Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Non-Fictie/Biografieën/Een passie voor precisie
Rob van den Berg
Een passie voor precisie
Frederik Kaiser (1808-1872) Vader van de Leidse Sterrewacht
€ 30,00 Oorspronkelijke prijs was: € 30,00.€ 9,90Huidige prijs is: € 9,90.
Frederik Kaiser was Nederlands grootste sterrenkundige van de negentiende eeuw. In de meer dan veertig jaar waarin hij aan de Leidse universiteit verbonden was, schopte hij het van simpel observator tot hoogleraar en zelfs tot rector magnificus. Hij slaagde erin de plaatselijke sterrenwacht te veranderen in een observatorium waar uiterst nauwkeurige waarnemingen werden verricht, die binnen- en buitenlandse astronomen met ontzag vervulden. Met zijn werk legde hij het fundament voor de latere bloei van de Nederlandse astronomie. Als begenadigd leraar inspireerde hij studenten als Lorentz en Van der Waals, en als bekende Nederlander wist hij een breed publiek enthousiast te krijgen voor zijn vak. Dat bleek eens te meer toen landgenoten uit alle windstreken de portemonnee trokken voor de bouw van een nieuwe Leidse Sterrewacht. Met een ijzeren volharding zorgde Kaiser er vervolgens voor dat de krakkemikkige behuizing op het dak van het Academiegebouw in 1861 kon worden verruild voor een gloednieuw gebouw in de Leidse Hortus. Om al die redenen verdienen zijn leven en werk een veel grotere bekendheid.
Gerelateerde producten
muziek

Niek Nelissen
Willem van Otterloo
Willem van Otterloo was één van de vier belangrijkste Nederlandse dirigenten van de twintigste eeuw. Als componist liet hij een klein maar verfijnd oeuvre na. Zijn bekendste werk is de Symphoniëtta (1943), die behoort tot de meest gespeelde Nederlandse composities. Van Otterloo's levensverhaal geeft een interessant tijdsbeeld van het muziekleven tussen 1928 en 1978. Hij begon zijn loopbaan als tutticellist in het Utrechts Stedelijk Orkest. Een compositieprijsvraag van het Concertgebouw in 1932 bleek bepalend voor zijn toekomst. De orkestsuite die hij instuurde, werd bekroond met de eerste prijs en hij mocht de uitvoering door het Concertgebouworkest zelf dirigeren. Het USO stelde hem in 1934 aan als tweede en in 1937 als eerste dirigent. Hij bleef aan toen het USO in 1943 werd ingezet bij de Europasender, een Duitse propagandazender. Dit kwam hem na de bevrijding te staan op een veroordeling door de Ereraad voor de muziek.In 1949 werd Van Otterloo eerste dirigent van het Residentie Orkest, dat hij bijna een kwart eeuw leidde. Het Haagse orkest ging met hem een ongekende bloeitijd tegemoet. In 1950 werd hij een van de vaste dirigenten van het nieuwe platenlabel van Philips, dat hem behalve met het RO opnamen liet maken in Berlijn, Parijs en Wenen. De vele Philips-lp's droegen bij tot zijn internationale reputatie. Na het overlijden van Eduard van Beinum in 1959 werd algemeen verwacht dat hij diens opvolger zou worden bij het Concertgebouworkest. De keuze viel echter op Bernard Haitink en Van Otterloo bleef in Den Haag. In de jaren zestig kwam Van Otterloo bij het RO onder vuur te liggen door de roep om inspraak en repertoirevernieuwing. Als gastdirigent verlegde hij zijn activiteiten deels naar het buitenland. Na zijn vertrek bij het RO in 1973 werd hij chef-dirigent van het Sydney Symphony Orchestra. In 1978 overleed hij in Australië bij een verkeersongeval.Recensie: Dit vlot geschreven imposante boek is een handelsuitgave van een academisch proefschrift over de introverte levens- en musiceerstijl van een van Nederlands bekende orkestleiders met een interessant tijdsbeeld (1933-1978). Zelf voortgekomen uit de orkestpraktijk stond hij als vaste dirigent "op de bok" van respectievelijk het Utrechts Stedelijk Orkest en het Residentie Orkest. Ook de kronieken van beide ensembles uit die periode worden door de promovendus - muziekjournalist en leraar vwo geschiedenis - in detail beschreven. Voor diegenen die onder Van Otterloo hebben gespeeld, is dit relaas 'gefundenes Fressen'. Maar voor hen niet alleen! Het boek bevat naast talrijke bijlagen en foto's een dvd met een tweetal televisieregistraties uit respectievelijk 1963 (Gebouw K&W Den Haag, Brahms III) en 1976 (St. Bavokerk Haarlem, Beethoven IX). Het boek en de dvd zijn toonaangevend voor de onderhavige periode van het orkestbedrijf.Metagegevens • Van Gruting • Gebonden • 629 pagina’s • ISBN 9789075879407 • NUR: 660 - Muziek algemeen • Genre: Kunst, Muziek, Biografieën • Trefwoorden: Dirigent, Residentie Orkest, Van OtterlooOver de auteur: Niek Nelissen (1952) studeerde geschiedenis in Groningen. Hij is werkzaam als leraar aan het Stedelijk Gymnasium in Arnhem en als toetsdeskundige bij het Cito. Als muziekjournalist schreef hij een groot aantal artikelen voor muziektijdschriften en toelichtingen bij cd-uitgaven op muziekhistorisch gebied. De biografie van Willem van Otterloo is de handelsuitgave van het proefschrift dat hij in 2009 verdedigde aan de Radboud Universiteit Nijmegen.Over de uitgever: Uitgeverij Van Gruting, opgericht in 1996, legt zich toe op het uitgeven van boeken op het terrein van geschiedenis, kunstgeschiedenis, muziekgeschiedenis en literatuurgeschiedenis. Van Grutinggeb - 628 blz
mens & maatschappij

Eugénie Smits van Waesberghe
Zwartboek adoptie
Zwartboek adoptie in Nederland in de 20e eeuw De invoering van de Adoptiewet in 1956 zorgde ervoor dat adoptie wettelijk onder de verantwoordelijkheid van de Nederlandse overheid viel. Een grote vraag naar baby's in Nederland door veelal kinderloze echtparen was het gevolg. Ongehuwde vrouwen stonden, vaak onder informele dwang, na de bevalling hun baby af. Dat gebeurde meestal in zogeheten doorgangshuizen waar zwangere meisjes en vrouwen verbleven en waaraan de overheid destijds financieel bijdroeg. Naar schatting zijn tussen 1956 en 1984 rond de 15.000 tot 25.000 baby's op deze manier afgestaan. Dit zorgde toen al voor veel leed, maar het werd decennia later nog veel pijnlijker toen geadopteerden op zoek gingen naar hun onbekende biologische moeders en vaders. Persoonsgegevens van geboorte- en adoptiefamilies blijken in geheime dossiers opgeslagen, zijn niet ter inzage of indertijd (moedwillig) verdwenen in opdracht van adoptieouders of zijn van hogerhand vernietigd. In 'Zwartboek adoptie' vertellen geadopteerden over hun persoonlijke adoptieverhaal en de levenslange impact ervan. Evenals moeders die vaak onvrijwillig en onwetend ooit een baby afstonden aan andere Nederlandse echtparen. Ze durven nu eindelijk hun verhaal te doen. Afstandsmoeders, afstandsvaders, geadopteerden en ook niet geadopteerde kinderen en familieleden komen uitgebreid aan het woord. Ook deskundigen die in hun werk in aanraking kwamen met adoptie als medewerkers van de Raad voor de Kinderbescherming, therapeuten en jeugdhulpverleners, historici en hoogleraren in religiegeschiedenis en sociale demografische geschiedenis, een kinderrechter en een kindertehuisdirecteur vertrouwen hun ervaringen over de adopties toe aan dit zwartboek. Allen tekenen zo met elkaar de inktzwarte rand om de Nederlandse adoptiegeschiedenis. We kunnen het niet veranderen, maar het gaat erom dat we het erkennen en van de fouten leren. De schrijfster van Zwartboek adoptie is Eugénie Smits van Waesberghe (1965). Zij is journalistiek onderzoeker, psychosociaal therapeut en coach. Zelf is Eugénie ook geboren in een doorgangshuis, onder dwang bij haar moeder weggenomen en ter adoptie in een pleeggezin geplaatst. De afgelopen vijf jaar stuitte Eugénie, mede door haar eigen zoektocht naar informatie over haar biologische moeder en vader, op gesloten deuren. 'Veel is onbekend, over veel wordt gezwegen en weinig is mogelijk om duidelijkheid te krijgen,' aldus Eugénie. Tijdens haar zoektocht kwam zij in contact met vele lotgenoten, wier verhalen, zoektochten, adoptieverleden en adoptieleed zij in dit boek heeft opgetekend. Eugénie studeerde aan de faculteit Sociale Wetenschappen en de Rechtenfaculteit van de Rijksuniversiteit Utrecht (Nederlands recht). Ze is getrouwd, heeft twee kinderen en werkt onder meer als psychosociaal therapeut en coach. Deskundige is Eugénie op het gebied van risicotaxatie, casusregie en het opstellen van veiligheidsplannen in complexe gezinssystemen en op het terrein van afstand, adoptie en hechting. Als deskundige en belangenbehartiger is Eugénie sinds 2018 lid van de ministeriële werkgroep Binnenlandse afstand en adoptie. Deze werkgroep heeft de totstandkoming van het landelijke onderzoek naar de binnenlandse afstand en adoptie en de oprichting van het landelijk meldpunt in 2019 voorbereid. NAUpap - 340 blz
non-fictie

Nop Maas
Gerard Reve. De vroege jaren 1923-1962
Gerard Reve (1923-2006) was een van de grootste Nederlandse schrijvers van de twintigste eeuw. Met zijn debuut De avonden (1947) schreef hij een roman die een klassieker zou worden, ook al zag het daar aanvankelijk niet echt naar uit. Verhalen als De ondergang van de familie Boslowits en Werther Nieland, de brievenboeken Op weg naar het einde en Nader tot u, romans als Oud en eenzaam, Moeder en zoon en Bezorgde ouders: het zijn allemaal geschriften die horen bij de canon van de literatuur. Zijn leven lang was Gerard Reve een omstreden auteur, die geregeld in de publiciteit kwam wegens zijn non-conformistisch optreden en zijn provocerende uitspraken. Hij was een van de bepalende figuren in het culturele leven van de tweede helft van de twintigste eeuw.Op 30 oktober 2009, ruim 60 jaar na Reve's romandebuut en ruim drie jaar na diens dood, verscheen het eerste deel van de indrukwekkende, driedelige biografie van literair historicus en Reve-kenner par excellence Nop Maas: 'Gerard Reve - Kroniek van een schuldig leven. De vroege jaren.'In het eerste deel van de biografie wordt een schat aan nieuwe informatie over Gerard Reve's veelbewogen leven voor het eerst openbaar: over zijn jeugdjaren; de oorlogsperiode; zijn huwelijk met de dichteres Hanny Michaelis; de worsteling met zijn homoseksualiteit, zijn communistische verleden en de godsdienst; de achtergronden en de vaak moeizame totstandkoming van zijn werk. De door Reve in omloop gebrachte mythes worden ontrafeld; de verwevenheid van leven en werk wordt, voorzover mogelijk, vastgelegd.Mede dankzij de ruimhartige medewerking van Reve's laatste levenspartner Joop Schafthuizen, die Maas inzage gaf in het privé-archief van de schrijver en tevens toestemming verleende om ruimschoots te citeren uit de vele, tot dusver onbekende, originele Reve-teksten waar Maas de hand op wist te leggen, moet Gerard Reve - Kroniek van een schuldig leven bij voorbaat worden beschouwd als hét standaardwerk over Reve's leven en werken. Van OorschotPAP - 730 blz
non-fictie

Robert Regout
Robert Hubert Willem Regout (Maastricht, 18 januari 1896 – Dachau, 28 december 1942) was een Nederlands jezuïet, rechtsgeleerde en verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog. Regout was een telg uit de bekende Maastrichtse fabrikantenfamilie Regout en groeide op in de ouderlijke villa Kruisdonk, destijds gemeente Meerssen. Als jongeman volgde hij een gymnasiumopleiding aan het Sint-Willibrorduscollege in Katwijk aan den Rijn. Tijdens zijn verblijf op dit jezuïeteninternaat koos hij voor een geestelijke loopbaan. Op verzoek van zijn vader behaalde hij eerst zijn kandidaatsexamen rechten aan de Universiteit Leiden, waarna hij op 5 januari 1915 intrad bij de jezuïeten. In 1927 werd hij tot priester gewijd. Toen de oorlog uitbrak reisde Regout stad en land af om advies te geven over de ontstane situatie. Hij riep op tot verzet en besprak de mogelijkheden hiertoe. Hij adviseerde universiteiten om een rechte rug te houden tegenover de Duitse bezetter. In juni 1940 verscheen een artikel van zijn hand geheten 'De rechtstoestand in bezet gebied'. Hierin werd helder uiteengezet welke rechten de bezetter in dit gebied volgens het Haags Landoorlogsreglement kon doen gelden en welke niet. Dit alles wekte bij de Duitsers wrevel en achterdocht, omdat de jurist Regout met zijn kennis van zaken afbreuk kon doen aan hun plannen met bezet Nederland. Wegens zijn kritische houding ten aanzien van het naziregime werd hij op 3 juli 1940 gearresteerd waarna een lange gevangenschap volgde in Arnhem, Berlijn en uiteindelijk het concentratiekamp te Dachau, waar hij vele lotgenoten moreel bijstond. Uiteindelijk stierf hij in Dachau in 1942. Tien dagen voor zijn dood schreef hij in zijn testament: Als Onze Lieve Heer het 'offer' van mijn leven vraagt, dan met grote vreugde voor geloof en vaderland en bijzonder voor studenten en professoren van de Nijmeegse universiteit. Omnia-Faustageb - 152 blz