Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Non-Fictie/Essays/Daverende dingen dezer dagen
‘Daverende dingen dezer dagen’ bevat een selectie uit de artikelen en bijdragen die de bekende Leidse historicus en essayist H.L. Wesseling de laatste jaren heeft geschreven. Onderwerpen zijn: de uniciteit van de Holocaust, het Nederlandse slavernijverleden, de dekolonisatieoorlogen en de vraag of het zinvol is excuses aan te bieden voor in het verleden begane wandaden. Daarnaast zijn er beschouwingen over niet minder omstreden kwesties als de toenemende macht van schoolbesturen, de opmars van het Engels aan de universiteit en het gebrek aan vrouwelijke professoren. En zoals te verwachten veel artikelen over Frankrijk: De Gaulle en Macron, Franse intellectuelen en de Franse identiteit. In deze heldere en vaak geestige beschouwingen, analyses en observaties toont Wesseling opnieuw dat hij terecht werd beschouwd als een van de beste essayisten van zijn tijd.
Gerelateerde producten
geschiedenis

Jo Tollebeek
Een slapeloos doordenken van alle dingen
Onze omgang met de geschiedenis berust niet op een goed geordend geheel van heldere en rationele opvattingen. Hij steunt op een wirwar van beelden en van herinneringen, die voortdurend voortwoekeren. Wij hechten ons aan voorwerpen die het verleden in zijn bruutheid laten ervaren, als een 'echte' (zij het voorbije) werkelijkheid. Maar wij kennen ook de ontnuchtering: al deze voorwerpen blijken zo vaak kopieën en vervalsingen te zijn. Zo is het ook met de uiteenlopende praktijken waarin onze omgang met het verleden vorm krijgt. Zij worden beheerst door ongrijpbare passies en politieke ficties. Over het verleden schrijven wij in vele varianten. De begrippen die wij daarbij gebruiken, verduidelijken de geschiedenis, maar zij leiden ons ook binnen in een labyrint dat ons geen uitweg biedt. En als wij het verleden willen laten herrijzen, in monumenten of optochten, reconstrueren wij het op een eclectische wijze. In 'Een slapeloos doordenken van alle dingen' gaat het om de manier waarop de adel zichzelf een verleden schept, om de stormachtige familie die de historici vormen, om de lessen in de vaderlandse geschiedenis die de jonge Wilhelmina kreeg, om de droom van de Renaissance die geschiedschrijvers als Michelet, Burckhardt en Huizinga koesterden, en om nog veel meer. Telkens weer blijkt dat de geschiedenis chaos in het hoofd is – een rammelend geheugen, dat niet redeneert, maar associeert.geschiedenis

Klaas van Berkel
Een en al illusies
De mens bouwt zijn bestaan op illusies. Maatschappelijk succes, wetenschappelijke kennis, vriendschap, een gemeenschap waar we bij horen, onze identiteit – vroeg of laat komen we erachter dat we ons een voorstelling hebben gemaakt van iets wat niet bestaat. En als we het niet zelf ontdekken, komt er wel een historicus die aantoont dat alles maar een illusie was. Klaas van Berkel is zo’n historicus. Gedurende zijn loopbaan heeft hij menigmaal zulke ‘ontdekkingen’ gedaan en in deze bundel zijn tien essays van zijn hand verzameld die rond deze thematiek cirkelen. Over een natuurfilosoof die dacht dat hij bevriend was met René Descartes, maar merkt dat die vriendschap niets waard is als de Fransman niet wil erkennen iets van anderen te hebben overgenomen; een zeventiende-eeuwse vernufteling die denkt dat hij in Rome iets tot stand kan brengen waartoe de Italianen zelf niet in staat zijn; een achttiende-eeuwse filosoof die waarschuwt tegen de zoektocht naar het onbekende Zuidland; een twintigste-eeuwse socioloog die de werkelijkheid achter de verschijnselen wil weergeven maar moet ervaren dat dat niet kan. Maar steeds blijft de vraag: als onze wereld op illusies berust, hoe komt het dan dat we op basis daarvan toch iets van beschaving hebben opgebouwd?geschiedenis

Herman Hülsmann
Mijn reis naar Indië 1928-1929
In dit dagboek neemt Hermann Hülsmann ons mee op reis naar het toen nog verre Nederlands-Indië. Hülsmann was samen met drie andere studenten uitgenodigd door de Vereeniging Jan Pieterszoon Coen, die met groepsreizen de deelnemers wilde interesseren voor topfuncties in Indië. Er moest dan wel een verslag worden geschreven over enkele projecten die onderweg werden bezocht. Hermann Hülsmann beperkte zich niet tot de beschrijving van 'enkele projecten'. Hij zette zo veel mogelijk waarnemingen op papier. En hij maakte er foto's bij. Het resultaat is een levendig en vaak humoristisch geschreven verslag van een tijdsbeeld. Het dagboek begint met de avontuurlijke heenreis met de boot door het Suezkanaal. In Indië bezoekt hij bekende trekpleisters, die toen nog niet zo toeristisch waren als nu. En hij schrijft uitgebreid over het dagelijks leven en werken in die tijd. 'Mijn reis naar Indië' bevat veel bijzondere wetenswaardigheden, onder andere over de toenmalige stand van de techniek. Hermann eindigt zijn bezoek met een reis door Atjeh met de zogenaamde Atjeh Tram (opgeheven in 1962). In dit deel van het dagboek beschrijft hij onder andere de wegenbouwprojecten in dit toen nog onontgonnen gebied. Voor Hermann Hülsmann (1902-1983) bleef dit de reis van zijn leven. Uiteindelijk is hij niet naar Indië gegaan om daar een leidende functie te gaan vervullen. In plaats daarvan koos hij voor een carrière bij de rechterlijke macht in Nederland. En niet zonder succes: hij nam afscheid van zijn werkzame leven als Raadsheer van de Hoge Raad der Nederlanden.geschiedenis
