekend samen door Amsterdam. Wim van der Linden heeft een hok met een donkere kamer op Kattenburg, Jan Cremer heeft al een gezin en woont in de Jodenhouttuinen. De huizen die ze daar bewonen, zijn allang gesloopt. Amsterdam in 1963 is een stad in doodsnood. Het is alles sloop en verval. In die puingruwel staat Jan Cremer en kijkt hongerig in de lens. Op zijn drieëntwintigste heeft Jan Cremer een heel leven achter de rug, maar ondanks zijn successen als schilder is hij arm gebleven en noodgedwongen werkt hij in de haven. De Cremer die Wim van der Linden vastlegt, is hard op weg om van 'working class' tot 'working class hero' uit te groeien. Op alle foto's die Wim van der Linden in 1963 van hem maakt, is hij de belichaming van het nieuwe, van de dingen die komen gaan. Het icoon van de verandering wordt de foto van Jan Cremer op zijn Harley Davidson, de coverfoto van Ik Jan Cremer, dat in 1964 verschijnt. Daarna is alles anders. Wim van der Linden en Jan Cremer zullen nog tien jaar samen optrekken. Tussen 1963 en 1969 maakt hij zo'n duizend foto's van Jan Cremer, waarvan het grootste deel zich bevindt in het archief van Cremer. In dit boek zijn 80 door Jan Cremer uitgekozen foto's verzameld. Ze geven niet alleen een beeld van Jan Cremer, maar ze zijn ook een monument voor de vriendschap van twee kunstenaars, de schrijver en de fotograaf. d'Jongehonding - 96 blz
kunst

Michiel Kruidenier
Architect Jan Sterenberg en het wonen in de jaren ’70
Architect Jan Sterenberg (1923â2000) werkte in de overgangsperiode van strakke wederopbouwwijken met rijtjeswoningen naar bloemkoolwijken met woonerven. Zijn bureau in Ter Apel was een van de grootste architectenbureaus van Nederland en bouwde tussen circa 1950 en 1980 tienduizenden woningen door het hele land, van de stadswijk Lewenborg in Groningen tot Buytenwegh de Leyens in Zoetermeer en stadsvernieuwing in Zwolle. Sterenberg zag wonen als een activiteit en zijn ontwerpen moesten bewoners aanzetten tot creatief gebruik van de woning én haar omgeving. De woningen waren sober en functioneel; de groene omgeving bood plaats voor ontspanning en aan spelende kinderen. De politiek actieve Sterenberg verkeerde met de bouwelite van Nederland, en was tegelijkertijd groot pleitbezorger van inspraak. Zijn opvattingen over wonen en nieuwe woonvormen werden erkend met een hoogleraarschap aan de TU Delft. Desondanks ging zijn bureau begin jaren 1980 roemloos ten onder. Dit rijk geïllustreerde boek haalt het werk van de bevlogen pragmaticus Sterenberg uit de anonimiteit en plaatst het in zijn context. De problemen van destijds, zoals de grote vraag naar nieuwe woningen, de oplopende kosten en energiebesparing, zijn ook de belangrijke thema's van nu. Groeikernen en woonmilieus toont de mogelijkheden en de beperkingen die een rol speelden bij de woningontwerpen van Sterenberg. Nai010pap - 256 blz
kunst

Jan van der Kooi
Jan van der Kooi werd geboren in 1957 (Bedum) en studeerde aan Academie Minerva in Groningen. De onderwerpen voor zijn werk zoekt hij in zijn eigen omgeving. Zijn schilderijen concentreren zich heel sterk op de kleuren van het licht - zonlicht, strijklicht, tegenlicht. Gefilterd of tegengehouden of omgebogen door glas, vitrage, ijzel. Of licht zoals weerkaatst vallend op een vloer. 'Het zijn', zegt Jan van der Kooi, 'studies in wit'. Als tekenaar excelleert Van der Kooi met zijn studies van allerhande dieren. Doorgaans uitgevoerd in krijt zijn zij zo overtuigend en zo levensecht dat je soms bijna zou vergeten dat het 'slechts' om tekeningen gaat. Naast Van der Kooi's dierstudies verdienen vooral zijn Hollandse landschappen - meestal uitgevoerd met penseel en gewassen inkt - speciale vermelding. Hij verstaat daarbij de kunst van het weglaten en weet licht in zijn werk te brengen. Een lange constante in Van der Koois oeuvre zijn verder zijn zelfportretten. Misschien is er na Rembrandt geen kunstenaar die het eigen gezicht zozeer tot inzet van studie heeft gemaakt. Jan van der Kooi kan het af zonder eigen galerie, gaat zonder trommels en trompetten door het leven en exposeert slechts eens in de vijf jaar, maar wordt desondanks gezien als de beste tekenaar van dit moment.
PAP - 174 blz
kunst

Sandra Guarda
Cornelis van Eesteren
De gevierde Nederlandse architect en stedenbouwkundige Cornelis van Eesteren is vooral bekend door zijn werk voor het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) voor Amsterdam, dat in 1934 tot stand kwam en na de Tweede Wereldoorlog werd uitgevoerd, en door zijn rol als voorzitter van het Internationaal Congres van de Moderne Architectuur (CIAM), van 1930 tot 1947. Hij was een pionier en een zeer invloedrijke figuur binnen het zogeheten modernistisch urbanisme. Tijdens zijn minder bekende, vormende jaren in de jaren twintig, een zeer opwindende periode in de culturele geschiedenis van de twintigste eeuw, was de nieuwsgierige en getalenteerde jongeman echter steeds op het juiste moment op de juiste plek aanwezig. Hij bezocht het Bauhaus in Weimar, waar hij onder meer Walter Gropius, El Lissitzky en Theo van Doesburg ontmoette. Hij bracht een week door in Wenen bij Adolf Loos. Hij trad toe tot De Stijl en werkte samen met Van Doesburg en Gerrit Rietveld aan de (nu legendarische) De Stijl-tentoonstelling in Parijs in het najaar van 1923. Dit chronologisch relaas, ondersteund door dagboekaantekeningen en persoonlijke brieven, volgt de gebeurtenissen van Van Eesterens jeugd op de voet. En door zijn ontmoetingen, vriendschappen en twisten wordt de artistieke tijdgeest van de jaren twintig op een aangename manier tastbaar. Thothpap - 96 blz