Bijna een jaar lang wandelden Junger en drie van zijn vrienden ? een oorlogsfotograaf en twee Afghanistan-veteranen ? langs de spoorlijnen van de Amerikaanse oostkust. Hun persoonlijke autonomie werd op de proef gesteld, maar ook hun afhankelijkheid van elkaar. De vier mannen verscholen zich voor de spoorwegpolitie, sliepen onder bruggen, kookten hun maaltijden boven een houtvuur, dronken uit beken en rivieren en ontwikkelden een unieke afhankelijkheid van elkaar. In ‘Vrijheid’ heeft Junger zijn verslag van deze tocht gelardeerd met beschouwingen over primatologie, de geschiedenis van werkstakingen en indiaanse opstandigen, boksstrategieën, de rol van vrouwen in verzetsbewegingen en de rauwe realiteit van het leven aan de frontier in Pennsylvania.