Maartje Laterveer
Wolf
Dertien essays over de vrouw
€ 17,50 Oorspronkelijke prijs was: € 17,50.€ 7,90Huidige prijs is: € 7,90.
?Een vrouw wordt niet als vrouw geboren, maar tot vrouw gemaakt,? schreef Simone de Beauvoir al in 1949. Maar wát maakt de vrouw? Die vraag is onverminderd actueel. In ‘Wolf’ ondernemen dertien vrouwen een zoektocht naar een antwoord. Hun essays zijn persoonlijk, analytisch en geschreven vanuit diverse achtergronden en invalshoeken. De vrouw in kunst, film en muziek, de vrouw als moeder, rolmodel of lustobject. De vrouw als sekse en als gender, als vrouw ? en wat is dat dan? ‘Wolf’ trekt geen definitieve conclusies maar wil een prikkelende bijdrage vormen aan het feministische debat, en vooral de aanzet zijn tot een open gesprek. Met essays van Merel Bem, Basje Boer, Anaïs Van Ertvelde, Bo van Houwelingen, Emy Koopman, Maartje Laterveer, Nelleke Noordervliet, Marja Pruis, José Rozenbroek, Maral Noshad Sharifi, Naema Tahir, Yaël Vinckx en Herien Wensink.
Gerelateerde producten
muziek
Niek Nelissen
Willem van Otterloo
Willem van Otterloo was één van de vier belangrijkste Nederlandse dirigenten van de twintigste eeuw. Als componist liet hij een klein maar verfijnd oeuvre na. Zijn bekendste werk is de Symphoniëtta (1943), die behoort tot de meest gespeelde Nederlandse composities. Van Otterloo's levensverhaal geeft een interessant tijdsbeeld van het muziekleven tussen 1928 en 1978. Hij begon zijn loopbaan als tutticellist in het Utrechts Stedelijk Orkest. Een compositieprijsvraag van het Concertgebouw in 1932 bleek bepalend voor zijn toekomst. De orkestsuite die hij instuurde, werd bekroond met de eerste prijs en hij mocht de uitvoering door het Concertgebouworkest zelf dirigeren. Het USO stelde hem in 1934 aan als tweede en in 1937 als eerste dirigent. Hij bleef aan toen het USO in 1943 werd ingezet bij de Europasender, een Duitse propagandazender. Dit kwam hem na de bevrijding te staan op een veroordeling door de Ereraad voor de muziek.In 1949 werd Van Otterloo eerste dirigent van het Residentie Orkest, dat hij bijna een kwart eeuw leidde. Het Haagse orkest ging met hem een ongekende bloeitijd tegemoet. In 1950 werd hij een van de vaste dirigenten van het nieuwe platenlabel van Philips, dat hem behalve met het RO opnamen liet maken in Berlijn, Parijs en Wenen. De vele Philips-lp's droegen bij tot zijn internationale reputatie. Na het overlijden van Eduard van Beinum in 1959 werd algemeen verwacht dat hij diens opvolger zou worden bij het Concertgebouworkest. De keuze viel echter op Bernard Haitink en Van Otterloo bleef in Den Haag. In de jaren zestig kwam Van Otterloo bij het RO onder vuur te liggen door de roep om inspraak en repertoirevernieuwing. Als gastdirigent verlegde hij zijn activiteiten deels naar het buitenland. Na zijn vertrek bij het RO in 1973 werd hij chef-dirigent van het Sydney Symphony Orchestra. In 1978 overleed hij in Australië bij een verkeersongeval.Recensie: Dit vlot geschreven imposante boek is een handelsuitgave van een academisch proefschrift over de introverte levens- en musiceerstijl van een van Nederlands bekende orkestleiders met een interessant tijdsbeeld (1933-1978). Zelf voortgekomen uit de orkestpraktijk stond hij als vaste dirigent "op de bok" van respectievelijk het Utrechts Stedelijk Orkest en het Residentie Orkest. Ook de kronieken van beide ensembles uit die periode worden door de promovendus - muziekjournalist en leraar vwo geschiedenis - in detail beschreven. Voor diegenen die onder Van Otterloo hebben gespeeld, is dit relaas 'gefundenes Fressen'. Maar voor hen niet alleen! Het boek bevat naast talrijke bijlagen en foto's een dvd met een tweetal televisieregistraties uit respectievelijk 1963 (Gebouw K&W Den Haag, Brahms III) en 1976 (St. Bavokerk Haarlem, Beethoven IX). Het boek en de dvd zijn toonaangevend voor de onderhavige periode van het orkestbedrijf.Metagegevens • Van Gruting • Gebonden • 629 pagina’s • ISBN 9789075879407 • NUR: 660 - Muziek algemeen • Genre: Kunst, Muziek, Biografieën • Trefwoorden: Dirigent, Residentie Orkest, Van OtterlooOver de auteur: Niek Nelissen (1952) studeerde geschiedenis in Groningen. Hij is werkzaam als leraar aan het Stedelijk Gymnasium in Arnhem en als toetsdeskundige bij het Cito. Als muziekjournalist schreef hij een groot aantal artikelen voor muziektijdschriften en toelichtingen bij cd-uitgaven op muziekhistorisch gebied. De biografie van Willem van Otterloo is de handelsuitgave van het proefschrift dat hij in 2009 verdedigde aan de Radboud Universiteit Nijmegen.Over de uitgever: Uitgeverij Van Gruting, opgericht in 1996, legt zich toe op het uitgeven van boeken op het terrein van geschiedenis, kunstgeschiedenis, muziekgeschiedenis en literatuurgeschiedenis. Van Grutinggeb - 628 blz
non-fictie
Maartje Laterveer (red.)
Sfinx
In 'Sfinx' buigen dertien essayisten zich over onderwerpen als vriendschap en loyaliteit, ongenaakbaarheid en kwetsbaarheid, macht en kracht en de complexiteit van mannelijkheid. 'Een vrouw wordt niet als vrouw geboren, maar tot vrouw gemaakt', schreef Simone de Beauvoir. Maar hoe zit het met de man? In vergelijking met de talloze reflecties en analyses op vrouwen en vrouwelijkheid, is het wat mannen en mannelijkheid betreft opvallend stil gebleven. Hoog tijd voor een essaybundel die daar verandering in brengt. In tijden van #MeToo en toxic masculinity, waarin volgens sommigen 'de man geen echte man meer kan zijn', is de noodzaak groter dan ooit om na te denken over de vraag: 'Wat maakt de man?' Atlas Contactpap - 176 blz
mens & maatschappij
Marianne Joëls
Baanbreeksters
Welke vrouwen bereiken als eerste de top van hun beroepsgroep? Zijn het vrouwen die met een zilveren lepel in de mond geboren zijn, die alles in het werk stellen om 'De eerste' te worden? Vrouwen met een carrière die maar één richting kent, namelijk vooruit en omhoog? Het tegendeel blijkt waar. Aan de hand van gevoelvolle portretten op basis van uitvoerige gesprekken met twaalf 'eerste vrouwen' analyseert Marianne Joëls de overeenkomsten in hun omgeving, loopbaan en karakter. Ze vertellen over belangrijke momenten in hun leven: hun jeugd, hun keuzes voor een vervolgopleiding, de rol van toeval of juist planning in hun loopbaan, de mensen die hen steunden of tot voorbeeld dienden; en hun positie als vrouwelijke wegbereider. Het zijn vrouwen uit de politiek en overheid, uit de wetenschap, uit de wereld van religie, kunst en sport, en vrouwen uit het bedrijfsleven. Opvallend is dat ze niet meer kansen hebben gekregen dan een ander, maar wel van elke halve kans een heel succes hebben weten te maken. Het is een verhaal van doorzetten, optimisme, steun en geloof in een goede afloop. Prometheuspap - 288 blz
kunst
Theo Loevendie
Memoires van een componist
Het leven van Theo Loevendie is een soort 'van krantenjongen tot miljonair'-verhaal, maar dan meer in artistiek en sociaal opzicht dan in letterlijke zin. Theo Loevendie werd in 1930 geboren en groeide op in armelijke omstandigheden in een Amsterdamse volksbuurt. In zijn kindertijd was muziek op straat zijn grote inspiratie, omdat hij thuis geen andere muziek kende dan wat volkse smartlappen. Als kleuter werd hij zelfs twee keer als vermist opgegeven omdat hij de uitdrukking 'met de muziek mee' letterlijk in de praktijk had gebracht toen er een optocht met muziek voorbijkwam. Zijn reddende engel was de onderwijzer op de lagere school, die hem in contact bracht met de muziek van Johann Sebastian Bach. Mede door de erbarmelijke omstandigheden in de Tweede Wereldoorlog duurde het tot 1947 voordat een geleende klarinet het startschot vormde voor een inhaalmanoeuvre die Loevendie via het conservatorium bracht tot het hoofdleraarschap compositie aan de conservatoria van Rotterdam, Den Haag en Amsterdam. Als componist reist Loevendie al jarenlang de wereld af om uitvoeringen van zijn muziek toe te lichten en jonge componisten te onderrichten in masterclasses. Daarnaast blijft hij ook de jazzmuziek trouw die hij na de oorlog als tiener leerde kennen. Ook op latere leeftijd is Loevendie nog altijd creatief, zoals een unaniem enthousiast ontvangen concertuitvoering van zijn opera The Rise of Spinoza in 2014 in het Concertgebouw nog eens aantoonde. Prometheuspap - 284 blz