Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Non-Fictie/Dit is mijn hof
Chris de Stoop
Dit is mijn hof
€ 17,99 Oorspronkelijke prijs was: € 17,99.€ 7,90Huidige prijs is: € 7,90.
ISBN: 9789049807023. Bindwijze: geb Taal: NL Uitgever: ambo anthos Auteur: Chris de Stoop Auteur tussenvoegsel: de Paginas: 419 Categorie: Non-Fictie.
‘Dit is mijn hof’ is een persoonlijk relaas over het verdwijnen van de boeren, iets wat zich nu overal in Europa voordoet, maar nergens zo schrijnend als in de lage landen. Chris de Stoop ziet om naar het boerenleven dat het land maakte tot wat het was, duizend jaar lang. En hij kijkt met verbijstering naar het geradbraakte land dat het geworden is. Dwarsligger 577
Gerelateerde producten
muziek
Niek Nelissen
Willem van Otterloo
Willem van Otterloo was één van de vier belangrijkste Nederlandse dirigenten van de twintigste eeuw. Als componist liet hij een klein maar verfijnd oeuvre na. Zijn bekendste werk is de Symphoniëtta (1943), die behoort tot de meest gespeelde Nederlandse composities. Van Otterloo's levensverhaal geeft een interessant tijdsbeeld van het muziekleven tussen 1928 en 1978. Hij begon zijn loopbaan als tutticellist in het Utrechts Stedelijk Orkest. Een compositieprijsvraag van het Concertgebouw in 1932 bleek bepalend voor zijn toekomst. De orkestsuite die hij instuurde, werd bekroond met de eerste prijs en hij mocht de uitvoering door het Concertgebouworkest zelf dirigeren. Het USO stelde hem in 1934 aan als tweede en in 1937 als eerste dirigent. Hij bleef aan toen het USO in 1943 werd ingezet bij de Europasender, een Duitse propagandazender. Dit kwam hem na de bevrijding te staan op een veroordeling door de Ereraad voor de muziek.In 1949 werd Van Otterloo eerste dirigent van het Residentie Orkest, dat hij bijna een kwart eeuw leidde. Het Haagse orkest ging met hem een ongekende bloeitijd tegemoet. In 1950 werd hij een van de vaste dirigenten van het nieuwe platenlabel van Philips, dat hem behalve met het RO opnamen liet maken in Berlijn, Parijs en Wenen. De vele Philips-lp's droegen bij tot zijn internationale reputatie. Na het overlijden van Eduard van Beinum in 1959 werd algemeen verwacht dat hij diens opvolger zou worden bij het Concertgebouworkest. De keuze viel echter op Bernard Haitink en Van Otterloo bleef in Den Haag. In de jaren zestig kwam Van Otterloo bij het RO onder vuur te liggen door de roep om inspraak en repertoirevernieuwing. Als gastdirigent verlegde hij zijn activiteiten deels naar het buitenland. Na zijn vertrek bij het RO in 1973 werd hij chef-dirigent van het Sydney Symphony Orchestra. In 1978 overleed hij in Australië bij een verkeersongeval.Recensie: Dit vlot geschreven imposante boek is een handelsuitgave van een academisch proefschrift over de introverte levens- en musiceerstijl van een van Nederlands bekende orkestleiders met een interessant tijdsbeeld (1933-1978). Zelf voortgekomen uit de orkestpraktijk stond hij als vaste dirigent "op de bok" van respectievelijk het Utrechts Stedelijk Orkest en het Residentie Orkest. Ook de kronieken van beide ensembles uit die periode worden door de promovendus - muziekjournalist en leraar vwo geschiedenis - in detail beschreven. Voor diegenen die onder Van Otterloo hebben gespeeld, is dit relaas 'gefundenes Fressen'. Maar voor hen niet alleen! Het boek bevat naast talrijke bijlagen en foto's een dvd met een tweetal televisieregistraties uit respectievelijk 1963 (Gebouw K&W Den Haag, Brahms III) en 1976 (St. Bavokerk Haarlem, Beethoven IX). Het boek en de dvd zijn toonaangevend voor de onderhavige periode van het orkestbedrijf.Metagegevens • Van Gruting • Gebonden • 629 pagina’s • ISBN 9789075879407 • NUR: 660 - Muziek algemeen • Genre: Kunst, Muziek, Biografieën • Trefwoorden: Dirigent, Residentie Orkest, Van OtterlooOver de auteur: Niek Nelissen (1952) studeerde geschiedenis in Groningen. Hij is werkzaam als leraar aan het Stedelijk Gymnasium in Arnhem en als toetsdeskundige bij het Cito. Als muziekjournalist schreef hij een groot aantal artikelen voor muziektijdschriften en toelichtingen bij cd-uitgaven op muziekhistorisch gebied. De biografie van Willem van Otterloo is de handelsuitgave van het proefschrift dat hij in 2009 verdedigde aan de Radboud Universiteit Nijmegen.Over de uitgever: Uitgeverij Van Gruting, opgericht in 1996, legt zich toe op het uitgeven van boeken op het terrein van geschiedenis, kunstgeschiedenis, muziekgeschiedenis en literatuurgeschiedenis. Van Grutinggeb - 628 blz
non-fictie
Wiel Kusters
Mijn versnipperd bestaan
Onze grootste lezer, Kees Fens. Iemand voor wie lezen en leven maar een letter verschilden. De belangrijkste en productiefste literaire criticus van na de oorlog. Een geboren bewonderaar, melancholisch en beschouwelijk van aard. Maar ook een man met een groot gevoel voor humor, iemand die vloekte wanneer hij iets mooi vond. Een selfmade man, die net zo graag zijn licht liet schijnen over Augustinus en Petrarca als over het dichterschap van Willem van Hanegem en het vadercomplex van oud-premier Van Agt.Over de nietswaardigheid van de AKO Literatuurprijs net zo goed als over 'L'incoronazione di Poppea' en de muziek van Thomas Tallis. Over de in zijn ogen rampzalige pogingen tot liturgievernieuwing in de Katholieke Kerk in de jaren na het Tweede Vaticaans Concilie. Over de tragiek van de moderne universiteit. Over duizend dingen meer. En heel veel over geluk. "Geluk' is misschien het door Kees Fens meest gebruikte woord. In feite ging het daarbij om geluksverlangen.Kun je over het leven van Kees Fens een biografie schrijven die meer is dan een boekgroot essay? Wiel Kusters bewijst het met 'Mijn versnipperd bestaan'. Hij schetst een verrassend en ontroerend portret van de man die na zijn dood in de literaire wereld een leegte achterliet die niet meer gevuld werd.Fens over Kusters: "Hij is een ideale commentator, die bij het scherpste inzicht in het deel (en Kusters is een verbazend scherpzinnige lezer) het geheel, de mogelijkheden en de grenzen daarvan nooit vergeet. Hij schrijft de lezer voortdurend het zand uit de ogen.' AthenaeumGEB - 597 blz
non-fictie
Jan Smit
De opdracht
Hij had minister-president kunnen worden, of bestuursvoorzitter van Philips. Maar Herman Wijffels, de man die de Rabobank groot maakte, koos ervoor zich de rest van zijn leven in te zetten voor een betere wereld. Of het nu was als voorzitter van de SER of binnen het CDA, als informateur, hoogleraar of als voorzitter van tal van commissies: overal ontpopte hij zich als pleitbezorger van de groene catechismus. Hoe lastig de uitdaging ook was, bijna altijd bereikte hij consensus, mede dankzij zijn overtuigende en inspirerende manier van leidinggeven, die hem tot een icoon op het gebied van dienend leiderschap maakte. Waar komt zijn enorme gedrevenheid vandaan? En hoe succesvol was hij? Aan de hand van uitvoerig onderzoek en gesprekken met familieleden en talloze mensen die met hem samenwerkten â van Ruud Lubbers tot prinses Irene â schetst Jan Smit een scherp portret van 'De beste premier die Nederland nooit heeft gehad'. Achter zijn verhaal duikt een soms onthutsend beeld op van de Nederlandse politiek en de internationale bankenwereld. Met nieuwe onthullingen over de vorming van het kabinet-Balkenende IV en het dopinggebruik binnen de Rabowielerploeg. Plus de ware toedracht van het vertrek van Paul Wolfowitz als president van de Wereldbank; een politieke achtbaan waarin Wijffels als een van de weinigen de toenmalige Amerikaanse president George W. Bush een halt toeriep. Balanspap - 352 blz
non-fictie
Paul P.J. Overvoorde
Als het maar tot iets leidt?
Erfgoedzorg wordt geassocieerd met conservatieve, deftige heren. Dat deftige klopt wellicht, maar het eerste behoeft bijstelling: er waren ook idealisten die streefden naar een mooiere en betere wereld, met verheffing van de arbeider en de emancipatie van de vrouw. Dit geldt met name voor mr. dr. J.C. Overvoorde, een strijder op vele fronten. Deze biografie toont Overvoordes tomeloze engagement voor het veiligstellen van monumentaal erfgoed, musea en archieven, het initiëren van een monumentenwet, en voor de gelijke behandeling van de vrouw en haar emancipatie. Hij richt de Nederlandsche Oudheidkundige Bond op, met in het bestuur strijders die als jonge honden de sloop van monumenten proberen te voorkomen. Ook de rol die Overvoorde in de eerste emancipatiegolf speelt, wordt uitstekend belicht. Zijn feministisch rechtshistorisch proefschrift maakt hem bekend als voorstander van vrouwenemancipatie - hun zwaar achtergestelde positie vindt hij onaanvaardbaar voor een beschaafd land. Hij werkt even samen met Aletta Jacobs en kruist vaak de degens met Wilhelmina Drucker. Hij adviseert Annette Versluijs-Poelman, voorzitter van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, van achter de schermen. Daarnaast is hij actief als lid van de Radicalen Bond die de slechte positie van de arbeidersklasse wil verbeteren. Hij richt in die steden oudheidkundige verenigingen, een museum en verenigingen voor monumentenzorg op. In de Vereeniging van Archivarissen in Nederland werkt hij mee aan de professionalisering van het beroep en aan wetgeving. Eenmaal in Leiden benoemd zal hij als conservator, later directeur van De Lakenhal, de museumcollectie uitbreiden met werken van de Oude Leidsche meesters en de nieuwbouw van het museum realiseren. In deze vlot leesbare biografie komt een breed tijdsbeeld naar voren, waarin Overvoordes inbreng ook nog voor de huidige tijd goed onderbouwd voor het voetlicht wordt gebracht. Na enkele jaren kunstacademie studeerde Paul P.J. Overvoorde wijsbegeerte aan de Universiteit van Utrecht. Na voltooiing daarvan deed hij op uiteenlopende terreinen onderzoek, onder meer naar normatieve argumentatie. Daarnaast was hij als docent en stafmedewerker werkzaam. IJzergeb - 650 blz