Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Wetenschap/Populaire wetenschap/Hugo de Vries
Arno Schauwers
Hugo de Vries
Grondlegger van de moderne evolutiebiologie
€ 34,50 Oorspronkelijke prijs was: € 34,50.€ 12,50Huidige prijs is: € 12,50.
ISBN: 9789085713241. Bindwijze: geb Taal: NL Uitgever: Veen Media Auteur: Arno Schauwers Paginas: 158 Categorieën: Biografieën, Exacte wetenschap, Non-Fictie, Populaire wetenschap, Wetenschap.
Hugo de Vries (1848-1935) heeft een grote bijdrage geleverd aan het ontrafelen van de geheimen van de plantencel. Hij was een van de eerste die stelden dat alle levende cellen hetzelfde erfgoed bevatten. Hij ‘leende’ voor die theorie de hypothese van de pangenese van Charles Darwin, maar zette diens ‘kleine hypothese’ geheel naar eigen hand. De Vries had zich ten doel gesteld de ‘gaten’ in de evolutieleer van zijn grote idool Darwin te dichten. Hij wordt gezien als een van de grondleggers van de genetica.
Gerelateerde producten
muziek
Niek Nelissen
Willem van Otterloo
Willem van Otterloo was één van de vier belangrijkste Nederlandse dirigenten van de twintigste eeuw. Als componist liet hij een klein maar verfijnd oeuvre na. Zijn bekendste werk is de Symphoniëtta (1943), die behoort tot de meest gespeelde Nederlandse composities. Van Otterloo's levensverhaal geeft een interessant tijdsbeeld van het muziekleven tussen 1928 en 1978. Hij begon zijn loopbaan als tutticellist in het Utrechts Stedelijk Orkest. Een compositieprijsvraag van het Concertgebouw in 1932 bleek bepalend voor zijn toekomst. De orkestsuite die hij instuurde, werd bekroond met de eerste prijs en hij mocht de uitvoering door het Concertgebouworkest zelf dirigeren. Het USO stelde hem in 1934 aan als tweede en in 1937 als eerste dirigent. Hij bleef aan toen het USO in 1943 werd ingezet bij de Europasender, een Duitse propagandazender. Dit kwam hem na de bevrijding te staan op een veroordeling door de Ereraad voor de muziek.In 1949 werd Van Otterloo eerste dirigent van het Residentie Orkest, dat hij bijna een kwart eeuw leidde. Het Haagse orkest ging met hem een ongekende bloeitijd tegemoet. In 1950 werd hij een van de vaste dirigenten van het nieuwe platenlabel van Philips, dat hem behalve met het RO opnamen liet maken in Berlijn, Parijs en Wenen. De vele Philips-lp's droegen bij tot zijn internationale reputatie. Na het overlijden van Eduard van Beinum in 1959 werd algemeen verwacht dat hij diens opvolger zou worden bij het Concertgebouworkest. De keuze viel echter op Bernard Haitink en Van Otterloo bleef in Den Haag. In de jaren zestig kwam Van Otterloo bij het RO onder vuur te liggen door de roep om inspraak en repertoirevernieuwing. Als gastdirigent verlegde hij zijn activiteiten deels naar het buitenland. Na zijn vertrek bij het RO in 1973 werd hij chef-dirigent van het Sydney Symphony Orchestra. In 1978 overleed hij in Australië bij een verkeersongeval.Recensie: Dit vlot geschreven imposante boek is een handelsuitgave van een academisch proefschrift over de introverte levens- en musiceerstijl van een van Nederlands bekende orkestleiders met een interessant tijdsbeeld (1933-1978). Zelf voortgekomen uit de orkestpraktijk stond hij als vaste dirigent "op de bok" van respectievelijk het Utrechts Stedelijk Orkest en het Residentie Orkest. Ook de kronieken van beide ensembles uit die periode worden door de promovendus - muziekjournalist en leraar vwo geschiedenis - in detail beschreven. Voor diegenen die onder Van Otterloo hebben gespeeld, is dit relaas 'gefundenes Fressen'. Maar voor hen niet alleen! Het boek bevat naast talrijke bijlagen en foto's een dvd met een tweetal televisieregistraties uit respectievelijk 1963 (Gebouw K&W Den Haag, Brahms III) en 1976 (St. Bavokerk Haarlem, Beethoven IX). Het boek en de dvd zijn toonaangevend voor de onderhavige periode van het orkestbedrijf.Metagegevens • Van Gruting • Gebonden • 629 pagina’s • ISBN 9789075879407 • NUR: 660 - Muziek algemeen • Genre: Kunst, Muziek, Biografieën • Trefwoorden: Dirigent, Residentie Orkest, Van OtterlooOver de auteur: Niek Nelissen (1952) studeerde geschiedenis in Groningen. Hij is werkzaam als leraar aan het Stedelijk Gymnasium in Arnhem en als toetsdeskundige bij het Cito. Als muziekjournalist schreef hij een groot aantal artikelen voor muziektijdschriften en toelichtingen bij cd-uitgaven op muziekhistorisch gebied. De biografie van Willem van Otterloo is de handelsuitgave van het proefschrift dat hij in 2009 verdedigde aan de Radboud Universiteit Nijmegen.Over de uitgever: Uitgeverij Van Gruting, opgericht in 1996, legt zich toe op het uitgeven van boeken op het terrein van geschiedenis, kunstgeschiedenis, muziekgeschiedenis en literatuurgeschiedenis. Van Grutinggeb - 628 blz
non-fictie
Hilda Jeninga
Identiek en toch uniek
?Als jij buikpijn hebt, voelt de ander dat dan ook?? Die vraag krijgen identieke tweelingen nogal eens te horen. Er hangt nou eenmaal iets magisch, iets mythisch om tweelingen heen. Ze zien er hetzelfde uit, bewegen hetzelfde, praten hetzelfde en hebben vaak dezelfde voorkeuren. Maar ze zijn niet hetzelfde. En daar wringt 'm nogal eens de schoen. Hoe is het om steeds vergeleken te worden? Wat doet het met je zelfbeeld als je een identieke tweelingbroer of -zus rond hebt lopen, of juist mist? Hoe ontwikkel je je eigen identiteit? Op die vragen geven eeneiige tweelingen in 'Identiek en toch uniek' antwoord. Ze vertellen over de leuke én lastige kanten van tweeling zijn. Over de uitdaging om als autonome volwassene te leven nadat je als tweeling bent opgegroeid. Hun verhalen raken: ze gaan over verbondenheid en liefde voor elkaar, over rivaliteit en teleurstelling, kwetsbaarheid en compassie. Het gaat voorbij de clichés over tweelingen. Het is bedoeld voor tweelingen, voor mensen die met tweelingen omgaan en voor iedereen die wil weten hoe tweelingen hun eigen ik ontwikkelen. Als de interviews één ding duidelijk maken, dan is het dat tweelingen graag als twee verschillende individuen gezien willen worden. Dat helpt hen bij het vinden van een eigen identiteit. Want één en één is niet één, maar toch echt twee. Donkerpap - 144 blz
non-fictie
Paul P.J. Overvoorde
Als het maar tot iets leidt?
Erfgoedzorg wordt geassocieerd met conservatieve, deftige heren. Dat deftige klopt wellicht, maar het eerste behoeft bijstelling: er waren ook idealisten die streefden naar een mooiere en betere wereld, met verheffing van de arbeider en de emancipatie van de vrouw. Dit geldt met name voor mr. dr. J.C. Overvoorde, een strijder op vele fronten. Deze biografie toont Overvoordes tomeloze engagement voor het veiligstellen van monumentaal erfgoed, musea en archieven, het initiëren van een monumentenwet, en voor de gelijke behandeling van de vrouw en haar emancipatie. Hij richt de Nederlandsche Oudheidkundige Bond op, met in het bestuur strijders die als jonge honden de sloop van monumenten proberen te voorkomen. Ook de rol die Overvoorde in de eerste emancipatiegolf speelt, wordt uitstekend belicht. Zijn feministisch rechtshistorisch proefschrift maakt hem bekend als voorstander van vrouwenemancipatie - hun zwaar achtergestelde positie vindt hij onaanvaardbaar voor een beschaafd land. Hij werkt even samen met Aletta Jacobs en kruist vaak de degens met Wilhelmina Drucker. Hij adviseert Annette Versluijs-Poelman, voorzitter van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, van achter de schermen. Daarnaast is hij actief als lid van de Radicalen Bond die de slechte positie van de arbeidersklasse wil verbeteren. Hij richt in die steden oudheidkundige verenigingen, een museum en verenigingen voor monumentenzorg op. In de Vereeniging van Archivarissen in Nederland werkt hij mee aan de professionalisering van het beroep en aan wetgeving. Eenmaal in Leiden benoemd zal hij als conservator, later directeur van De Lakenhal, de museumcollectie uitbreiden met werken van de Oude Leidsche meesters en de nieuwbouw van het museum realiseren. In deze vlot leesbare biografie komt een breed tijdsbeeld naar voren, waarin Overvoordes inbreng ook nog voor de huidige tijd goed onderbouwd voor het voetlicht wordt gebracht. Na enkele jaren kunstacademie studeerde Paul P.J. Overvoorde wijsbegeerte aan de Universiteit van Utrecht. Na voltooiing daarvan deed hij op uiteenlopende terreinen onderzoek, onder meer naar normatieve argumentatie. Daarnaast was hij als docent en stafmedewerker werkzaam. IJzergeb - 650 blz
non-fictie
Jan de Lint
Kanonnen voor Kruidnagelen
Als Olivier van Noort op 26 augustus 1601 weer voet aan wal zet in Rotterdam, is hij de eerste Nederlander die een tocht rond de wereld heeft volbracht. Hij wordt met ''groote blyschap, soowel van de principaelste als van de ghemeyne Borgerye'' ontvangen en de daaropvolgende publicatie van zijn reisjournaal is een eclatant succes. De investeerders in deze Magelhaense Compagnie waren echter minder verheugd want in plaats van de fabelachtige winsten die de specerijenhandel zou moeten opleveren, was deze onderneming in zakelijk opzicht een groot fiasco. Van de 248 bemanningsleden had slechts een vijftigtal de reis overleefd en van de vier schepen was er slechts één teruggekeerd. Een van de schepen die verloren ging, was de ''Hendrick Frederick'' die na het passeren van Straat Magelhaen door hevige storm van de vloot was afgedwaald. Kapitein Pieter de Lint moest daarna op eigen gelegenheid langs de Zuid-Amerikaanse westkust de jacht van het Spaanse koloniale bewind op deze Hollandse ''corsarios'' weerstaan en vervolgens de Stille Oceaan oversteken. Aangekomen bij de Molukken (Ternate) blijkt het schip niet meer zeewaardig genoeg om de thuisreis te aanvaarden en moet kapitein Pieter de Lint zijn schip op de kust van het eiland achterlaten. Hij verkoopt echter zijn scheepsgeschut en ammunitie aan de Sultan van Ternate en krijgt daarvoor een lucratief termijncontract voor de levering van kruidnagelen. Hij bouwt met zijn bemanning een kleine bark en brengt daarmee een eerste cargo kruidnagelen naar Bantam. Vandaar zeilt hij met een van de schepen van de pas opgerichte VOC terug naar het vaderland en bereikt in 1603 zijn thuishaven Rotterdam. Zijn kruidnagelcontract zal uiteindelijk resulteren in een bescheiden winst voor de Magelhaense Compagnie. 'Kanonnen voor kruidnagelen' brengt de wereldreis van Van Noort weer tot leven maar tracht vooral aan de hand van diverse bronnen de reis van Pieter de Lint te reconstrueren. Wat waren de motieven voor het ondernemen van dergelijke ontdekkingsreizen? Welke kusten, steden en volkeren werden onderweg bezocht en hoe verliep het contact? Hoe reageerde de inmiddels opgerichte VOC op het kruidnagelcontract van Pieter de Lint en kreeg Pieter de erkenning die hij verdiende? Ad. Donkerpap - 127 blz