Toby Muse
Kilo
Leven en dood in de Colombiaanse cocaïnewereld van de cocaplantages tot de straathandel
€ 24,99 Oorspronkelijke prijs was: € 24,99.€ 9,90Huidige prijs is: € 9,90.
Maak kennis met Maria. Ze ziet zichzelf niet als een crimineel. Ze is gewoon een boer die een gewas verbouwt waar ze geen geld aan verliest: coca. En met Cachote, die bidt dat zijn kogels hun doel treffen. Want als hij mist, moet hij verantwoording afleggen aan het kartel dat hem betaalt om hun vijanden uit te schakelen. Met Pedro, die werkt in een laboratorium dat diep in de jungle verborgen is. Waar cocabladeren verwerkt worden tot cocapasta, nog maar één stap verwijderd van het eindproduct: cocaïne. En met Alex, die beslist waar de drug naartoe wordt verscheept. ‘Kilo’ beschrijft de bloedstollende reis van een kilo cocaïne, vanaf de bron in de oerwouden van Colombia naar de drugsmaffia in de Amerikaanse en Europese steden. Onderweg gaat de kilo door de handen van boeren, laboranten, huurmoordenaars, duikbootpiloten, drugsbaronnen en hun minnaressen. Dit zijn de narco’s in de 21ste eeuw.
Gerelateerde producten
muziek

Niek Nelissen
Willem van Otterloo
Willem van Otterloo was één van de vier belangrijkste Nederlandse dirigenten van de twintigste eeuw. Als componist liet hij een klein maar verfijnd oeuvre na. Zijn bekendste werk is de Symphoniëtta (1943), die behoort tot de meest gespeelde Nederlandse composities. Van Otterloo's levensverhaal geeft een interessant tijdsbeeld van het muziekleven tussen 1928 en 1978. Hij begon zijn loopbaan als tutticellist in het Utrechts Stedelijk Orkest. Een compositieprijsvraag van het Concertgebouw in 1932 bleek bepalend voor zijn toekomst. De orkestsuite die hij instuurde, werd bekroond met de eerste prijs en hij mocht de uitvoering door het Concertgebouworkest zelf dirigeren. Het USO stelde hem in 1934 aan als tweede en in 1937 als eerste dirigent. Hij bleef aan toen het USO in 1943 werd ingezet bij de Europasender, een Duitse propagandazender. Dit kwam hem na de bevrijding te staan op een veroordeling door de Ereraad voor de muziek. In 1949 werd Van Otterloo eerste dirigent van het Residentie Orkest, dat hij bijna een kwart eeuw leidde. Het Haagse orkest ging met hem een ongekende bloeitijd tegemoet. In 1950 werd hij een van de vaste dirigenten van het nieuwe platenlabel van Philips, dat hem behalve met het RO opnamen liet maken in Berlijn, Parijs en Wenen. De vele Philips-lp's droegen bij tot zijn internationale reputatie. Na het overlijden van Eduard van Beinum in 1959 werd algemeen verwacht dat hij diens opvolger zou worden bij het Concertgebouworkest. De keuze viel echter op Bernard Haitink en Van Otterloo bleef in Den Haag. In de jaren zestig kwam Van Otterloo bij het RO onder vuur te liggen door de roep om inspraak en repertoirevernieuwing. Als gastdirigent verlegde hij zijn activiteiten deels naar het buitenland. Na zijn vertrek bij het RO in 1973 werd hij chef-dirigent van het Sydney Symphony Orchestra. In 1978 overleed hij in Australië bij een verkeersongeval. Recensie: Dit vlot geschreven imposante boek is een handelsuitgave van een academisch proefschrift over de introverte levens- en musiceerstijl van een van Nederlands bekende orkestleiders met een interessant tijdsbeeld (1933-1978). Zelf voortgekomen uit de orkestpraktijk stond hij als vaste dirigent "op de bok" van respectievelijk het Utrechts Stedelijk Orkest en het Residentie Orkest. Ook de kronieken van beide ensembles uit die periode worden door de promovendus - muziekjournalist en leraar vwo geschiedenis - in detail beschreven. Voor diegenen die onder Van Otterloo hebben gespeeld, is dit relaas 'gefundenes Fressen'. Maar voor hen niet alleen! Het boek bevat naast talrijke bijlagen en foto's een dvd met een tweetal televisieregistraties uit respectievelijk 1963 (Gebouw K&W Den Haag, Brahms III) en 1976 (St. Bavokerk Haarlem, Beethoven IX). Het boek en de dvd zijn toonaangevend voor de onderhavige periode van het orkestbedrijf. Metagegevens • Van Gruting • Gebonden • 629 pagina’s • ISBN 9789075879407 • NUR: 660 - Muziek algemeen • Genre: Kunst, Muziek, Biografieën • Trefwoorden: Dirigent, Residentie Orkest, Van Otterloo Over de auteur: Niek Nelissen (1952) studeerde geschiedenis in Groningen. Hij is werkzaam als leraar aan het Stedelijk Gymnasium in Arnhem en als toetsdeskundige bij het Cito. Als muziekjournalist schreef hij een groot aantal artikelen voor muziektijdschriften en toelichtingen bij cd-uitgaven op muziekhistorisch gebied. De biografie van Willem van Otterloo is de handelsuitgave van het proefschrift dat hij in 2009 verdedigde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Over de uitgever: Uitgeverij Van Gruting, opgericht in 1996, legt zich toe op het uitgeven van boeken op het terrein van geschiedenis, kunstgeschiedenis, muziekgeschiedenis en literatuurgeschiedenis. Van Grutinggeb - 628 blz
non-fictie

Maria Farag
Het huis van mijn moeder
Nadat Maria's grootvader is overleden, komen bij het opruimen van zijn appartement in Caïro brieven tevoorschijn. Het blijken brieven te zijn die haar Egyptische grootouders elkaar schreven tijdens hun verloving in 1940. Tot Maria's grote verrassing deden ze dat in het Engels. En waarom drong haar grootvader er bij zijn kinderen zo op aan om Egypte te verlaten? Was dat omdat ze christelijk waren en elders betere kansen zouden hebben? Wat waren zijn verwachtingen bij hun vertrek? Op zoek naar antwoorden, besluit Maria een reis te maken door het land van haar familie. Haar moeder gaat met haar mee. Terwijl Maria zich tijdens de reis steeds meer thuis gaat voelen, blijkt het land voor haar moeder ingrijpend veranderd. 'Het huis van mijn moeder' is het verhaal van een verscheurde familie en een land dat de afgelopen decennia ingrijpende sociaal-politieke en religieuze veranderingen onderging. Een geschiedenis die niet alleen haar moeders leven heeft bepaald, maar ook Maria's eigen leven heeft gevormd. Thomas Rappap - 304 blz
non-fictie

Jan de Lint
Kanonnen voor Kruidnagelen
Als Olivier van Noort op 26 augustus 1601 weer voet aan wal zet in Rotterdam, is hij de eerste Nederlander die een tocht rond de wereld heeft volbracht. Hij wordt met ''groote blyschap, soowel van de principaelste als van de ghemeyne Borgerye'' ontvangen en de daaropvolgende publicatie van zijn reisjournaal is een eclatant succes. De investeerders in deze Magelhaense Compagnie waren echter minder verheugd want in plaats van de fabelachtige winsten die de specerijenhandel zou moeten opleveren, was deze onderneming in zakelijk opzicht een groot fiasco. Van de 248 bemanningsleden had slechts een vijftigtal de reis overleefd en van de vier schepen was er slechts één teruggekeerd. Een van de schepen die verloren ging, was de ''Hendrick Frederick'' die na het passeren van Straat Magelhaen door hevige storm van de vloot was afgedwaald. Kapitein Pieter de Lint moest daarna op eigen gelegenheid langs de Zuid-Amerikaanse westkust de jacht van het Spaanse koloniale bewind op deze Hollandse ''corsarios'' weerstaan en vervolgens de Stille Oceaan oversteken. Aangekomen bij de Molukken (Ternate) blijkt het schip niet meer zeewaardig genoeg om de thuisreis te aanvaarden en moet kapitein Pieter de Lint zijn schip op de kust van het eiland achterlaten. Hij verkoopt echter zijn scheepsgeschut en ammunitie aan de Sultan van Ternate en krijgt daarvoor een lucratief termijncontract voor de levering van kruidnagelen. Hij bouwt met zijn bemanning een kleine bark en brengt daarmee een eerste cargo kruidnagelen naar Bantam. Vandaar zeilt hij met een van de schepen van de pas opgerichte VOC terug naar het vaderland en bereikt in 1603 zijn thuishaven Rotterdam. Zijn kruidnagelcontract zal uiteindelijk resulteren in een bescheiden winst voor de Magelhaense Compagnie. 'Kanonnen voor kruidnagelen' brengt de wereldreis van Van Noort weer tot leven maar tracht vooral aan de hand van diverse bronnen de reis van Pieter de Lint te reconstrueren. Wat waren de motieven voor het ondernemen van dergelijke ontdekkingsreizen? Welke kusten, steden en volkeren werden onderweg bezocht en hoe verliep het contact? Hoe reageerde de inmiddels opgerichte VOC op het kruidnagelcontract van Pieter de Lint en kreeg Pieter de erkenning die hij verdiende? Ad. Donkerpap - 127 blz
mens & maatschappij

Eugénie Smits van Waesberghe
Zwartboek adoptie
Zwartboek adoptie in Nederland in de 20e eeuw De invoering van de Adoptiewet in 1956 zorgde ervoor dat adoptie wettelijk onder de verantwoordelijkheid van de Nederlandse overheid viel. Een grote vraag naar baby's in Nederland door veelal kinderloze echtparen was het gevolg. Ongehuwde vrouwen stonden, vaak onder informele dwang, na de bevalling hun baby af. Dat gebeurde meestal in zogeheten doorgangshuizen waar zwangere meisjes en vrouwen verbleven en waaraan de overheid destijds financieel bijdroeg. Naar schatting zijn tussen 1956 en 1984 rond de 15.000 tot 25.000 baby's op deze manier afgestaan. Dit zorgde toen al voor veel leed, maar het werd decennia later nog veel pijnlijker toen geadopteerden op zoek gingen naar hun onbekende biologische moeders en vaders. Persoonsgegevens van geboorte- en adoptiefamilies blijken in geheime dossiers opgeslagen, zijn niet ter inzage of indertijd (moedwillig) verdwenen in opdracht van adoptieouders of zijn van hogerhand vernietigd. In 'Zwartboek adoptie' vertellen geadopteerden over hun persoonlijke adoptieverhaal en de levenslange impact ervan. Evenals moeders die vaak onvrijwillig en onwetend ooit een baby afstonden aan andere Nederlandse echtparen. Ze durven nu eindelijk hun verhaal te doen. Afstandsmoeders, afstandsvaders, geadopteerden en ook niet geadopteerde kinderen en familieleden komen uitgebreid aan het woord. Ook deskundigen die in hun werk in aanraking kwamen met adoptie als medewerkers van de Raad voor de Kinderbescherming, therapeuten en jeugdhulpverleners, historici en hoogleraren in religiegeschiedenis en sociale demografische geschiedenis, een kinderrechter en een kindertehuisdirecteur vertrouwen hun ervaringen over de adopties toe aan dit zwartboek. Allen tekenen zo met elkaar de inktzwarte rand om de Nederlandse adoptiegeschiedenis. We kunnen het niet veranderen, maar het gaat erom dat we het erkennen en van de fouten leren. De schrijfster van Zwartboek adoptie is Eugénie Smits van Waesberghe (1965). Zij is journalistiek onderzoeker, psychosociaal therapeut en coach. Zelf is Eugénie ook geboren in een doorgangshuis, onder dwang bij haar moeder weggenomen en ter adoptie in een pleeggezin geplaatst. De afgelopen vijf jaar stuitte Eugénie, mede door haar eigen zoektocht naar informatie over haar biologische moeder en vader, op gesloten deuren. 'Veel is onbekend, over veel wordt gezwegen en weinig is mogelijk om duidelijkheid te krijgen,' aldus Eugénie. Tijdens haar zoektocht kwam zij in contact met vele lotgenoten, wier verhalen, zoektochten, adoptieverleden en adoptieleed zij in dit boek heeft opgetekend. Eugénie studeerde aan de faculteit Sociale Wetenschappen en de Rechtenfaculteit van de Rijksuniversiteit Utrecht (Nederlands recht). Ze is getrouwd, heeft twee kinderen en werkt onder meer als psychosociaal therapeut en coach. Deskundige is Eugénie op het gebied van risicotaxatie, casusregie en het opstellen van veiligheidsplannen in complexe gezinssystemen en op het terrein van afstand, adoptie en hechting. Als deskundige en belangenbehartiger is Eugénie sinds 2018 lid van de ministeriële werkgroep Binnenlandse afstand en adoptie. Deze werkgroep heeft de totstandkoming van het landelijke onderzoek naar de binnenlandse afstand en adoptie en de oprichting van het landelijk meldpunt in 2019 voorbereid. NAUpap - 340 blz