Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Non-Fictie/Economie & politiek/De lustfabriek
Robbert Ophorst
De lustfabriek
50 jaar Nederlandse porno-industrie
€ 19,99 Oorspronkelijke prijs was: € 19,99.€ 7,90Huidige prijs is: € 7,90.
ISBN: 9789047006572. Bindwijze: pap Taal: NL Uitgever: Businesscontact Auteur: Robbert Ophorst Paginas: 286 Categorieën: Economie & politiek, Non-Fictie.
In Nederland kijkt meer dan driekwart van de mannen en bijna de helft van de vrouwen wel eens porno. Maar aan de ondernemerskant blijft deze bedrijfstak grotendeels onzichtbaar, al gaan er miljoenen in om. ‘De lustfabriek’ vertelt over de Nederlandse mannen en vrouwen die met veel gevoel voor avontuur en een neus voor geld de maatschappelijke grenzen opzochten.
Gerelateerde producten
mens & maatschappij

Eugénie Smits van Waesberghe
Zwartboek adoptie
Zwartboek adoptie in Nederland in de 20e eeuw De invoering van de Adoptiewet in 1956 zorgde ervoor dat adoptie wettelijk onder de verantwoordelijkheid van de Nederlandse overheid viel. Een grote vraag naar baby's in Nederland door veelal kinderloze echtparen was het gevolg. Ongehuwde vrouwen stonden, vaak onder informele dwang, na de bevalling hun baby af. Dat gebeurde meestal in zogeheten doorgangshuizen waar zwangere meisjes en vrouwen verbleven en waaraan de overheid destijds financieel bijdroeg. Naar schatting zijn tussen 1956 en 1984 rond de 15.000 tot 25.000 baby's op deze manier afgestaan. Dit zorgde toen al voor veel leed, maar het werd decennia later nog veel pijnlijker toen geadopteerden op zoek gingen naar hun onbekende biologische moeders en vaders. Persoonsgegevens van geboorte- en adoptiefamilies blijken in geheime dossiers opgeslagen, zijn niet ter inzage of indertijd (moedwillig) verdwenen in opdracht van adoptieouders of zijn van hogerhand vernietigd. In 'Zwartboek adoptie' vertellen geadopteerden over hun persoonlijke adoptieverhaal en de levenslange impact ervan. Evenals moeders die vaak onvrijwillig en onwetend ooit een baby afstonden aan andere Nederlandse echtparen. Ze durven nu eindelijk hun verhaal te doen. Afstandsmoeders, afstandsvaders, geadopteerden en ook niet geadopteerde kinderen en familieleden komen uitgebreid aan het woord. Ook deskundigen die in hun werk in aanraking kwamen met adoptie als medewerkers van de Raad voor de Kinderbescherming, therapeuten en jeugdhulpverleners, historici en hoogleraren in religiegeschiedenis en sociale demografische geschiedenis, een kinderrechter en een kindertehuisdirecteur vertrouwen hun ervaringen over de adopties toe aan dit zwartboek. Allen tekenen zo met elkaar de inktzwarte rand om de Nederlandse adoptiegeschiedenis. We kunnen het niet veranderen, maar het gaat erom dat we het erkennen en van de fouten leren. De schrijfster van Zwartboek adoptie is Eugénie Smits van Waesberghe (1965). Zij is journalistiek onderzoeker, psychosociaal therapeut en coach. Zelf is Eugénie ook geboren in een doorgangshuis, onder dwang bij haar moeder weggenomen en ter adoptie in een pleeggezin geplaatst. De afgelopen vijf jaar stuitte Eugénie, mede door haar eigen zoektocht naar informatie over haar biologische moeder en vader, op gesloten deuren. 'Veel is onbekend, over veel wordt gezwegen en weinig is mogelijk om duidelijkheid te krijgen,' aldus Eugénie. Tijdens haar zoektocht kwam zij in contact met vele lotgenoten, wier verhalen, zoektochten, adoptieverleden en adoptieleed zij in dit boek heeft opgetekend. Eugénie studeerde aan de faculteit Sociale Wetenschappen en de Rechtenfaculteit van de Rijksuniversiteit Utrecht (Nederlands recht). Ze is getrouwd, heeft twee kinderen en werkt onder meer als psychosociaal therapeut en coach. Deskundige is Eugénie op het gebied van risicotaxatie, casusregie en het opstellen van veiligheidsplannen in complexe gezinssystemen en op het terrein van afstand, adoptie en hechting. Als deskundige en belangenbehartiger is Eugénie sinds 2018 lid van de ministeriële werkgroep Binnenlandse afstand en adoptie. Deze werkgroep heeft de totstandkoming van het landelijke onderzoek naar de binnenlandse afstand en adoptie en de oprichting van het landelijk meldpunt in 2019 voorbereid. NAUpap - 340 blz
muziek

Niek Nelissen
Willem van Otterloo
Willem van Otterloo was één van de vier belangrijkste Nederlandse dirigenten van de twintigste eeuw. Als componist liet hij een klein maar verfijnd oeuvre na. Zijn bekendste werk is de Symphoniëtta (1943), die behoort tot de meest gespeelde Nederlandse composities. Van Otterloo's levensverhaal geeft een interessant tijdsbeeld van het muziekleven tussen 1928 en 1978. Hij begon zijn loopbaan als tutticellist in het Utrechts Stedelijk Orkest. Een compositieprijsvraag van het Concertgebouw in 1932 bleek bepalend voor zijn toekomst. De orkestsuite die hij instuurde, werd bekroond met de eerste prijs en hij mocht de uitvoering door het Concertgebouworkest zelf dirigeren. Het USO stelde hem in 1934 aan als tweede en in 1937 als eerste dirigent. Hij bleef aan toen het USO in 1943 werd ingezet bij de Europasender, een Duitse propagandazender. Dit kwam hem na de bevrijding te staan op een veroordeling door de Ereraad voor de muziek.In 1949 werd Van Otterloo eerste dirigent van het Residentie Orkest, dat hij bijna een kwart eeuw leidde. Het Haagse orkest ging met hem een ongekende bloeitijd tegemoet. In 1950 werd hij een van de vaste dirigenten van het nieuwe platenlabel van Philips, dat hem behalve met het RO opnamen liet maken in Berlijn, Parijs en Wenen. De vele Philips-lp's droegen bij tot zijn internationale reputatie. Na het overlijden van Eduard van Beinum in 1959 werd algemeen verwacht dat hij diens opvolger zou worden bij het Concertgebouworkest. De keuze viel echter op Bernard Haitink en Van Otterloo bleef in Den Haag. In de jaren zestig kwam Van Otterloo bij het RO onder vuur te liggen door de roep om inspraak en repertoirevernieuwing. Als gastdirigent verlegde hij zijn activiteiten deels naar het buitenland. Na zijn vertrek bij het RO in 1973 werd hij chef-dirigent van het Sydney Symphony Orchestra. In 1978 overleed hij in Australië bij een verkeersongeval.Recensie: Dit vlot geschreven imposante boek is een handelsuitgave van een academisch proefschrift over de introverte levens- en musiceerstijl van een van Nederlands bekende orkestleiders met een interessant tijdsbeeld (1933-1978). Zelf voortgekomen uit de orkestpraktijk stond hij als vaste dirigent "op de bok" van respectievelijk het Utrechts Stedelijk Orkest en het Residentie Orkest. Ook de kronieken van beide ensembles uit die periode worden door de promovendus - muziekjournalist en leraar vwo geschiedenis - in detail beschreven. Voor diegenen die onder Van Otterloo hebben gespeeld, is dit relaas 'gefundenes Fressen'. Maar voor hen niet alleen! Het boek bevat naast talrijke bijlagen en foto's een dvd met een tweetal televisieregistraties uit respectievelijk 1963 (Gebouw K&W Den Haag, Brahms III) en 1976 (St. Bavokerk Haarlem, Beethoven IX). Het boek en de dvd zijn toonaangevend voor de onderhavige periode van het orkestbedrijf.Metagegevens • Van Gruting • Gebonden • 629 pagina’s • ISBN 9789075879407 • NUR: 660 - Muziek algemeen • Genre: Kunst, Muziek, Biografieën • Trefwoorden: Dirigent, Residentie Orkest, Van OtterlooOver de auteur: Niek Nelissen (1952) studeerde geschiedenis in Groningen. Hij is werkzaam als leraar aan het Stedelijk Gymnasium in Arnhem en als toetsdeskundige bij het Cito. Als muziekjournalist schreef hij een groot aantal artikelen voor muziektijdschriften en toelichtingen bij cd-uitgaven op muziekhistorisch gebied. De biografie van Willem van Otterloo is de handelsuitgave van het proefschrift dat hij in 2009 verdedigde aan de Radboud Universiteit Nijmegen.Over de uitgever: Uitgeverij Van Gruting, opgericht in 1996, legt zich toe op het uitgeven van boeken op het terrein van geschiedenis, kunstgeschiedenis, muziekgeschiedenis en literatuurgeschiedenis. Van Grutinggeb - 628 blz
non-fictie

Abram de Swaan
Tegen de vrouwen
In de afgelopen halve eeuw is over de hele wereld het onderwijs op alle niveaus in razend tempo uitgebreid, vooral voor meisjes en jonge vrouwen. Daarmee veranderden de man-vrouwverhoudingen navenant. Vrouwen trouwen later, krijgen minder kinderen, werken langer en verdienen meer. Die winst aan kennis, inkomen en ook aan macht is voor veel mannen maar moeilijk te verkroppen. Vrouwen hebben mannen nu minder nodig als beschermer of als financieel toeverlaat. Volgens Abram de Swaan leidt deze ondermijning van de mannelijke overheersing tot maatschappelijke en psychische spanningen, die te herleiden zijn tot de kwetsuur van het mannelijk eergevoel: een collectieve en persoonlijke 'narcistische' krenking. De Swaan ziet de opkomst van het nieuwe extreem rechts, het christelijk fundamentalisme en het hardnekkige jihadisme als een reactie op de mondiale vrouwenemancipatie die voor zo veel mannen blijkbaar zo bedreigend is. Zullen deze bewegingen dan toch doorzetten, of zijn ze een laatste stuiptrekking van een gedoemd patriarchaat? Prometheuspap - 280 blz
mens & maatschappij

Karl Mannheim
Het generatieprobleem
Het gemak waarmee we over generaties praten, illustreert dat het een bruikbaar begrip is om maatschappelijke verschijnselen te duiden. Bij nadere beschouwing blijkt echter dat het in het dagelijks gebruik vooral aantrekkelijk is als we het losjes hanteren. Generaties kunnen tegenover elkaar staan, jonge generaties kunnen een maatschappij vernieuwen, en thuis kunnen we een generatiekloof ervaren. Karl Mannheim zag scherp hoe deze losse begripsopvatting verwarring veroorzaakte. In zijn essay Das Problem der Generationen (1927-'28) werkte hij daarom een nauwkeurig, gedifferentieerd generatiebegrip uit. In dezelfde tijd geboren zijn zegt op zich nog niet zoveel, aldus Mannheim. Pas als jongeren ook dezelfde culturele invloeden ondergaan, kan de ontwikkeling tot een maatschappelijke actieve 'generatieeenheid' werkelijk haar beslag krijgen. Voor dat laatste is het echter ook nodig dat bestaande culturele vormen door een versnelde maatschappelijke ontwikkeling zijn ontworteld. Anders gezegd: jongeren kunnen pas dan een eigen rol op het maatschappelijke toneel krijgen. Mannheims generatiebegrip heeft in de loop van de tijd vele auteurs en onderzoekers geïnspireerd, zowel in de geschiedwetenschap als in de sociale wetenschappen. Met de eerste Nederlandse vertaling, van de hand van Hans Driessen, kunnen nu alle generaties uit de eerste hand kennis nemen van zijn rijke gedachtegoed. Karl Mannheim (1893-1947) was een Hongaars-Duitse socioloog, die de grondlegger is van de kennissociologie. De oorspronkelijke versie van Het generatieprobleem voltooide hij in 1928. Over de vertaler: Hans Driessen is vertaler van onder andere Duitse filosofie. Eerder verschenen van hem vertalingen van Nietzsche, Sloterdijk en Schopenhauer. In 2012 verscheen van zijn hand een nieuwe vertaling van Thomas Manns De Toverberg en voor uitgeverij Vantilt vertaalde hij Wetenschap als beroep en Politiek als beroep van Max Weber. Van Tiltpap - 78 blz