Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Non-Fictie/Reis om de dood
Bert Keizer
Reis om de dood
Van as tot ziel
€ 15,00 Oorspronkelijke prijs was: € 15,00.€ 7,90Huidige prijs is: € 7,90.
Wie ‘de dood’ wil definiëren zal nog een hele klus hebben. Want de dood kan die van Socrates zijn, of die van uw moeder, of die van mijn hond, of van de buxusheg, of van een pneumokok. Kogels verspreiden de dood. Jezus stond op uit de dood. De dood kan op de deur kloppen of je huis voorbijgaan. En volgens Chateaubriand zwalken we een heel leven rond op zoek naar de veilige haven van de dood. Alles gaat een keer dood, lijkt het wel. We zeggen zelfs van sterrenstelsels dat ze sterven. Maar dichter bij huis zien we ook tuinen, bromfietsen, de kerk, neanderthalers, embryo’s en boeken sterven. In een aaneenrijging van meer dan driehonderd items biedt Bert Keizer een wonderlijke baaierd van vragen, inzichten, afwijzingen en lofzangen rond de dood, uit alle tijden en plaatsen, in proza en poëzie. Zo weet hij vaak onderhoudend, maar hier en daar onthutsend om de dood heen te lopen. Zij het in steeds kleiner wordende cirkels.
Gerelateerde producten
muziek

Niek Nelissen
Willem van Otterloo
Willem van Otterloo was één van de vier belangrijkste Nederlandse dirigenten van de twintigste eeuw. Als componist liet hij een klein maar verfijnd oeuvre na. Zijn bekendste werk is de Symphoniëtta (1943), die behoort tot de meest gespeelde Nederlandse composities. Van Otterloo's levensverhaal geeft een interessant tijdsbeeld van het muziekleven tussen 1928 en 1978. Hij begon zijn loopbaan als tutticellist in het Utrechts Stedelijk Orkest. Een compositieprijsvraag van het Concertgebouw in 1932 bleek bepalend voor zijn toekomst. De orkestsuite die hij instuurde, werd bekroond met de eerste prijs en hij mocht de uitvoering door het Concertgebouworkest zelf dirigeren. Het USO stelde hem in 1934 aan als tweede en in 1937 als eerste dirigent. Hij bleef aan toen het USO in 1943 werd ingezet bij de Europasender, een Duitse propagandazender. Dit kwam hem na de bevrijding te staan op een veroordeling door de Ereraad voor de muziek.In 1949 werd Van Otterloo eerste dirigent van het Residentie Orkest, dat hij bijna een kwart eeuw leidde. Het Haagse orkest ging met hem een ongekende bloeitijd tegemoet. In 1950 werd hij een van de vaste dirigenten van het nieuwe platenlabel van Philips, dat hem behalve met het RO opnamen liet maken in Berlijn, Parijs en Wenen. De vele Philips-lp's droegen bij tot zijn internationale reputatie. Na het overlijden van Eduard van Beinum in 1959 werd algemeen verwacht dat hij diens opvolger zou worden bij het Concertgebouworkest. De keuze viel echter op Bernard Haitink en Van Otterloo bleef in Den Haag. In de jaren zestig kwam Van Otterloo bij het RO onder vuur te liggen door de roep om inspraak en repertoirevernieuwing. Als gastdirigent verlegde hij zijn activiteiten deels naar het buitenland. Na zijn vertrek bij het RO in 1973 werd hij chef-dirigent van het Sydney Symphony Orchestra. In 1978 overleed hij in Australië bij een verkeersongeval.Recensie: Dit vlot geschreven imposante boek is een handelsuitgave van een academisch proefschrift over de introverte levens- en musiceerstijl van een van Nederlands bekende orkestleiders met een interessant tijdsbeeld (1933-1978). Zelf voortgekomen uit de orkestpraktijk stond hij als vaste dirigent "op de bok" van respectievelijk het Utrechts Stedelijk Orkest en het Residentie Orkest. Ook de kronieken van beide ensembles uit die periode worden door de promovendus - muziekjournalist en leraar vwo geschiedenis - in detail beschreven. Voor diegenen die onder Van Otterloo hebben gespeeld, is dit relaas 'gefundenes Fressen'. Maar voor hen niet alleen! Het boek bevat naast talrijke bijlagen en foto's een dvd met een tweetal televisieregistraties uit respectievelijk 1963 (Gebouw K&W Den Haag, Brahms III) en 1976 (St. Bavokerk Haarlem, Beethoven IX). Het boek en de dvd zijn toonaangevend voor de onderhavige periode van het orkestbedrijf.Metagegevens • Van Gruting • Gebonden • 629 pagina’s • ISBN 9789075879407 • NUR: 660 - Muziek algemeen • Genre: Kunst, Muziek, Biografieën • Trefwoorden: Dirigent, Residentie Orkest, Van OtterlooOver de auteur: Niek Nelissen (1952) studeerde geschiedenis in Groningen. Hij is werkzaam als leraar aan het Stedelijk Gymnasium in Arnhem en als toetsdeskundige bij het Cito. Als muziekjournalist schreef hij een groot aantal artikelen voor muziektijdschriften en toelichtingen bij cd-uitgaven op muziekhistorisch gebied. De biografie van Willem van Otterloo is de handelsuitgave van het proefschrift dat hij in 2009 verdedigde aan de Radboud Universiteit Nijmegen.Over de uitgever: Uitgeverij Van Gruting, opgericht in 1996, legt zich toe op het uitgeven van boeken op het terrein van geschiedenis, kunstgeschiedenis, muziekgeschiedenis en literatuurgeschiedenis. Van Grutinggeb - 628 blz
non-fictie

Jan Fontijn
Moederskinderen
Het was voor Jan Fontijn een schok van herkenning toen hij Stendhals emotionele beschrijving las over de dood van diens moeder. Het herinnerde hem aan de nauwe band die hij als kind met zijn eigen moeder had en hoe die band door haar verschrikkelijke dood werd verbroken. Deze lees- en levenservaring was voor Fontijn aanleiding op zoek te gaan naar de wijze waarop een aantal prominente mannelijke schrijvers de band met hun moeder hebben beleefd en beschreven. Helder en beknopt weet hij de hoogte- en dieptepunten van de moeder-zoonrelatie te beschrijven. Zo komen in 'Moederskinderen' buitenlandse auteurs als Paul Léautaud, Michel Houellebecq, Charles Baudelaire, Rainer Maria Rilke, Friedrich Nietzsche, Marcel Proust en André Gide aan bod. Maar ook Nederlandstalige auteurs zijn met Gerard Reve, Herman Gorter, Jan Hanlo, Martinus Nijhoff, Frederik van Eeden, Lodewijk van Deyssel en de Belgische Maurice Gilliams goed vertegenwoordigd. 'Moederskinderen' noemt hij die door hem gekozen schrijvers, omdat de moederliefde of het intens verlangen daarnaar zo dominant in hun leven en werk aanwezig is. Hun relatie met hun moeder is vaak ontroerend en navrant en is voor Jan Fontijn meer dan eens aanleiding om die te verbinden met zijn eigen relatie met zijn moeder. Er zijn ook schrijvers die hun moeder nooit gekend hebben en leden onder dat gemis. Het boek sluit af met een korte schets van de wijze waarop psychiaters H.C. Halberstadt-Freud, Sigmund Freud en Georg Groddeck de relatie tussen moeder en zoon beschouwden. Prometheuspap - 170 blz
mens & maatschappij

Maurits Barendrecht
Het papieren paleis
Ons verouderde rechtssysteem wankelt en staat veraf van ons begrip van rechtvaardigheid. Maurits Barendrecht en Maurits Chabot schetsen nieuwe routes naar een rechtspraak die mensen samenbrengt. 'Een helder, hartstochtelijk pleidooi voor de broodnodige vernieuwing van de rechtsstaat.' - Bas Heijne 'Het boek leest als een roman. [â¦] De grote waarde van het pleidooi van Barendrecht en Chabot is dat het kussen van de rechtspleging wordt opgeklopt.' Lucas Lieverse in de Volkskrant. 'Over de beperkingen van het recht en de stevige hervorming die er steeds maar niet komt. Ik vind het een belangrijk boek.' â Folkert Jensma in NRC Nieuwsbrief Recht en Onrecht 'Een krachtig boek over de noodzakelijke vernieuwing van de rechtsstaat.' â Den Haag Centraal 'Sommige boeken moet iedere advocaat lezen. Twaalf jaar geleden was dat The end of lawyers van Richard Susskind. Nu is dat Het Papieren Paleis van Maurits Barendrecht en Maurits Chabot. ⦠Het Papieren Paleis geeft voldoende aanknopingspunten en ideeën voor iedereen die de rechtsstaat een warm hart toedraagt, voor het vernieuwen van dat deel van de juridische dienstverlening waar zij invloed op hebben. Dus koop dit boek, lees het in een adem uit en ga ermee aan de slag.' â Advocatie.nl 'Aanrader.' â Financieel Dagblad, Nieuwe Boeken De Belastingdienst pakte mensen die toeslagen ontvingen hard aan, maar slaagt er niet in het leed recht te zetten. Bij medische missers staan artsen vaak langdurig in de beklaagdenbank, terwijl patiënten en hun families daar weinig mee opschieten. Veel mensen kampen met knagende conflicten dicht bij huis, zoals burenruzies, vechtscheidingen of ontslagzaken. Een juridisch oordeel lost meestal weinig op. Intussen treedt de ene minister na de andere topambtenaar af. Rechters zijn overbelast, het OM wordt geplaagd door schandalen, sociale advocaten gooien het bijltje erbij neer. Het recht is vastgelopen. De juridische wereld wankelt. Dat is niet verwonderlijk als je bedenkt dat onze procedures nog stammen uit de negentiende eeuw. De rechter vonnist en dan is er recht gedaan? Uit onderzoek blijkt dat ons rechtssysteem inmiddels veraf staat van hoe mensen rechtvaardigheid ervaren. Dat is alarmerend. In Het papieren paleis schetsen Barendrecht en Chabot nieuwe routes naar rechtvaardigheid. Die leiden hen van het Vredespaleis in Den Haag tot de kinderrechter, en van gidsland Rwanda tot Belgische vrederechters. Rechtspreken, concluderen ze, gebeurt niet óver, maar tússen mensen. Met een rechtspraak die mensen samenbrengt, in plaats van ze uit elkaar te spelen. 'Het boek leest als een roman. [...] De grote waarde van het pleidooi van Barendrecht en Chabot is dat het kussen van de rechtspleging wordt opgeklopt.' - Lucas Lieverse in de Volkskrant Balanspap - 264 blz
kunst

Wilma van Giersbergen
Op zoek naar werk
'Op zoek naar werk, De productieve kunstenaarsfamilies Hauck ? Bakker - Van de Laar in Rotterdam 1770-1920'. Van auteur Wilma van Giersbergen. Begin december 1776 arriveert August Christian Hauck (1742-1801) met zijn vrouw en twee kinderen in Rotterdam. Hij wil er als portretschilder aan de slag, Hauck, die in Mannheim werd geboren, stamt uit een kunstenaarsfamilie. Net zoals zijn vader en zijn (half)broers op zoek moesten naar opdrachten en daarvoor vele reizen zouden ondernemen, zo vindt ook Hauck pas na omzwervingen door de Republiek zijn definiteive bestemming in Rotterdam. August C. Hauck wordt de stamvader van vier generaties Rotterdamse kunstschilders. In 1784 neemt hij een jongeman uit Goedereede, Cornelis Bakker (1771-1849), als leerling bij hem in huis. Cornelis Bakker trouwt in 1795 met Susanna Eva Hauck (1773-1842), het enige kind van zijn leermeester. Twee van hun kinderen, Job Augustus (1796-1876) en Aren Bakker (1806-1843), worden eveneens kunstenaar. Ook raakt de familie Bakker door een huwelijk verwant aan de Rotterdamse kunstenaarsfamilie Van de Laar, van wie de historieschilder Jan Hendrik van de Laar (1807-19874) de bekendste zal worden. Leven van alleen de schilderkunst gaat moeizaam, zodat de kunstenaars generatie op generatie op zoek moeten naar andere bronnen van inkomsten. Honderd jaar lang spelen zij in Rotterdam als tekenleraar een grote rol in het onderwijs bij het tekengenootschap 'Hierdoor tot Hooger' en de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen. Daarnaast verdienen verschillenden van hen hun boterham in de decoratie- en interieurschilderkunst. Het is de tragiek van een kunstenaarsfamilie die, opgeleid tot kunstschilder, door velerlei omstandigheden gedwongen wordt haar ambities bij te stellen. In 'Opzoek naar werk' worden zes generaties kunstschilders gevolgd te beginnen met Haucks vader, Johann Jacob Hauck(1694-ca.1769), kerk- en hofschilder in Duitsland. De schilderdynastie eindigt als de decorschilder Frans Bakker (1871-1944) in 1920 Rotterdam verlaat en in Nederlands-Indië gaat wonen. Donkerpap - 368 blz