Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Non-Fictie/Bloot of bedekt
Mineke Schipper
Bloot of bedekt
Van niets om het lijf naar strak in het pak
€ 21,99 Oorspronkelijke prijs was: € 21,99.€ 7,90Huidige prijs is: € 7,90.
Toen onze onbedekte voorouders rechtop gingen lopen, keken ze opeens anders tegen elkaars voorkant aan. Spontane erecties werden opvallend zichtbaar, de penishouder werd een populair eerste kledingstuk en de blote eikel een veelvoorkomend taboe. Overal zijn kledingvoorschriften bedacht, vooral voor vrouwen: in het oude Japan was de achterkant van een onbedekte vrouwennek schaamteloos, in de victoriaanse tijd moest een Europese vrouwenhiel onzichtbaar zijn en in het Midden-Oosten bleken vrouwenvoeten meestal minder opwindend dan vrouwenharen. Wie blote borsten of armen gewend is, kijkt er niet van op, maar wie zelf bedekt rondloopt vindt ze schokkend. Culturen en religies met eigen regels om weerbarstig bloot in toom te houden worden vandaag met verwarrend andere opvattingen geconfronteerd ? van protest tegen bloot tot bloot als protest. Mineke Schipper laat in ‘Bloot of bedekt’ een verrassend licht schijnen op de geschiedenis van onze blote of bedekte zichtbaarheid.
Gerelateerde producten
muziek
Niek Nelissen
Willem van Otterloo
Willem van Otterloo was één van de vier belangrijkste Nederlandse dirigenten van de twintigste eeuw. Als componist liet hij een klein maar verfijnd oeuvre na. Zijn bekendste werk is de Symphoniëtta (1943), die behoort tot de meest gespeelde Nederlandse composities. Van Otterloo's levensverhaal geeft een interessant tijdsbeeld van het muziekleven tussen 1928 en 1978. Hij begon zijn loopbaan als tutticellist in het Utrechts Stedelijk Orkest. Een compositieprijsvraag van het Concertgebouw in 1932 bleek bepalend voor zijn toekomst. De orkestsuite die hij instuurde, werd bekroond met de eerste prijs en hij mocht de uitvoering door het Concertgebouworkest zelf dirigeren. Het USO stelde hem in 1934 aan als tweede en in 1937 als eerste dirigent. Hij bleef aan toen het USO in 1943 werd ingezet bij de Europasender, een Duitse propagandazender. Dit kwam hem na de bevrijding te staan op een veroordeling door de Ereraad voor de muziek.In 1949 werd Van Otterloo eerste dirigent van het Residentie Orkest, dat hij bijna een kwart eeuw leidde. Het Haagse orkest ging met hem een ongekende bloeitijd tegemoet. In 1950 werd hij een van de vaste dirigenten van het nieuwe platenlabel van Philips, dat hem behalve met het RO opnamen liet maken in Berlijn, Parijs en Wenen. De vele Philips-lp's droegen bij tot zijn internationale reputatie. Na het overlijden van Eduard van Beinum in 1959 werd algemeen verwacht dat hij diens opvolger zou worden bij het Concertgebouworkest. De keuze viel echter op Bernard Haitink en Van Otterloo bleef in Den Haag. In de jaren zestig kwam Van Otterloo bij het RO onder vuur te liggen door de roep om inspraak en repertoirevernieuwing. Als gastdirigent verlegde hij zijn activiteiten deels naar het buitenland. Na zijn vertrek bij het RO in 1973 werd hij chef-dirigent van het Sydney Symphony Orchestra. In 1978 overleed hij in Australië bij een verkeersongeval.Recensie: Dit vlot geschreven imposante boek is een handelsuitgave van een academisch proefschrift over de introverte levens- en musiceerstijl van een van Nederlands bekende orkestleiders met een interessant tijdsbeeld (1933-1978). Zelf voortgekomen uit de orkestpraktijk stond hij als vaste dirigent "op de bok" van respectievelijk het Utrechts Stedelijk Orkest en het Residentie Orkest. Ook de kronieken van beide ensembles uit die periode worden door de promovendus - muziekjournalist en leraar vwo geschiedenis - in detail beschreven. Voor diegenen die onder Van Otterloo hebben gespeeld, is dit relaas 'gefundenes Fressen'. Maar voor hen niet alleen! Het boek bevat naast talrijke bijlagen en foto's een dvd met een tweetal televisieregistraties uit respectievelijk 1963 (Gebouw K&W Den Haag, Brahms III) en 1976 (St. Bavokerk Haarlem, Beethoven IX). Het boek en de dvd zijn toonaangevend voor de onderhavige periode van het orkestbedrijf.Metagegevens • Van Gruting • Gebonden • 629 pagina’s • ISBN 9789075879407 • NUR: 660 - Muziek algemeen • Genre: Kunst, Muziek, Biografieën • Trefwoorden: Dirigent, Residentie Orkest, Van OtterlooOver de auteur: Niek Nelissen (1952) studeerde geschiedenis in Groningen. Hij is werkzaam als leraar aan het Stedelijk Gymnasium in Arnhem en als toetsdeskundige bij het Cito. Als muziekjournalist schreef hij een groot aantal artikelen voor muziektijdschriften en toelichtingen bij cd-uitgaven op muziekhistorisch gebied. De biografie van Willem van Otterloo is de handelsuitgave van het proefschrift dat hij in 2009 verdedigde aan de Radboud Universiteit Nijmegen.Over de uitgever: Uitgeverij Van Gruting, opgericht in 1996, legt zich toe op het uitgeven van boeken op het terrein van geschiedenis, kunstgeschiedenis, muziekgeschiedenis en literatuurgeschiedenis. Van Grutinggeb - 628 blz
non-fictie
Cody Cassidy
Wie at de eerste oester?
Wie vond het wiel uit? Wie tapte de eerste mop? Wie dronk het eerste biertje? Wie was de moordenaar in het eerste moordmysterie? Wie was de eerste chirurg? Wie was de eerste die vuur beheerste ? en vooral: wie was de eerste die de slijmerige, bleke oester at? In 'Wie at de eerste oester?' gaat Cody Cassidy ? aan de hand van inzichten uit de moderne genetica tot de archeologie ? na welke genieën achter deze en andere wereld veranderende gebeurtenissen schuilgaan en vertelt hij hun nog niet vertelde verhalen. Met een scherp gevoel voor humor en een grenzeloos enthousiasme voor de wonderlijke wereld van onze verre voorouders laat Cassidy aan de hand van het leven van individuen zien hoe en waarom er cruciale ontwikkelingen plaatsvonden in de geschiedenis van de mensheid. 'Wie at de eerste oester?' geeft een inkijkje in de grootste primeurs en catastrofes van de prehistorie en maakt ons bekend met een periode waarvan we tot voor kort nog maar weinig wisten. Prometheuspap - 240 blz
non-fictie
Trudy Scheele-Gertsen
Een kind krijg je voor het leven
Trudy Scheele-Gertsen werd verliefd op een jongeman uit Utrecht en raakte per ongeluk zwanger. Er was één probleem: ze waren nog niet getrouwd, en toen hij haar in de steek liet, werd haar probleem alleen maar groter. Opeens was ze een ongehuwde moeder, en ongehuwde moeders vond men tot in de jaren tachtig van de twintigste eeuw een schande en een gevaar voor de samenleving en de gevestigde huwelijksmoraal. Tussen 1956, toen de adoptiewet van kracht werd, en 1984 werden ongehuwde moeders dan ook vaak gedwongen hun kind af te staan. Ook Trudy werd, net als al die andere jonge vrouwen, onder druk gezet door haar directe omgeving, door artsen en hulpverleners en door de kerk. Haar moeder, die aanstuurde op adoptie, zorgde ervoor dat ze werd opgenomen in een tehuis voor ongehuwde moeders. In februari 1968 werd Trudy daar de trotse moeder van een jongetje, maar dat werd haar al snel afgenomen. Pas na enkele moeizame jaren waarin zij vergeefs om haar zoontje vocht, werd het jongetje in een adoptiegezin geplaatst. Door de afstand kon ze geen band met hem opbouwen, wat zou leiden tot een levenslang verdriet. In 'Een kind krijg je voor het leven' vertelt Trudy haar verhaal, van het moment dat ze de vader van haar kind ontmoet tot aan haar rechtszaak tegen de staat. Het laat zien wat de impact is op een mensenleven om afstand te moeten doen van je kind. Boekerijpap - 208 blz
mens & maatschappij
Marianne Joëls
Baanbreeksters
Welke vrouwen bereiken als eerste de top van hun beroepsgroep? Zijn het vrouwen die met een zilveren lepel in de mond geboren zijn, die alles in het werk stellen om 'De eerste' te worden? Vrouwen met een carrière die maar één richting kent, namelijk vooruit en omhoog? Het tegendeel blijkt waar. Aan de hand van gevoelvolle portretten op basis van uitvoerige gesprekken met twaalf 'eerste vrouwen' analyseert Marianne Joëls de overeenkomsten in hun omgeving, loopbaan en karakter. Ze vertellen over belangrijke momenten in hun leven: hun jeugd, hun keuzes voor een vervolgopleiding, de rol van toeval of juist planning in hun loopbaan, de mensen die hen steunden of tot voorbeeld dienden; en hun positie als vrouwelijke wegbereider. Het zijn vrouwen uit de politiek en overheid, uit de wetenschap, uit de wereld van religie, kunst en sport, en vrouwen uit het bedrijfsleven. Opvallend is dat ze niet meer kansen hebben gekregen dan een ander, maar wel van elke halve kans een heel succes hebben weten te maken. Het is een verhaal van doorzetten, optimisme, steun en geloof in een goede afloop. Prometheuspap - 288 blz