Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Geschiedenis/Clara
Jan Lampo
Clara
De geheime liefde van Emmanuel de Bom 1891-1895
€ 24,90 Oorspronkelijke prijs was: € 24,90.€ 9,90Huidige prijs is: € 9,90.
In 1958, vijf jaar na de dood van schrijver Emmanuel de Bom, krijgt de conservator van het Archief en Museum voor het Vlaams Cultuurleven (AMVC) een brievenmapje in handen en besluit ?voor lang moeten deze bescheiden en correspondentie dicht.? In 2015 vindt Jan Lampo deze map weer terug, op de derde verdieping van het AMVC, nu het Letterenhuis in Antwerpen. Hij ontdekt het verhaal van de hartverscheurende liefde tussen de jonge schrijver Mane en zijn ?Clärchen?, Clara Gaesch, een vrouw van lichte zeden. In Clara. De geheime liefde van Emmanuel de Bom ontdekken we het ontluikende schrijverstalent van De Bom, medeoprichter van het tijdschrift Van Nu en Straks en Vlaamse correspondent voor de NRC (1904-1940), en de kringen waarin hij zich bewoog. Dit boek biedt een wervelend tijdsbeeld van de belle epoque in Antwerpen, Amsterdam en Keulen. Jan Lampo is historicus en publiceerde verschillende boeken over de geschiedenis van Antwerpen.
Gerelateerde producten
geschiedenis
K. de Jong Ozn.
Gods eer zij ’t merk van al uw werk
'De Geschiedenis van het Friesch Dagblad' kan worden omschreven als de biografie van een krant (verschijnend sinds 1903). In dit tweede deel wordt de periode 1935-1971 behandeld: de tijd van de economische crisis van de jaren dertig en het leiderschap van Colijn, de Tweede Wereldoorlog en de onderduik van het Friesch Dagblad, het verlies van 'ons Indië', de Nieuw-Guinea kwestie en de grote maatschappelijke omwenteling van de jaren zestig. Het is de tijd waarin Hendrik Algra – antirevolutionair in hart en nieren, lid van de Eerste Kamer en schrijver van vele boeken – de markante hoofdredacteur van het Friesch Dagblad is en zijn stempel op de krant drukt. Net als het voorafgaande deel biedt Deel II een boeiend verhaal over een veranderende wereld, gezien door de ogen van Friese gereformeerden en antirevolutionairen. Bijzondere aandacht is er voor de gebeurtenissen in Friesland en de parlementaire geschiedenis van Nederland. K. de Jong Ozn. (Drachten 1926-Sneek 2011) studeerde Geschiedenis en Nederlands aan de Vrije Universiteit. Hij was achtereenvolgens leraar in Dokkum, rector in Goes en Amersfoort, staatssecretaris van onderwijs (kabinetten Den Uyl en Van Agt 1) en voorzitter van de Unie voor Christelijk Onderwijs. Hij was tien jaar columnist van Het Buitenhof en de Haagsche Courant en schreef lange tijd voor het Centraal Weekblad en het Friesch Dagblad over politiek, onderwijs en literatuur. Hij publiceerde een aantal dichtbundels, een bundel novellen alsook een boek over de geschiedenis van de Unie voor Christelijk Onderwijs (Een verhaal dat verder gaat, 1999). In 2003 verscheen het eerste deel van zijn geschiedenis van het Friesch Dagblad onder de titel Zij zullen het niet hebben. Bornmeergeb - 509 blz
geschiedenis
H.L. Wesseling
Verzamelen, nadenken, opschrijven
Henk Wesseling was niet alleen een mens met veel kanten, hij was ook een historicus met veel mogelijkheden. Hij was onmiskenbaar een Leids historicus, die de ironische distantie moeiteloos verbond met de hartstocht voor zijn vak. Ook was hij in menig opzicht een Nederlands historicus, die zich een herkenbare plaats wist te verwerven in de vaderlandse historiografie. En hij was natuurlijk een wereldhistoricus, een van de grote kenners van het imperialisme. Leiden, Nederland, de wereld; zo deelde hij graag zijn actieradius in. Maar Wesseling was ook, en die klemtoon bepaalde de keus van de in deze bundel opgenomen stukken, een klassiek historicus. Dat wil zeggen dat hij hechtte aan de feiten zoals hij ze met grote zorgvuldigheid vaststelde. Tegelijk was hij een echte schrijver, die wist dat hij een beeld van de historische werkelijkheid ontwierp, een persoonlijk beeld, maar wel zo objectief mogelijk. En hij was een politiek historicus, iemand die de macht en desnoods de oorlog (al loste die niets op) in het centrum van het verhaal stelde. Dwars door alle geleerde modes heen (en hij kende ze allemaal en was erdoor gefascineerd) bleef hij een oud metier uitoefenen. Wesseling was een collega van Thucydides. Prometheuspap - 416 blz
geschiedenis
Vissen in het verleden
Al in de vroege middeleeuwen was de zeevisserij uitgegroeid tot een permanente en druk bedreven activiteit langs de Vlaamse kust. De zee werd voor de kustbewoners steeds meer gezien als een bron van voedsel, economische ontwikkeling en culturele identiteit. De visserij beleefde vele hoogtijdagen, maar toch werden de Vlaamse vissers en hun familie in die tijden ook regelmatig geconfronteerd met periodes van ellende en ontbering, meestal als gevolg van politieke onlusten. 'Vissen in het verleden' is een grondig naslagwerk over de rijke visserijgeschiedenis in Vlaanderen. Het is het resultaat van uitgebreid archief- en literatuuronderzoek, nieuwe datareeksen en een nauwe samenwerking tussen het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ), het Museum aan de Stroom (MAS) en het Nationaal Visserijmuseum Oostduinkerke (NAVIGO). Zonder de aller vroegste tijden te vergeten werpt 'Vissen in het verleden' vooral een licht op de ontwikkelingen gedurende de afgelopen vijf eeuwen. Het chronologische verhaal van de ups en downs van de industrie wordt daarbij doorspekt met verschillende (terugkerende) thematische verhalen. Hannibalgeb - 239 blz
geschiedenis
Eveline Koolhaas-Grosfeld
Tussen politiek en publiek
Politieke tekenaars zijn opiniemakers, net als de schrijvende pers. Het nieuws 'knedend' tot satire beïnvloeden zij de politieke opvattingen van het publiek. Beelden - direct als zij zijn - zijn vaak effectiever dan teksten, zo blijkt. Tekenaars geven, kortom, mede vorm aan het openbare politieke debat. In dit boek zijn ruim tachtig (spot)prenten uit de jaren 1880-1919 bijeengebracht. De auteurs laten hiermee op een nieuwe manier de relatie tussen politiek en publiek zien. Het was een tijd van grote veranderingen in de Nederlandse politiek. Nieuwe groeperingen als de confessionelen en socialisten sloegen een bres in het liberale bolwerk en brachten het buitenparlementaire politieke debat op gang. En terwijl op straat de roep om algemeen kiesrecht steeds luider klonk, werd binnen het parlement fel gedebatteerd over de onafwendbare grondwetsherziening. Al dit rumoer is te volgen op de afbeeldingen in dit boek. Omdat het publiek gedurende deze periode steeds meer betrokken raakte bij de politiek werd het voor parlementariërs belangrijk gekend te worden. Prenten waren hiervoor het medium bij uitstek, ook als zij de spot met je dreven. Want wie niet in beeld komt, bestaat niet. Eveline Koolhaas-Grosfeld is kunsthistoricus en werkzaam als zelfstandig onderzoeker en beeldredacteur. Schreef over de achttiende- en negentiende-eeuwse prentkunst in onder meer haar proefschrift 'De ontdekking van de Nederlander in boeken en prenten rond 1800' (Zutphen 2010) en het tijdschrift De Moderne Tijd. Marij Leenders is universitair docent en onderzoeker politieke en religie geschiedenis bij de Radboud Universiteit Nijmegen. Recente publicatie over politieke beeldcultuur samen met Andreas Biefang (red.): Erich Salomon & het ideale Parlement. Fotograaf in Berlijn en Den Haag, 1928-1940 (Amsterdam 2014). Schriptumpap - 136 blz