Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Non-Fictie/Essays/Eenzaamheid in eindeloos meervoud
Lodewijk Verduin
Eenzaamheid in eindeloos meervoud
Over het oeuvre van Jeroen Brouwers
€ 21,99 Oorspronkelijke prijs was: € 21,99.€ 7,90Huidige prijs is: € 7,90.
‘Eenzaamheid in eindeloos meervoud’ van Lodewijk Verduin is een verfrissend, compact overzichtswerk voor liefhebbers van Jeroen Brouwers en een gedegen gids voor alle nieuwe lezers die dit grootse oeuvre nog zullen gaan ontdekken. Jeroen Brouwers (1940) is een van de titanen van de Nederlandstalige literatuur. De ontzagwekkende stroom van romans, verhalen, essays, studies, egodocumenten en polemieken die hij sinds de jaren zestig publiceerde werd alom geprezen en bekroond met vrijwel alle Laaglandse literaire prijzen. Zo veelvormig als zijn werk is, zo herkenbaar blijft steeds zijn verfijnde, muzikale stijl en zijn zwartgallige levensvisie. Ruim tienduizend pagina’s las Lodewijk Verduin om tot de kern van dit gigantische oeuvre te komen. Het resulteerde in een scherpzinnig maar toegankelijk essay dat het ontstaan en de ontwikkeling van dit singuliere schrijverschap in kaart brengt. Via diepgravende analyses van Brouwers’ twaalf romans duidt Verduin de centrale thematiek van dit oeuvre, waarmee hij uiteindelijk een invoelend psychologisch portret van de man achter het werk aflevert.
Gerelateerde producten
muziek
Niek Nelissen
Willem van Otterloo
Willem van Otterloo was één van de vier belangrijkste Nederlandse dirigenten van de twintigste eeuw. Als componist liet hij een klein maar verfijnd oeuvre na. Zijn bekendste werk is de Symphoniëtta (1943), die behoort tot de meest gespeelde Nederlandse composities. Van Otterloo's levensverhaal geeft een interessant tijdsbeeld van het muziekleven tussen 1928 en 1978. Hij begon zijn loopbaan als tutticellist in het Utrechts Stedelijk Orkest. Een compositieprijsvraag van het Concertgebouw in 1932 bleek bepalend voor zijn toekomst. De orkestsuite die hij instuurde, werd bekroond met de eerste prijs en hij mocht de uitvoering door het Concertgebouworkest zelf dirigeren. Het USO stelde hem in 1934 aan als tweede en in 1937 als eerste dirigent. Hij bleef aan toen het USO in 1943 werd ingezet bij de Europasender, een Duitse propagandazender. Dit kwam hem na de bevrijding te staan op een veroordeling door de Ereraad voor de muziek.In 1949 werd Van Otterloo eerste dirigent van het Residentie Orkest, dat hij bijna een kwart eeuw leidde. Het Haagse orkest ging met hem een ongekende bloeitijd tegemoet. In 1950 werd hij een van de vaste dirigenten van het nieuwe platenlabel van Philips, dat hem behalve met het RO opnamen liet maken in Berlijn, Parijs en Wenen. De vele Philips-lp's droegen bij tot zijn internationale reputatie. Na het overlijden van Eduard van Beinum in 1959 werd algemeen verwacht dat hij diens opvolger zou worden bij het Concertgebouworkest. De keuze viel echter op Bernard Haitink en Van Otterloo bleef in Den Haag. In de jaren zestig kwam Van Otterloo bij het RO onder vuur te liggen door de roep om inspraak en repertoirevernieuwing. Als gastdirigent verlegde hij zijn activiteiten deels naar het buitenland. Na zijn vertrek bij het RO in 1973 werd hij chef-dirigent van het Sydney Symphony Orchestra. In 1978 overleed hij in Australië bij een verkeersongeval.Recensie: Dit vlot geschreven imposante boek is een handelsuitgave van een academisch proefschrift over de introverte levens- en musiceerstijl van een van Nederlands bekende orkestleiders met een interessant tijdsbeeld (1933-1978). Zelf voortgekomen uit de orkestpraktijk stond hij als vaste dirigent "op de bok" van respectievelijk het Utrechts Stedelijk Orkest en het Residentie Orkest. Ook de kronieken van beide ensembles uit die periode worden door de promovendus - muziekjournalist en leraar vwo geschiedenis - in detail beschreven. Voor diegenen die onder Van Otterloo hebben gespeeld, is dit relaas 'gefundenes Fressen'. Maar voor hen niet alleen! Het boek bevat naast talrijke bijlagen en foto's een dvd met een tweetal televisieregistraties uit respectievelijk 1963 (Gebouw K&W Den Haag, Brahms III) en 1976 (St. Bavokerk Haarlem, Beethoven IX). Het boek en de dvd zijn toonaangevend voor de onderhavige periode van het orkestbedrijf.Metagegevens • Van Gruting • Gebonden • 629 pagina’s • ISBN 9789075879407 • NUR: 660 - Muziek algemeen • Genre: Kunst, Muziek, Biografieën • Trefwoorden: Dirigent, Residentie Orkest, Van OtterlooOver de auteur: Niek Nelissen (1952) studeerde geschiedenis in Groningen. Hij is werkzaam als leraar aan het Stedelijk Gymnasium in Arnhem en als toetsdeskundige bij het Cito. Als muziekjournalist schreef hij een groot aantal artikelen voor muziektijdschriften en toelichtingen bij cd-uitgaven op muziekhistorisch gebied. De biografie van Willem van Otterloo is de handelsuitgave van het proefschrift dat hij in 2009 verdedigde aan de Radboud Universiteit Nijmegen.Over de uitgever: Uitgeverij Van Gruting, opgericht in 1996, legt zich toe op het uitgeven van boeken op het terrein van geschiedenis, kunstgeschiedenis, muziekgeschiedenis en literatuurgeschiedenis. Van Grutinggeb - 628 blz
non-fictie
Madelon de Keizer
Als een meeuw op de golven
Nog geen zeventien jaar oud was de Amsterdamse hbs'er Albert Verwey toen hij debuteerde met het gedicht 'De Roze' in een gerespecteerd literair tijdschrift. Kort daarna werd hij met Willem Kloos een van meest bewonderde vaandeldragers van de Beweging van Tachtig. Maar hij ontwikkelde zich snel. Na zijn breuk met Kloos in 1888 werd Verwey een strijdbaar dichter en literatuurcriticus, die uiteindelijk in de jaren dertig van de twintigste eeuw erkenning kreeg als een 'waarlijk nationaal figuur' en een schepper van waarden: een Dichter des Vaderlands! Cultuurhistoricus Madelon de Keizer verdiepte zich in Verweys unieke en zeer omvangrijke archief en las de duizenden brieven die hij met beroemde tijdgenoten in binnen- en buitenland wisselde. 'Als een meeuw op de golven' beschrijft zijn veelomvattende leven en werk aan de hand van zijn liefde voor zijn vrouw Kitty van Vloten en zijn vriendschap met de schilder Jan Veth, zijn hartsvriend en latere vijand Willem Kloos, zijn moeizame relatie met Lodewijk van Deyssel, zijn beroemde Duitse dichtersvriend Stefan George, zijn 'pupil' P.N. van Eyck en zijn bewonderaar Maurits Uyldert. Uit deze eerste moderne biografie van Verwey komt een dichter en criticus naar voren wiens werk de grote veranderingen in de wereld van zijn tijd reflecteerde. Net als Huizinga toonde Verwey zich in de jaren dertig een sterk geëngageerd intellectueel. Zijn dichterschap blijkt ook nu nog actueel. Prometheusgeb - 766 blz
non-fictie
Marcel Groenewegen
Armand en nou ik
Armand werd in 1967 beroemd dankzij zijn hit 'Ben ik te min' en groeide uit tot Nederlands bekendste hippie, protestzanger en cannabisambassadeur. Maar wie was de mens die schuilging achter dit roodharige sixties-icoon? Ondanks een jeugd waarin het niet meezat kende Armand in de jaren zestig vele successen. De muziek, in de stijl van zijn grote voorbeelden Bob Dylan, Pete Seeger en Woody Guthrie, in combinatie met de scherpe, observerende, poëtische en maatschappijkritische teksten in zijn moerstaal, maakte van hem een unieke en authentieke artiest. Hij speelde overal in Nederland en België, verzorgde het voorprogramma van The Rolling Stones en tourde met The Troggs. Maar de invloed van geld, roem en drugs betekende destijds ook bijna zijn ondergang. Vanaf de jaren zeventig verdween hij voor het grote publiek uit beeld. Toch bleef hij nummers schrijven en optreden, ook toen cocaïne en onzekerheden zijn leven domineerden. Zijn carrière kende pieken en dalen; volharding resulteerde uiteindelijk in een cultstatus. In 'Armand en nou ik' vertelt Marcel Groenewegen het verhaal van een artiest en zijn oeuvre, maar vooral dat van een man en zijn turbulente leven. Nijgh & van Ditmarpap - 336 blz
non-fictie
Jan Fontijn
Moederskinderen
Het was voor Jan Fontijn een schok van herkenning toen hij Stendhals emotionele beschrijving las over de dood van diens moeder. Het herinnerde hem aan de nauwe band die hij als kind met zijn eigen moeder had en hoe die band door haar verschrikkelijke dood werd verbroken. Deze lees- en levenservaring was voor Fontijn aanleiding op zoek te gaan naar de wijze waarop een aantal prominente mannelijke schrijvers de band met hun moeder hebben beleefd en beschreven. Helder en beknopt weet hij de hoogte- en dieptepunten van de moeder-zoonrelatie te beschrijven. Zo komen in 'Moederskinderen' buitenlandse auteurs als Paul Léautaud, Michel Houellebecq, Charles Baudelaire, Rainer Maria Rilke, Friedrich Nietzsche, Marcel Proust en André Gide aan bod. Maar ook Nederlandstalige auteurs zijn met Gerard Reve, Herman Gorter, Jan Hanlo, Martinus Nijhoff, Frederik van Eeden, Lodewijk van Deyssel en de Belgische Maurice Gilliams goed vertegenwoordigd. 'Moederskinderen' noemt hij die door hem gekozen schrijvers, omdat de moederliefde of het intens verlangen daarnaar zo dominant in hun leven en werk aanwezig is. Hun relatie met hun moeder is vaak ontroerend en navrant en is voor Jan Fontijn meer dan eens aanleiding om die te verbinden met zijn eigen relatie met zijn moeder. Er zijn ook schrijvers die hun moeder nooit gekend hebben en leden onder dat gemis. Het boek sluit af met een korte schets van de wijze waarop psychiaters H.C. Halberstadt-Freud, Sigmund Freud en Georg Groddeck de relatie tussen moeder en zoon beschouwden. Prometheuspap - 170 blz