Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Geschiedenis/De ontvoering van God
Raoul Bauer
De ontvoering van God
De betekenis van de gotische kerkarchitectuur
€ 27,50 Oorspronkelijke prijs was: € 27,50.€ 9,90Huidige prijs is: € 9,90.
ISBN: 9789058266569. Auteur: Raoul Bauer Paginas: 144 Uitgever: Davidsfonds Categorie: Geschiedenis.
In ‘De ontvoering van God’ reist Raoul Bauer terug naar de twaalfde eeuw, de periode waarin de eerste gotische constructies het licht zagen. Hij onderzoekt de omstandigheden die aan de basis lagen van de overgang van de romaanse naar de gotische kerkarchitectuur. Eén van de belangrijkste redenen voor de stijlwisseling was de veranderende tijdgeest, gedreven door een andere kijk op God, de mens en de wereld.
Gerelateerde producten
geschiedenis
Edward Wilson-Lee
De gezonken verzameling van Ferdinand Columbus
'De gezonken verzameling van Ferdinand Columbus' vertelt het ongelofelijke verhaal van de buitenechtelijke zoon van Christoffel Columbus, Ferdinand Columbus, die de prestaties en bekendheid van zijn vader wilde evenaren door alle kennis ter wereld te verzamelen onder één dak. Hij was een van de eerste visionairs die het belang van de uitvinding van de drukpers begreep en zag hoe een enorme schat aan beschikbare informatie de manier van denken en de hele maatschappij zou kunnen veranderen. Ferdinand reisde jarenlang door de Nieuwe Wereld, hielp de eerste kaarten van de moderne wereld te ontwerpen, reisde naar elke grote stad van Europa en kende de belangrijkste figuren van zijn tijd ? van het Spaanse koningspaar tot Erasmus, Thomas More en Albrecht Dürer. Hij schreef de eerste biografie van zijn vader, en schiep daardoor de legende van Columbus die honderden jaren bepaalde hoe Europeanen de wereld zagen. Hij verzamelde ook de grootste collectie geprinte afbeeldingen en muziek uit die tijd en richtte waarschijnlijk Europa's eerste botanische tuin op en de allergrootste privébibliotheek die er op dat moment te vinden was. Meulenhoffgeb - 480 blz
geschiedenis
K. de Jong Ozn.
Gods eer zij ’t merk van al uw werk
'De Geschiedenis van het Friesch Dagblad' kan worden omschreven als de biografie van een krant (verschijnend sinds 1903). In dit tweede deel wordt de periode 1935-1971 behandeld: de tijd van de economische crisis van de jaren dertig en het leiderschap van Colijn, de Tweede Wereldoorlog en de onderduik van het Friesch Dagblad, het verlies van 'ons Indië', de Nieuw-Guinea kwestie en de grote maatschappelijke omwenteling van de jaren zestig. Het is de tijd waarin Hendrik Algra – antirevolutionair in hart en nieren, lid van de Eerste Kamer en schrijver van vele boeken – de markante hoofdredacteur van het Friesch Dagblad is en zijn stempel op de krant drukt. Net als het voorafgaande deel biedt Deel II een boeiend verhaal over een veranderende wereld, gezien door de ogen van Friese gereformeerden en antirevolutionairen. Bijzondere aandacht is er voor de gebeurtenissen in Friesland en de parlementaire geschiedenis van Nederland. K. de Jong Ozn. (Drachten 1926-Sneek 2011) studeerde Geschiedenis en Nederlands aan de Vrije Universiteit. Hij was achtereenvolgens leraar in Dokkum, rector in Goes en Amersfoort, staatssecretaris van onderwijs (kabinetten Den Uyl en Van Agt 1) en voorzitter van de Unie voor Christelijk Onderwijs. Hij was tien jaar columnist van Het Buitenhof en de Haagsche Courant en schreef lange tijd voor het Centraal Weekblad en het Friesch Dagblad over politiek, onderwijs en literatuur. Hij publiceerde een aantal dichtbundels, een bundel novellen alsook een boek over de geschiedenis van de Unie voor Christelijk Onderwijs (Een verhaal dat verder gaat, 1999). In 2003 verscheen het eerste deel van zijn geschiedenis van het Friesch Dagblad onder de titel Zij zullen het niet hebben. Bornmeergeb - 509 blz
geschiedenis
H.L. Wesseling
Verzamelen, nadenken, opschrijven
Henk Wesseling was niet alleen een mens met veel kanten, hij was ook een historicus met veel mogelijkheden. Hij was onmiskenbaar een Leids historicus, die de ironische distantie moeiteloos verbond met de hartstocht voor zijn vak. Ook was hij in menig opzicht een Nederlands historicus, die zich een herkenbare plaats wist te verwerven in de vaderlandse historiografie. En hij was natuurlijk een wereldhistoricus, een van de grote kenners van het imperialisme. Leiden, Nederland, de wereld; zo deelde hij graag zijn actieradius in. Maar Wesseling was ook, en die klemtoon bepaalde de keus van de in deze bundel opgenomen stukken, een klassiek historicus. Dat wil zeggen dat hij hechtte aan de feiten zoals hij ze met grote zorgvuldigheid vaststelde. Tegelijk was hij een echte schrijver, die wist dat hij een beeld van de historische werkelijkheid ontwierp, een persoonlijk beeld, maar wel zo objectief mogelijk. En hij was een politiek historicus, iemand die de macht en desnoods de oorlog (al loste die niets op) in het centrum van het verhaal stelde. Dwars door alle geleerde modes heen (en hij kende ze allemaal en was erdoor gefascineerd) bleef hij een oud metier uitoefenen. Wesseling was een collega van Thucydides. Prometheuspap - 416 blz
geschiedenis
Herman Hülsmann
Mijn reis naar Indië 1928-1929
In dit dagboek neemt Hermann Hülsmann ons mee op reis naar het toen nog verre Nederlands-Indië. Hülsmann was samen met drie andere studenten uitgenodigd door de Vereeniging Jan Pieterszoon Coen, die met groepsreizen de deelnemers wilde interesseren voor topfuncties in Indië. Er moest dan wel een verslag worden geschreven over enkele projecten die onderweg werden bezocht. Hermann Hülsmann beperkte zich niet tot de beschrijving van 'enkele projecten'. Hij zette zo veel mogelijk waarnemingen op papier. En hij maakte er foto's bij. Het resultaat is een levendig en vaak humoristisch geschreven verslag van een tijdsbeeld. Het dagboek begint met de avontuurlijke heenreis met de boot door het Suezkanaal. In Indië bezoekt hij bekende trekpleisters, die toen nog niet zo toeristisch waren als nu. En hij schrijft uitgebreid over het dagelijks leven en werken in die tijd. 'Mijn reis naar Indië' bevat veel bijzondere wetenswaardigheden, onder andere over de toenmalige stand van de techniek. Hermann eindigt zijn bezoek met een reis door Atjeh met de zogenaamde Atjeh Tram (opgeheven in 1962). In dit deel van het dagboek beschrijft hij onder andere de wegenbouwprojecten in dit toen nog onontgonnen gebied. Voor Hermann Hülsmann (1902-1983) bleef dit de reis van zijn leven. Uiteindelijk is hij niet naar Indië gegaan om daar een leidende functie te gaan vervullen. In plaats daarvan koos hij voor een carrière bij de rechterlijke macht in Nederland. En niet zonder succes: hij nam afscheid van zijn werkzame leven als Raadsheer van de Hoge Raad der Nederlanden. LM Publishersgeb - 512 blz