Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Non-Fictie/Biografieën/Op voet van oorlog
Willeke Stadtman
Op voet van oorlog
een familiegeschiedenis
€ 20,99 Oorspronkelijke prijs was: € 20,99.€ 7,90Huidige prijs is: € 7,90.
Tegen middernacht staan er bij Willeke Stadtman twee agenten op de stoep. Haar jongste broer is dood, zelfmoord. Nog geen maand later volgt het ongeluk van haar oudste broer. Een dode en een zwaargewonde. Ze kan zich niet langer onttrekken aan haar verleden. Ze moet op zoek naar het waarom. ‘Op voet van oorlog’ gaat over een vader, die getekend door een ongelukkige jeugd in de oorlog een verkeerde keuze maakt, en een moeder, die zich nestelt in de slachtofferrol. Over goed en fout, over schuld en verantwoordelijkheid, over daders en slachtoffers, en over kinderen die een schakel zijn in een tragedie die zich voortsleept over generaties heen, en niet kunnen worden wie ze werkelijk zijn.
Gerelateerde producten
kunst

Wilma van Giersbergen
Op zoek naar werk
'Op zoek naar werk, De productieve kunstenaarsfamilies Hauck ? Bakker - Van de Laar in Rotterdam 1770-1920'. Van auteur Wilma van Giersbergen. Begin december 1776 arriveert August Christian Hauck (1742-1801) met zijn vrouw en twee kinderen in Rotterdam. Hij wil er als portretschilder aan de slag, Hauck, die in Mannheim werd geboren, stamt uit een kunstenaarsfamilie. Net zoals zijn vader en zijn (half)broers op zoek moesten naar opdrachten en daarvoor vele reizen zouden ondernemen, zo vindt ook Hauck pas na omzwervingen door de Republiek zijn definiteive bestemming in Rotterdam. August C. Hauck wordt de stamvader van vier generaties Rotterdamse kunstschilders. In 1784 neemt hij een jongeman uit Goedereede, Cornelis Bakker (1771-1849), als leerling bij hem in huis. Cornelis Bakker trouwt in 1795 met Susanna Eva Hauck (1773-1842), het enige kind van zijn leermeester. Twee van hun kinderen, Job Augustus (1796-1876) en Aren Bakker (1806-1843), worden eveneens kunstenaar. Ook raakt de familie Bakker door een huwelijk verwant aan de Rotterdamse kunstenaarsfamilie Van de Laar, van wie de historieschilder Jan Hendrik van de Laar (1807-19874) de bekendste zal worden. Leven van alleen de schilderkunst gaat moeizaam, zodat de kunstenaars generatie op generatie op zoek moeten naar andere bronnen van inkomsten. Honderd jaar lang spelen zij in Rotterdam als tekenleraar een grote rol in het onderwijs bij het tekengenootschap 'Hierdoor tot Hooger' en de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen. Daarnaast verdienen verschillenden van hen hun boterham in de decoratie- en interieurschilderkunst. Het is de tragiek van een kunstenaarsfamilie die, opgeleid tot kunstschilder, door velerlei omstandigheden gedwongen wordt haar ambities bij te stellen. In 'Opzoek naar werk' worden zes generaties kunstschilders gevolgd te beginnen met Haucks vader, Johann Jacob Hauck(1694-ca.1769), kerk- en hofschilder in Duitsland. De schilderdynastie eindigt als de decorschilder Frans Bakker (1871-1944) in 1920 Rotterdam verlaat en in Nederlands-Indië gaat wonen. Donkerpap - 368 blz
mens & maatschappij

Eugénie Smits van Waesberghe
Zwartboek adoptie
Zwartboek adoptie in Nederland in de 20e eeuw De invoering van de Adoptiewet in 1956 zorgde ervoor dat adoptie wettelijk onder de verantwoordelijkheid van de Nederlandse overheid viel. Een grote vraag naar baby's in Nederland door veelal kinderloze echtparen was het gevolg. Ongehuwde vrouwen stonden, vaak onder informele dwang, na de bevalling hun baby af. Dat gebeurde meestal in zogeheten doorgangshuizen waar zwangere meisjes en vrouwen verbleven en waaraan de overheid destijds financieel bijdroeg. Naar schatting zijn tussen 1956 en 1984 rond de 15.000 tot 25.000 baby's op deze manier afgestaan. Dit zorgde toen al voor veel leed, maar het werd decennia later nog veel pijnlijker toen geadopteerden op zoek gingen naar hun onbekende biologische moeders en vaders. Persoonsgegevens van geboorte- en adoptiefamilies blijken in geheime dossiers opgeslagen, zijn niet ter inzage of indertijd (moedwillig) verdwenen in opdracht van adoptieouders of zijn van hogerhand vernietigd. In 'Zwartboek adoptie' vertellen geadopteerden over hun persoonlijke adoptieverhaal en de levenslange impact ervan. Evenals moeders die vaak onvrijwillig en onwetend ooit een baby afstonden aan andere Nederlandse echtparen. Ze durven nu eindelijk hun verhaal te doen. Afstandsmoeders, afstandsvaders, geadopteerden en ook niet geadopteerde kinderen en familieleden komen uitgebreid aan het woord. Ook deskundigen die in hun werk in aanraking kwamen met adoptie als medewerkers van de Raad voor de Kinderbescherming, therapeuten en jeugdhulpverleners, historici en hoogleraren in religiegeschiedenis en sociale demografische geschiedenis, een kinderrechter en een kindertehuisdirecteur vertrouwen hun ervaringen over de adopties toe aan dit zwartboek. Allen tekenen zo met elkaar de inktzwarte rand om de Nederlandse adoptiegeschiedenis. We kunnen het niet veranderen, maar het gaat erom dat we het erkennen en van de fouten leren. De schrijfster van Zwartboek adoptie is Eugénie Smits van Waesberghe (1965). Zij is journalistiek onderzoeker, psychosociaal therapeut en coach. Zelf is Eugénie ook geboren in een doorgangshuis, onder dwang bij haar moeder weggenomen en ter adoptie in een pleeggezin geplaatst. De afgelopen vijf jaar stuitte Eugénie, mede door haar eigen zoektocht naar informatie over haar biologische moeder en vader, op gesloten deuren. 'Veel is onbekend, over veel wordt gezwegen en weinig is mogelijk om duidelijkheid te krijgen,' aldus Eugénie. Tijdens haar zoektocht kwam zij in contact met vele lotgenoten, wier verhalen, zoektochten, adoptieverleden en adoptieleed zij in dit boek heeft opgetekend. Eugénie studeerde aan de faculteit Sociale Wetenschappen en de Rechtenfaculteit van de Rijksuniversiteit Utrecht (Nederlands recht). Ze is getrouwd, heeft twee kinderen en werkt onder meer als psychosociaal therapeut en coach. Deskundige is Eugénie op het gebied van risicotaxatie, casusregie en het opstellen van veiligheidsplannen in complexe gezinssystemen en op het terrein van afstand, adoptie en hechting. Als deskundige en belangenbehartiger is Eugénie sinds 2018 lid van de ministeriële werkgroep Binnenlandse afstand en adoptie. Deze werkgroep heeft de totstandkoming van het landelijke onderzoek naar de binnenlandse afstand en adoptie en de oprichting van het landelijk meldpunt in 2019 voorbereid. NAUpap - 340 blz
mens & maatschappij

Karl Mannheim
Het generatieprobleem
Het gemak waarmee we over generaties praten, illustreert dat het een bruikbaar begrip is om maatschappelijke verschijnselen te duiden. Bij nadere beschouwing blijkt echter dat het in het dagelijks gebruik vooral aantrekkelijk is als we het losjes hanteren. Generaties kunnen tegenover elkaar staan, jonge generaties kunnen een maatschappij vernieuwen, en thuis kunnen we een generatiekloof ervaren. Karl Mannheim zag scherp hoe deze losse begripsopvatting verwarring veroorzaakte. In zijn essay Das Problem der Generationen (1927-'28) werkte hij daarom een nauwkeurig, gedifferentieerd generatiebegrip uit. In dezelfde tijd geboren zijn zegt op zich nog niet zoveel, aldus Mannheim. Pas als jongeren ook dezelfde culturele invloeden ondergaan, kan de ontwikkeling tot een maatschappelijke actieve 'generatieeenheid' werkelijk haar beslag krijgen. Voor dat laatste is het echter ook nodig dat bestaande culturele vormen door een versnelde maatschappelijke ontwikkeling zijn ontworteld. Anders gezegd: jongeren kunnen pas dan een eigen rol op het maatschappelijke toneel krijgen. Mannheims generatiebegrip heeft in de loop van de tijd vele auteurs en onderzoekers geïnspireerd, zowel in de geschiedwetenschap als in de sociale wetenschappen. Met de eerste Nederlandse vertaling, van de hand van Hans Driessen, kunnen nu alle generaties uit de eerste hand kennis nemen van zijn rijke gedachtegoed. Karl Mannheim (1893-1947) was een Hongaars-Duitse socioloog, die de grondlegger is van de kennissociologie. De oorspronkelijke versie van Het generatieprobleem voltooide hij in 1928. Over de vertaler: Hans Driessen is vertaler van onder andere Duitse filosofie. Eerder verschenen van hem vertalingen van Nietzsche, Sloterdijk en Schopenhauer. In 2012 verscheen van zijn hand een nieuwe vertaling van Thomas Manns De Toverberg en voor uitgeverij Vantilt vertaalde hij Wetenschap als beroep en Politiek als beroep van Max Weber. Van Tiltpap - 78 blz
religie

Margalith Kleijwegt
Verdriet en boterkoek
Een intiem familieverhaal over hoe verschillende generaties binnen een familie omgaan met de Joodse identiteit. In 'Verdriet en boterkoek' vertelt Margalith Kleijwegt over hoe verschillende generaties binnen haar familie omgaan met de Joodse identiteit. Haar moeder, documentairemaakster Netty Rosenfeld, was Joods opgevoed, had ondergedoken gezeten en worstelde met haar beladen verleden. De oorlog had ze 'van zich afgevochten', het Joods-zijn beschouwde zij vooral als een last. Voor Kleijwegt was die gespleten houding ingewikkeld. Ze voelde de zwaarte van dat verleden, haar eeuwige gevecht met het Jodendom en wist niet altijd hoe daarop te reageren. 'Mam, mag ik mijn keppeltje al op?' vroeg haar achtjarige zoon lang voordat de seideravond zou beginnen. Zo'n blijmoedige associatie met het Jodendom verraste en ontroerde Kleijwegt. Diezelfde onbekommerde houding zag ze bij de kinderen van haar broer, en bij de kleinkinderen van haar neef Jaap die in de oorlog als klein jongetje ondergedoken had gezeten. Geen ongemak meer, maar trots. Kleijwegt vertelt in een intiem familieverhaal hoe drie generaties met dat verleden, 'die shit van jullie', omgaan. Atlas Contactpap - 208 blz