Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Geschiedenis/Indië boeken/Berlage en Nederlands-Indië
Herman van Bergeijk
Berlage en Nederlands-Indië
Een innerlijke drang naar het schoone land
€ 24,95 Oorspronkelijke prijs was: € 24,95.€ 9,90Huidige prijs is: € 9,90.
ISBN: 9789064507762. Bindwijze: geb Taal: NL Uitgever: Nai Auteur: Herman van Bergeijk Auteur tussenvoegsel: van Paginas: 111 Categorieën: Geschiedenis, Indië boeken, Kunst.
In 1923 maakte de architect H.P. Berlage (1856-1934) een reis naar het toenmalige Nederlands-Indië, waar hij eerder twee gebouwen had gerealiseerd. Kort voor zijn vertrek kreeg hij van de Nederlandse regering de opdracht een rapport op te stellen over de tempels van Prambanan. Berlages opvattingen over monumentenzorg worden in dit rapport duidelijk naar voren gebracht.
Gerelateerde producten
geschiedenis

Herman Hülsmann
Mijn reis naar Indië 1928-1929
In dit dagboek neemt Hermann Hülsmann ons mee op reis naar het toen nog verre Nederlands-Indië. Hülsmann was samen met drie andere studenten uitgenodigd door de Vereeniging Jan Pieterszoon Coen, die met groepsreizen de deelnemers wilde interesseren voor topfuncties in Indië. Er moest dan wel een verslag worden geschreven over enkele projecten die onderweg werden bezocht. Hermann Hülsmann beperkte zich niet tot de beschrijving van 'enkele projecten'. Hij zette zo veel mogelijk waarnemingen op papier. En hij maakte er foto's bij. Het resultaat is een levendig en vaak humoristisch geschreven verslag van een tijdsbeeld. Het dagboek begint met de avontuurlijke heenreis met de boot door het Suezkanaal. In Indië bezoekt hij bekende trekpleisters, die toen nog niet zo toeristisch waren als nu. En hij schrijft uitgebreid over het dagelijks leven en werken in die tijd. 'Mijn reis naar Indië' bevat veel bijzondere wetenswaardigheden, onder andere over de toenmalige stand van de techniek. Hermann eindigt zijn bezoek met een reis door Atjeh met de zogenaamde Atjeh Tram (opgeheven in 1962). In dit deel van het dagboek beschrijft hij onder andere de wegenbouwprojecten in dit toen nog onontgonnen gebied. Voor Hermann Hülsmann (1902-1983) bleef dit de reis van zijn leven. Uiteindelijk is hij niet naar Indië gegaan om daar een leidende functie te gaan vervullen. In plaats daarvan koos hij voor een carrière bij de rechterlijke macht in Nederland. En niet zonder succes: hij nam afscheid van zijn werkzame leven als Raadsheer van de Hoge Raad der Nederlanden. LM Publishersgeb - 512 blz
geschiedenis

Theo Doorman
In de schaduw van de Javazee
Anderhalf jaar voor zijn pensionering wordt kapitein ter zee Pieter Koenraad (1890-1968) in 1938 uitgezonden naar Nederlands Oost-Indië. Het zouden uiteindelijk acht enerverende jaren worden. Als commandant der marine in Soerabaja maakt hij de strijd tegen de invallende Japanners in 1942 van zeer nabij mee. Hij luncht met schout-bij-nacht Karel Doorman, vlak voordat deze met het geallieerde eskader uitvaart en de volgende dag, op 27 februari, met zijn vlaggenschip Hr.Ms. De Ruyter in de Javazee ten onder gaat. Op 2 maart gelast Koenraad de vernieling van het Marine Etablissement in Soerabaja, waar circa 18.000 mensen werken. Met de laatst beschikbare onderzeeboot Hr.Ms. K 12 evacueert hij naar Australië, vanwaar hij doorreist naar Engeland. In 1943 wordt hij benoemd tot marinecommandant Australië en onderbevelhebber der strijdkrachten in het oosten. Na de capitulatie van Japan is hij nog een aantal maanden waarnemend commandant der zeemacht in Nederlands-Indië en wordt hij geconfronteerd met de gewelddadigheden van de Bersiap-periode. Vanaf de bevrijding van Nederland in mei 1945 tot en met zijn thuiskomst schrijft Koenraad vanuit de Oost luchtpostbrieven over zijn belevenissen tijdens de oorlog aan zijn familieleden in Nederland. De brieven bieden het persoonlijke verhaal van een hooggeplaatste marineofficier, die tijdens de Tweede Wereldoorlog één van de brandpunten van de strijd tegen Japan meemaakt. 'In de schaduw van de Javazee' verschaft de lezer op een unieke manier inzicht in de problemen waarmee ons land in Nederlands-Indië, tijdens de oorlog en na de capitulatie van Japan, wordt geconfronteerd. Pieter Koenraad is openhartig over persoonlijke aangelegenheden en kritisch over de rol van diverse bekende politici en militairen in de top van de vaderlandse krijgsmacht. Walburgperspap - 176 blz
geschiedenis

Adam Brookes
Breekbare lading
Adam Brookes reconstrueert de unieke reis van zestien jaar van museumdirecteur Ma Heng om de kunstschatten van de Verboden Stad veilig te stellen, een tocht die ons veel leert over het huidige China. Toen Japan in 1931 Mantsjoerije binnenviel, groeide de angst voor luchtaanvallen op Peking. Men vreesde voor het lot van de kunstschatten in de Verboden Stad: kostbaar porselein, zijdeschilderingen van onschatbare waarde, unieke kalligrafieën en bibliotheken, plus tien reusachtige stenen met inscripties die worden beschouwd als de oerteksten van China. Ma Heng, de bescheiden museumdirecteur, kreeg opdracht alles te laten inpakken en mee te nemen het binnenland in. Het werd het begin van een ongelooflijke reis, die bijna zestien jaar zou duren. Al die tijd waren Heng en zijn curatoren onderweg, met bijna twintigduizend houten kratten vol kostbaarheden. Ze reisden per trein en stoomboot, in vrachtwagens, met vlotten en soms te voet, hun lading op de ruggen van talloze dragers. Zo drongen ze steeds dieper het land in. De schatten kwamen terecht in grotten, tempels en schuren, waar de curatoren ze zo goed mogelijk probeerden uit handen te houden van de oprukkende Japanse troepen, en te beschermen tegen termieten, vocht, hitte en kou. Na de Japanse capitulatie laaide de Chinese Burgeroorlog op, met uiteindelijk een verdeeld land als gevolg. Dat zou ook het lot bepalen van de collectie zelf: een deel kwam terecht in Beijing, een ander in Taipei. Dankzij uitgebreid onderzoek en vele gesprekken met getuigen wist Adam Brookes de unieke en ongelooflijke reis van Ma Heng te reconstrueren, een tocht die ons veel leert over het huidige China. Breekbare lading is een weergaloos thrillerachtig verhaal dat boeit van begin tot eind. Balanspap - 408 blz
geschiedenis

Cees Fasseur
Dubbelspoor
Tussen de boortorens op Borneo werd Cees Fasseur geboren, om tijdens de oorlog met zijn moeder en zijn zusje in het jappenkamp terecht te komen. In juni 1946 ging hij op zijn zevende voor het eerst naar Nederland. Na zijn studietijd in Leiden was hij bijna een kwarteeuw werkzaam bij het ministerie van Justitie in Den Haag, waar hij Van Agt ontmoette als kamergenoot en minister. Als raadadviseur voor de wetgeving was hij betrokken bij het abortusvraagstuk, de euthanasie, de politieorganisatie, de excessen-nota en andere politieke kwesties die nog altijd in de belangstelling staan. Rond zijn vijftigste besloot hij de overstap te maken naar de professionele geschiedschrijving. Op uitnodiging van koningin Beatrix werd hij de biograaf van Wilhelmina en schreef daarna een boek over het huwelijk van haar ouders. Als eerste kreeg hij onbeperkt toegang tot het Koninklijk Huisarchief, dat voor andere historici nog altijd gesloten is. Spottend werd hij wel 'de hofbiograaf' genoemd. Waarom werd juist hij gevraagd? Hoe dacht hij zelf over zijn taak en wat komt bij het schrijven van zulke biografieën verder allemaal kijken? Ook daarvan doet hij in deze levendig vertelde herinneringen verslag. 'Dubbelspoor' sluit af met zijn belevenissen als lid van de commissie van toezicht op de Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten en zijn lidmaatschap van de commissie-Davids, die in 2009 onderzoek deed naar de Nederlandse besluitvorming inzake Irak. Balanspap - 368 blz