Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Non-Fictie/Economie & politiek/Crisis en controle
Tjibbe Joustra
Crisis en controle
€ 20,99 € 7,90
ISBN: 9789044647365.
Bindwijze:
pap
Taal:
NL
Uitgever:
Prometheus
Auteur:
Tjibbe Joustra
Paginas:
224
Categorieën: Non-Fictie, Economie & politiek.
Boze boeren, opstandige vissers, varkenspest, mond-en-klauwzeer, de reorganisatie van het UWV, de moord op Theo van Gogh, terrorisme, MH17, aardbevingen in Groningen, tbs’er Michael P. In de ruim veertig jaar dat Tjibbe Joustra als bestuurder in de publieke sector werkzaam was, maakte hij crisis na crisis mee. Hoe ga je om met een crisis? Wat is de verhouding tussen een minister en zijn ambtelijke staf? Wat is de rol van de volksvertegenwoordiging? Hoe ga je om met de pers? Maar ook: hoe krabbel je op als je bent gevallen? Op basis van persoonlijke gesprekken kijkt Joustra terug op zijn indrukwekkende carrière.
Gerelateerde producten
muziek

Niek Nelissen
Willem van Otterloo
Willem van Otterloo was één van de vier belangrijkste Nederlandse dirigenten van de twintigste eeuw. Als componist liet hij een klein maar verfijnd oeuvre na. Zijn bekendste werk is de Symphoniëtta (1943), die behoort tot de meest gespeelde Nederlandse composities. Van Otterloo's levensverhaal geeft een interessant tijdsbeeld van het muziekleven tussen 1928 en 1978. Hij begon zijn loopbaan als tutticellist in het Utrechts Stedelijk Orkest. Een compositieprijsvraag van het Concertgebouw in 1932 bleek bepalend voor zijn toekomst. De orkestsuite die hij instuurde, werd bekroond met de eerste prijs en hij mocht de uitvoering door het Concertgebouworkest zelf dirigeren. Het USO stelde hem in 1934 aan als tweede en in 1937 als eerste dirigent. Hij bleef aan toen het USO in 1943 werd ingezet bij de Europasender, een Duitse propagandazender. Dit kwam hem na de bevrijding te staan op een veroordeling door de Ereraad voor de muziek. In 1949 werd Van Otterloo eerste dirigent van het Residentie Orkest, dat hij bijna een kwart eeuw leidde. Het Haagse orkest ging met hem een ongekende bloeitijd tegemoet. In 1950 werd hij een van de vaste dirigenten van het nieuwe platenlabel van Philips, dat hem behalve met het RO opnamen liet maken in Berlijn, Parijs en Wenen. De vele Philips-lp's droegen bij tot zijn internationale reputatie. Na het overlijden van Eduard van Beinum in 1959 werd algemeen verwacht dat hij diens opvolger zou worden bij het Concertgebouworkest. De keuze viel echter op Bernard Haitink en Van Otterloo bleef in Den Haag. In de jaren zestig kwam Van Otterloo bij het RO onder vuur te liggen door de roep om inspraak en repertoirevernieuwing. Als gastdirigent verlegde hij zijn activiteiten deels naar het buitenland. Na zijn vertrek bij het RO in 1973 werd hij chef-dirigent van het Sydney Symphony Orchestra. In 1978 overleed hij in Australië bij een verkeersongeval. Recensie: Dit vlot geschreven imposante boek is een handelsuitgave van een academisch proefschrift over de introverte levens- en musiceerstijl van een van Nederlands bekende orkestleiders met een interessant tijdsbeeld (1933-1978). Zelf voortgekomen uit de orkestpraktijk stond hij als vaste dirigent "op de bok" van respectievelijk het Utrechts Stedelijk Orkest en het Residentie Orkest. Ook de kronieken van beide ensembles uit die periode worden door de promovendus - muziekjournalist en leraar vwo geschiedenis - in detail beschreven. Voor diegenen die onder Van Otterloo hebben gespeeld, is dit relaas 'gefundenes Fressen'. Maar voor hen niet alleen! Het boek bevat naast talrijke bijlagen en foto's een dvd met een tweetal televisieregistraties uit respectievelijk 1963 (Gebouw K&W Den Haag, Brahms III) en 1976 (St. Bavokerk Haarlem, Beethoven IX). Het boek en de dvd zijn toonaangevend voor de onderhavige periode van het orkestbedrijf. Metagegevens • Van Gruting • Gebonden • 629 pagina’s • ISBN 9789075879407 • NUR: 660 - Muziek algemeen • Genre: Kunst, Muziek, Biografieën • Trefwoorden: Dirigent, Residentie Orkest, Van Otterloo Over de auteur: Niek Nelissen (1952) studeerde geschiedenis in Groningen. Hij is werkzaam als leraar aan het Stedelijk Gymnasium in Arnhem en als toetsdeskundige bij het Cito. Als muziekjournalist schreef hij een groot aantal artikelen voor muziektijdschriften en toelichtingen bij cd-uitgaven op muziekhistorisch gebied. De biografie van Willem van Otterloo is de handelsuitgave van het proefschrift dat hij in 2009 verdedigde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Over de uitgever: Uitgeverij Van Gruting, opgericht in 1996, legt zich toe op het uitgeven van boeken op het terrein van geschiedenis, kunstgeschiedenis, muziekgeschiedenis en literatuurgeschiedenis. Van Grutinggeb - 628 blz
geschiedenis

Ian Buruma
Na de moord in Amsterdam
In 'Na de moord in Amsterdam' keert Ian Buruma zeventien jaar na de moord op Theo van Gogh terug naar de 'plaats delict' en vraagt zich af wat er veranderd is en wat niet. Nederland belandde in een identiteitscrisis. Van Gogh liet zich provocerend uit, maar vóór 2004 was het ondenkbaar geweest dat iemand in ruimdenkend Nederland deze prijs voor zijn mening zou moeten betalen. Ian Buruma probeerde de crisis te doorgronden. Hij stuitte destijds op kritiek van mensen die de islam zagen als een bedreiging voor 'onze westerse waarden'. In hoeverre hadden deze critici gelijk? En hoe heeft de reactie op de moord op Van Gogh zich verder ontwikkeld? Atlas Contactpap - 240 blz
geschiedenis

Klaas Tammes
Een verdwaalde intellectueel
De carrière van Hans Gruijters, de oprichter van D66, was opmerkelijk: van kroegbaas in Amsterdam, kundig journalist bij het Algemeen Handelsblad, opstandig raadslid voor de VVD, spraakmakend minister in het kabinet-Den Uyl tot nukkige burgemeester van Lelystad. 'Ik doe alles vijf jaar en dan zoek ik wat anders.' Dat voornemen kon hij in Lelystad niet waarmaken. Maar liefst zestien jaar droeg hij daar de ambtsketen. Zijn droom om commissaris van de Koningin te worden van Flevoland werd ruw verijdeld door zijn goede vriend Han Lammers. Zijn zwaar aan drank verslaafde echtgenote weerhield hem ervan elders te solliciteren. Hans Gruijters kon mensen bruusk attaqueren, waarmee hij weinig vrienden maakte. Wat hij met zijn intelligentie en onovertroffen kwaliteiten in het politieke debat wist te bereiken, brak hij veelal door zijn scherpe tong en gebrek aan tact weer af. De vervaagde herinnering aan deze briljante en eigenzinnige bestuurder wordt vaak in zwart-wittinten geduid. Daarmee wordt echter onvoldoende recht gedaan aan een bestuurder die nationaal, maar zeker voor Lelystad, grote betekenis heeft gehad. 'Een verdwaalde intellectueel' poogt het portret van deze boeiende persoonlijkheid in te kleuren. Prometheuspap - 288 blz
non-fictie

Paul P.J. Overvoorde
Als het maar tot iets leidt?
Erfgoedzorg wordt geassocieerd met conservatieve, deftige heren. Dat deftige klopt wellicht, maar het eerste behoeft bijstelling: er waren ook idealisten die streefden naar een mooiere en betere wereld, met verheffing van de arbeider en de emancipatie van de vrouw. Dit geldt met name voor mr. dr. J.C. Overvoorde, een strijder op vele fronten. Deze biografie toont Overvoordes tomeloze engagement voor het veiligstellen van monumentaal erfgoed, musea en archieven, het initiëren van een monumentenwet, en voor de gelijke behandeling van de vrouw en haar emancipatie. Hij richt de Nederlandsche Oudheidkundige Bond op, met in het bestuur strijders die als jonge honden de sloop van monumenten proberen te voorkomen. Ook de rol die Overvoorde in de eerste emancipatiegolf speelt, wordt uitstekend belicht. Zijn feministisch rechtshistorisch proefschrift maakt hem bekend als voorstander van vrouwenemancipatie - hun zwaar achtergestelde positie vindt hij onaanvaardbaar voor een beschaafd land. Hij werkt even samen met Aletta Jacobs en kruist vaak de degens met Wilhelmina Drucker. Hij adviseert Annette Versluijs-Poelman, voorzitter van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, van achter de schermen. Daarnaast is hij actief als lid van de Radicalen Bond die de slechte positie van de arbeidersklasse wil verbeteren. Hij richt in die steden oudheidkundige verenigingen, een museum en verenigingen voor monumentenzorg op. In de Vereeniging van Archivarissen in Nederland werkt hij mee aan de professionalisering van het beroep en aan wetgeving. Eenmaal in Leiden benoemd zal hij als conservator, later directeur van De Lakenhal, de museumcollectie uitbreiden met werken van de Oude Leidsche meesters en de nieuwbouw van het museum realiseren. In deze vlot leesbare biografie komt een breed tijdsbeeld naar voren, waarin Overvoordes inbreng ook nog voor de huidige tijd goed onderbouwd voor het voetlicht wordt gebracht. Na enkele jaren kunstacademie studeerde Paul P.J. Overvoorde wijsbegeerte aan de Universiteit van Utrecht. Na voltooiing daarvan deed hij op uiteenlopende terreinen onderzoek, onder meer naar normatieve argumentatie. Daarnaast was hij als docent en stafmedewerker werkzaam. IJzergeb - 650 blz