Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Non-Fictie/Biografieën/Monseré
Mark Van Hamme
Monseré
€ 19,95 Oorspronkelijke prijs was: € 19,95.€ 7,90Huidige prijs is: € 7,90.
Toen Jean-Pierre Monseré zich op die winderige 16 augustus 1970 in Leicester tot wereldkampioen bij de beroepsrenners kroonde, bracht dat een ongekende golf van enthousiasme bij de wielerfans teweeg. De populaire volksjongen uit Roeselare werd meteen gebombardeerd tot kroonprins van ‘kannibaal’ Eddy Merckx. Amper zeven maanden later maakte een dodelijke aanrijding met een tegemoetkomende wagen tijdens de kermisprijs van Retie een veel te vroeg einde aan dit wielersprookje. Zo blijft de vraag welke sportieve hoogten deze pallieter van de fiets ooit had kunnen bereiken voor altijd onbeantwoord. Dat ook Jempi’s zoontje Giovanni vijf jaar later in bijna gelijkaardige omstandigheden het leven liet, maakt het drama nog onwezenlijker. ? Les Héros 6.
Gerelateerde producten
hobby & sport

Tonny Strouken
Merckx 69
Beleef het wonderjaar 1969 in het wiel van Eddy Merckx. Wielerfotograaf Tonny Strouken en auteur Jan Maes keren terug naar 1969, het jaar dat zonder enige twijfel het mooiste uit de carrière van de grootste kampioen van België was. Nooit was zijn dominantie groter, nooit verpletterde hij zijn tegenstanders met zo veel overmacht. Toch overschaduwden twee gebeurtenissen deze alleenheerschappij: zijn zware valpartij in Blois en 'het dopinggeval' in Savona. In twaalf originele brieven aan Eddy Merckx blikt Jan Maes terug op evenveel scharniermomenten van dit unieke jaar. In 1968 en 1969 reed Tonny Strouken dagen- en wekenlang mee met Eddy Merckx, en uit zijn uitgebreide archief werden speciaal voor deze uitgave de sterkste beelden geselecteerd. 'Merckx 69' biedt voor het eerst een blik op deze ongepubliceerde schat aan beelden in het wiel van de Kannibaal. Kannibaalgeb - 168 blz
muziek

Niek Nelissen
Willem van Otterloo
Willem van Otterloo was één van de vier belangrijkste Nederlandse dirigenten van de twintigste eeuw. Als componist liet hij een klein maar verfijnd oeuvre na. Zijn bekendste werk is de Symphoniëtta (1943), die behoort tot de meest gespeelde Nederlandse composities. Van Otterloo's levensverhaal geeft een interessant tijdsbeeld van het muziekleven tussen 1928 en 1978. Hij begon zijn loopbaan als tutticellist in het Utrechts Stedelijk Orkest. Een compositieprijsvraag van het Concertgebouw in 1932 bleek bepalend voor zijn toekomst. De orkestsuite die hij instuurde, werd bekroond met de eerste prijs en hij mocht de uitvoering door het Concertgebouworkest zelf dirigeren. Het USO stelde hem in 1934 aan als tweede en in 1937 als eerste dirigent. Hij bleef aan toen het USO in 1943 werd ingezet bij de Europasender, een Duitse propagandazender. Dit kwam hem na de bevrijding te staan op een veroordeling door de Ereraad voor de muziek. In 1949 werd Van Otterloo eerste dirigent van het Residentie Orkest, dat hij bijna een kwart eeuw leidde. Het Haagse orkest ging met hem een ongekende bloeitijd tegemoet. In 1950 werd hij een van de vaste dirigenten van het nieuwe platenlabel van Philips, dat hem behalve met het RO opnamen liet maken in Berlijn, Parijs en Wenen. De vele Philips-lp's droegen bij tot zijn internationale reputatie. Na het overlijden van Eduard van Beinum in 1959 werd algemeen verwacht dat hij diens opvolger zou worden bij het Concertgebouworkest. De keuze viel echter op Bernard Haitink en Van Otterloo bleef in Den Haag. In de jaren zestig kwam Van Otterloo bij het RO onder vuur te liggen door de roep om inspraak en repertoirevernieuwing. Als gastdirigent verlegde hij zijn activiteiten deels naar het buitenland. Na zijn vertrek bij het RO in 1973 werd hij chef-dirigent van het Sydney Symphony Orchestra. In 1978 overleed hij in Australië bij een verkeersongeval. Recensie: Dit vlot geschreven imposante boek is een handelsuitgave van een academisch proefschrift over de introverte levens- en musiceerstijl van een van Nederlands bekende orkestleiders met een interessant tijdsbeeld (1933-1978). Zelf voortgekomen uit de orkestpraktijk stond hij als vaste dirigent "op de bok" van respectievelijk het Utrechts Stedelijk Orkest en het Residentie Orkest. Ook de kronieken van beide ensembles uit die periode worden door de promovendus - muziekjournalist en leraar vwo geschiedenis - in detail beschreven. Voor diegenen die onder Van Otterloo hebben gespeeld, is dit relaas 'gefundenes Fressen'. Maar voor hen niet alleen! Het boek bevat naast talrijke bijlagen en foto's een dvd met een tweetal televisieregistraties uit respectievelijk 1963 (Gebouw K&W Den Haag, Brahms III) en 1976 (St. Bavokerk Haarlem, Beethoven IX). Het boek en de dvd zijn toonaangevend voor de onderhavige periode van het orkestbedrijf. Metagegevens • Van Gruting • Gebonden • 629 pagina’s • ISBN 9789075879407 • NUR: 660 - Muziek algemeen • Genre: Kunst, Muziek, Biografieën • Trefwoorden: Dirigent, Residentie Orkest, Van Otterloo Over de auteur: Niek Nelissen (1952) studeerde geschiedenis in Groningen. Hij is werkzaam als leraar aan het Stedelijk Gymnasium in Arnhem en als toetsdeskundige bij het Cito. Als muziekjournalist schreef hij een groot aantal artikelen voor muziektijdschriften en toelichtingen bij cd-uitgaven op muziekhistorisch gebied. De biografie van Willem van Otterloo is de handelsuitgave van het proefschrift dat hij in 2009 verdedigde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Over de uitgever: Uitgeverij Van Gruting, opgericht in 1996, legt zich toe op het uitgeven van boeken op het terrein van geschiedenis, kunstgeschiedenis, muziekgeschiedenis en literatuurgeschiedenis. Van Grutinggeb - 628 blz
mens & maatschappij

Eugénie Smits van Waesberghe
Zwartboek adoptie
Zwartboek adoptie in Nederland in de 20e eeuw De invoering van de Adoptiewet in 1956 zorgde ervoor dat adoptie wettelijk onder de verantwoordelijkheid van de Nederlandse overheid viel. Een grote vraag naar baby's in Nederland door veelal kinderloze echtparen was het gevolg. Ongehuwde vrouwen stonden, vaak onder informele dwang, na de bevalling hun baby af. Dat gebeurde meestal in zogeheten doorgangshuizen waar zwangere meisjes en vrouwen verbleven en waaraan de overheid destijds financieel bijdroeg. Naar schatting zijn tussen 1956 en 1984 rond de 15.000 tot 25.000 baby's op deze manier afgestaan. Dit zorgde toen al voor veel leed, maar het werd decennia later nog veel pijnlijker toen geadopteerden op zoek gingen naar hun onbekende biologische moeders en vaders. Persoonsgegevens van geboorte- en adoptiefamilies blijken in geheime dossiers opgeslagen, zijn niet ter inzage of indertijd (moedwillig) verdwenen in opdracht van adoptieouders of zijn van hogerhand vernietigd. In 'Zwartboek adoptie' vertellen geadopteerden over hun persoonlijke adoptieverhaal en de levenslange impact ervan. Evenals moeders die vaak onvrijwillig en onwetend ooit een baby afstonden aan andere Nederlandse echtparen. Ze durven nu eindelijk hun verhaal te doen. Afstandsmoeders, afstandsvaders, geadopteerden en ook niet geadopteerde kinderen en familieleden komen uitgebreid aan het woord. Ook deskundigen die in hun werk in aanraking kwamen met adoptie als medewerkers van de Raad voor de Kinderbescherming, therapeuten en jeugdhulpverleners, historici en hoogleraren in religiegeschiedenis en sociale demografische geschiedenis, een kinderrechter en een kindertehuisdirecteur vertrouwen hun ervaringen over de adopties toe aan dit zwartboek. Allen tekenen zo met elkaar de inktzwarte rand om de Nederlandse adoptiegeschiedenis. We kunnen het niet veranderen, maar het gaat erom dat we het erkennen en van de fouten leren. De schrijfster van Zwartboek adoptie is Eugénie Smits van Waesberghe (1965). Zij is journalistiek onderzoeker, psychosociaal therapeut en coach. Zelf is Eugénie ook geboren in een doorgangshuis, onder dwang bij haar moeder weggenomen en ter adoptie in een pleeggezin geplaatst. De afgelopen vijf jaar stuitte Eugénie, mede door haar eigen zoektocht naar informatie over haar biologische moeder en vader, op gesloten deuren. 'Veel is onbekend, over veel wordt gezwegen en weinig is mogelijk om duidelijkheid te krijgen,' aldus Eugénie. Tijdens haar zoektocht kwam zij in contact met vele lotgenoten, wier verhalen, zoektochten, adoptieverleden en adoptieleed zij in dit boek heeft opgetekend. Eugénie studeerde aan de faculteit Sociale Wetenschappen en de Rechtenfaculteit van de Rijksuniversiteit Utrecht (Nederlands recht). Ze is getrouwd, heeft twee kinderen en werkt onder meer als psychosociaal therapeut en coach. Deskundige is Eugénie op het gebied van risicotaxatie, casusregie en het opstellen van veiligheidsplannen in complexe gezinssystemen en op het terrein van afstand, adoptie en hechting. Als deskundige en belangenbehartiger is Eugénie sinds 2018 lid van de ministeriële werkgroep Binnenlandse afstand en adoptie. Deze werkgroep heeft de totstandkoming van het landelijke onderzoek naar de binnenlandse afstand en adoptie en de oprichting van het landelijk meldpunt in 2019 voorbereid. NAUpap - 340 blz
literatuur & thrillers

Jean Pierre Rawie
Hebben we hiervoor tachtig jaar gevochten
Sinds meer dan twaalf jaar schrijft Jean Pierre Rawie meer proza dan poëzie, in de vorm van een wekelijkse bijdrage aan het Dagblad van het Noorden. Beschreef hij daarin aanvankelijk zijn omgang met familieleden, trawanten en passanten, in de loop der jaren zijn deze schrifturen uitgegroeid tot een unieke autobiografie van een van de meestgelezen en meest beminde dichters van ons taalgebied. 'Hebben we hiervoor tachtig jaar gevochten' is de even amusante als weemoedige weerslag van Rawies vertredingen door een steeds merkwaardiger wereld. Gewapend met zijn onafscheidelijke wandelstok betreedt de dichter nog altijd edelmoedig het slagveld dat beschaving heet, en wijst hij soms pijnlijk precies, maar altijd met een glimlach, zijn minder beschaafde medemens terecht. Zelfs de vleerpest vermocht Rawies gevoel voor stijl en eloquentie niet te breken. Over Een luchtbel in een vluchtige rivier: 'Rawie vertaalt melodieus en virtuoos. Een parel aan het firmament der Nederlandse letteren.' de Volkskrant, De Beste Boeken Van 2021 'Soepel vertaalt Jean Pierre Rawie dertig gedichten uit vele landen en tijdperken.' Trouw 'Erudiet, grappig, leerzaam en zeer verzorgd geschreven, in een stijl die het midden houdt tussen die van Karel van het Reve en Godfried Bomans.' Leeuwarder Courant Jean Pierre Rawie (Scheveningen, 1951) is een van de meest geliefde dichters van Nederland. Zijn bundel Onmogelijk geluk behoort tot de succesvolste dichtbundels aller tijden. Rawie ontving in 2008 de Charlotte Köhler Prijs voor zijn gehele oeuvre. In 2021 publiceerde hij Een luchtbel in een vluchtige rivier, een verzameling poëzievertalingen met commentaar. Prometheusgeb - 256 blz