Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Non-Fictie/Biografieën/Afstandsmoeders
Christel Don
Afstandsmoeders
Over vrouwen die gedwongen hun kind afstonden 1956-1984
€ 21,99 Oorspronkelijke prijs was: € 21,99.€ 7,90Huidige prijs is: € 7,90.
Ze werden vernederd en weggestopt, ze kregen hun kind vaak niet te zien na de bevalling en werden geïnstrueerd om er nooit meer over te spreken; tussen 1956 en 1984 stonden vele duizenden vrouwen hun kind af ter adoptie. Na tientallen jaren hebben deze vrouwen besloten het stilzwijgen te doorbreken. Ze vertellen over hun jeugd, over de periode van hun zwangerschap en bevalling, maar ze beschrijven bovenal hoe de beslissing om, onder dwang, afstand te nemen van hun kind tot op de dag van vandaag hun leven beïnvloedt. In ‘Afstandsmoeders’ belicht journalist Christel Don een verontrustend en vergeten hoofdstuk uit de Nederlandse geschiedenis, een hoofdstuk waarover niet langer gezwegen mag worden.
Gerelateerde producten
mens & maatschappij

Eugénie Smits van Waesberghe
Zwartboek adoptie
Zwartboek adoptie in Nederland in de 20e eeuw De invoering van de Adoptiewet in 1956 zorgde ervoor dat adoptie wettelijk onder de verantwoordelijkheid van de Nederlandse overheid viel. Een grote vraag naar baby's in Nederland door veelal kinderloze echtparen was het gevolg. Ongehuwde vrouwen stonden, vaak onder informele dwang, na de bevalling hun baby af. Dat gebeurde meestal in zogeheten doorgangshuizen waar zwangere meisjes en vrouwen verbleven en waaraan de overheid destijds financieel bijdroeg. Naar schatting zijn tussen 1956 en 1984 rond de 15.000 tot 25.000 baby's op deze manier afgestaan. Dit zorgde toen al voor veel leed, maar het werd decennia later nog veel pijnlijker toen geadopteerden op zoek gingen naar hun onbekende biologische moeders en vaders. Persoonsgegevens van geboorte- en adoptiefamilies blijken in geheime dossiers opgeslagen, zijn niet ter inzage of indertijd (moedwillig) verdwenen in opdracht van adoptieouders of zijn van hogerhand vernietigd. In 'Zwartboek adoptie' vertellen geadopteerden over hun persoonlijke adoptieverhaal en de levenslange impact ervan. Evenals moeders die vaak onvrijwillig en onwetend ooit een baby afstonden aan andere Nederlandse echtparen. Ze durven nu eindelijk hun verhaal te doen. Afstandsmoeders, afstandsvaders, geadopteerden en ook niet geadopteerde kinderen en familieleden komen uitgebreid aan het woord. Ook deskundigen die in hun werk in aanraking kwamen met adoptie als medewerkers van de Raad voor de Kinderbescherming, therapeuten en jeugdhulpverleners, historici en hoogleraren in religiegeschiedenis en sociale demografische geschiedenis, een kinderrechter en een kindertehuisdirecteur vertrouwen hun ervaringen over de adopties toe aan dit zwartboek. Allen tekenen zo met elkaar de inktzwarte rand om de Nederlandse adoptiegeschiedenis. We kunnen het niet veranderen, maar het gaat erom dat we het erkennen en van de fouten leren. De schrijfster van Zwartboek adoptie is Eugénie Smits van Waesberghe (1965). Zij is journalistiek onderzoeker, psychosociaal therapeut en coach. Zelf is Eugénie ook geboren in een doorgangshuis, onder dwang bij haar moeder weggenomen en ter adoptie in een pleeggezin geplaatst. De afgelopen vijf jaar stuitte Eugénie, mede door haar eigen zoektocht naar informatie over haar biologische moeder en vader, op gesloten deuren. 'Veel is onbekend, over veel wordt gezwegen en weinig is mogelijk om duidelijkheid te krijgen,' aldus Eugénie. Tijdens haar zoektocht kwam zij in contact met vele lotgenoten, wier verhalen, zoektochten, adoptieverleden en adoptieleed zij in dit boek heeft opgetekend. Eugénie studeerde aan de faculteit Sociale Wetenschappen en de Rechtenfaculteit van de Rijksuniversiteit Utrecht (Nederlands recht). Ze is getrouwd, heeft twee kinderen en werkt onder meer als psychosociaal therapeut en coach. Deskundige is Eugénie op het gebied van risicotaxatie, casusregie en het opstellen van veiligheidsplannen in complexe gezinssystemen en op het terrein van afstand, adoptie en hechting. Als deskundige en belangenbehartiger is Eugénie sinds 2018 lid van de ministeriële werkgroep Binnenlandse afstand en adoptie. Deze werkgroep heeft de totstandkoming van het landelijke onderzoek naar de binnenlandse afstand en adoptie en de oprichting van het landelijk meldpunt in 2019 voorbereid. NAUpap - 340 blz
non-fictie

Trudy Scheele-Gertsen
Een kind krijg je voor het leven
Trudy Scheele-Gertsen werd verliefd op een jongeman uit Utrecht en raakte per ongeluk zwanger. Er was één probleem: ze waren nog niet getrouwd, en toen hij haar in de steek liet, werd haar probleem alleen maar groter. Opeens was ze een ongehuwde moeder, en ongehuwde moeders vond men tot in de jaren tachtig van de twintigste eeuw een schande en een gevaar voor de samenleving en de gevestigde huwelijksmoraal. Tussen 1956, toen de adoptiewet van kracht werd, en 1984 werden ongehuwde moeders dan ook vaak gedwongen hun kind af te staan. Ook Trudy werd, net als al die andere jonge vrouwen, onder druk gezet door haar directe omgeving, door artsen en hulpverleners en door de kerk. Haar moeder, die aanstuurde op adoptie, zorgde ervoor dat ze werd opgenomen in een tehuis voor ongehuwde moeders. In februari 1968 werd Trudy daar de trotse moeder van een jongetje, maar dat werd haar al snel afgenomen. Pas na enkele moeizame jaren waarin zij vergeefs om haar zoontje vocht, werd het jongetje in een adoptiegezin geplaatst. Door de afstand kon ze geen band met hem opbouwen, wat zou leiden tot een levenslang verdriet. In 'Een kind krijg je voor het leven' vertelt Trudy haar verhaal, van het moment dat ze de vader van haar kind ontmoet tot aan haar rechtszaak tegen de staat. Het laat zien wat de impact is op een mensenleven om afstand te moeten doen van je kind. Boekerijpap - 208 blz
muziek

Niek Nelissen
Willem van Otterloo
Willem van Otterloo was één van de vier belangrijkste Nederlandse dirigenten van de twintigste eeuw. Als componist liet hij een klein maar verfijnd oeuvre na. Zijn bekendste werk is de Symphoniëtta (1943), die behoort tot de meest gespeelde Nederlandse composities. Van Otterloo's levensverhaal geeft een interessant tijdsbeeld van het muziekleven tussen 1928 en 1978. Hij begon zijn loopbaan als tutticellist in het Utrechts Stedelijk Orkest. Een compositieprijsvraag van het Concertgebouw in 1932 bleek bepalend voor zijn toekomst. De orkestsuite die hij instuurde, werd bekroond met de eerste prijs en hij mocht de uitvoering door het Concertgebouworkest zelf dirigeren. Het USO stelde hem in 1934 aan als tweede en in 1937 als eerste dirigent. Hij bleef aan toen het USO in 1943 werd ingezet bij de Europasender, een Duitse propagandazender. Dit kwam hem na de bevrijding te staan op een veroordeling door de Ereraad voor de muziek. In 1949 werd Van Otterloo eerste dirigent van het Residentie Orkest, dat hij bijna een kwart eeuw leidde. Het Haagse orkest ging met hem een ongekende bloeitijd tegemoet. In 1950 werd hij een van de vaste dirigenten van het nieuwe platenlabel van Philips, dat hem behalve met het RO opnamen liet maken in Berlijn, Parijs en Wenen. De vele Philips-lp's droegen bij tot zijn internationale reputatie. Na het overlijden van Eduard van Beinum in 1959 werd algemeen verwacht dat hij diens opvolger zou worden bij het Concertgebouworkest. De keuze viel echter op Bernard Haitink en Van Otterloo bleef in Den Haag. In de jaren zestig kwam Van Otterloo bij het RO onder vuur te liggen door de roep om inspraak en repertoirevernieuwing. Als gastdirigent verlegde hij zijn activiteiten deels naar het buitenland. Na zijn vertrek bij het RO in 1973 werd hij chef-dirigent van het Sydney Symphony Orchestra. In 1978 overleed hij in Australië bij een verkeersongeval. Recensie: Dit vlot geschreven imposante boek is een handelsuitgave van een academisch proefschrift over de introverte levens- en musiceerstijl van een van Nederlands bekende orkestleiders met een interessant tijdsbeeld (1933-1978). Zelf voortgekomen uit de orkestpraktijk stond hij als vaste dirigent "op de bok" van respectievelijk het Utrechts Stedelijk Orkest en het Residentie Orkest. Ook de kronieken van beide ensembles uit die periode worden door de promovendus - muziekjournalist en leraar vwo geschiedenis - in detail beschreven. Voor diegenen die onder Van Otterloo hebben gespeeld, is dit relaas 'gefundenes Fressen'. Maar voor hen niet alleen! Het boek bevat naast talrijke bijlagen en foto's een dvd met een tweetal televisieregistraties uit respectievelijk 1963 (Gebouw K&W Den Haag, Brahms III) en 1976 (St. Bavokerk Haarlem, Beethoven IX). Het boek en de dvd zijn toonaangevend voor de onderhavige periode van het orkestbedrijf. Metagegevens • Van Gruting • Gebonden • 629 pagina’s • ISBN 9789075879407 • NUR: 660 - Muziek algemeen • Genre: Kunst, Muziek, Biografieën • Trefwoorden: Dirigent, Residentie Orkest, Van Otterloo Over de auteur: Niek Nelissen (1952) studeerde geschiedenis in Groningen. Hij is werkzaam als leraar aan het Stedelijk Gymnasium in Arnhem en als toetsdeskundige bij het Cito. Als muziekjournalist schreef hij een groot aantal artikelen voor muziektijdschriften en toelichtingen bij cd-uitgaven op muziekhistorisch gebied. De biografie van Willem van Otterloo is de handelsuitgave van het proefschrift dat hij in 2009 verdedigde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Over de uitgever: Uitgeverij Van Gruting, opgericht in 1996, legt zich toe op het uitgeven van boeken op het terrein van geschiedenis, kunstgeschiedenis, muziekgeschiedenis en literatuurgeschiedenis. Van Grutinggeb - 628 blz
geschiedenis

Dannie ter Zweege
Neem mijn jeugd, die stierf vandaag
28 juli 1914. De wereldbrand breekt uit. Duizenden jonge mannen worden opgeroepen om te gaan vechten, nog eens duizenden melden zich vrijwillig. Met goede moed en vol van heroïsche gedachten komen ze terecht in modderige, ijskoude loopgraven, bevolkt door ratten en vlooien. Als 'kanonnenvlees' sneuvelen ze een roemloze, zinloze dood. Hun namen vinden we op witte kruisen, ritmisch gerangschikt op de oorlogsbegraafplaatsen in de Westhoek van Vlaanderen en het Noorden van Frankrijk. Dannie ten Zweege richt in 'Neem mijn jeugd, die stierf vandaag' voor meer dan honderd mannen en een enkele vrouw een monument op. Ze reconstrueert het wel en wee van Europese kunstenaars-soldaten: van Rik Wouters en Alain Fournier tot Edmund Blunden, van Rupert Brooke en August Macke tot Joe English. Bekende beeldend kunstenaars en schrijvers, maar ook vele jonge mannen die nog maar aan het begin van hun kunstenaarscarrière stonden, haalt ze uit de vergetelheid. We maken kennis met hun werk en voelen de voortdurende spijt over zoveel talent, in de knop gebroken. 'Neem mijn jeugd, die stierf vandaag' toont een breed panorama van de kunstscene in Europa eind 19de, begin 20ste eeuw: van muziek tot beeldende kunst en literatuur. Een andere kijk op de Eerste Wereldoorlog, een verrassende kennismaking met zoveel onbekende kunst. AUPpap - 238 blz