In het begin van de negentiende eeuw staan patriottisme en heldendom nog centraal in de uitbundige Nederlandse militaire schilderstukken. Haagse schilders als George Hendrik Breitner en Isaac Israels, die relaties hebben in de militaire wereld, geven omstreeks 1880 echter een nieuwe interpretatie aan het genre. Zij richten zich nadrukkelijk niet op de verheerlijking van het militaire bestaan, maar verbeelden juist de alledaagse realiteit van het soldatenleven. Anderen zo als Charles Rochussen en Jan Hoynck van Papendrecht werken op hun beurt samen met de officieren Willem Constantijn Staring en Nicolaas van Es aan realistische illustraties voor nieuwsbladen als Elsevier en Eigen Haard, waardoor het militaire genre bekendheid krijgt bij een groot publiek.
Gerelateerde producten
kunst
Jan Cremer, Wim van der Linden
Working class hero
Schrijver en beeldend kunstenaar Jan Cremer (1940) stamt van vaderszijde uit een familie van hoefsmeden en beroepsmilitairen uit Pruisen en Hessen, zijn moeders familie is afkomstig uit Hongarije. Korte tijd volgde hij een opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunst in Arnhem. Als schilder kreeg hij snel erkenning met zijn 'peinture barbarisme', intussen reist hij veel en woont overal.In het najaar van 1963 zwerven Jan Cremer en Wim van der Linden ieder weekend samen door Amsterdam. Wim van der Linden heeft een hok met een donkere kamer op Kattenburg, Jan Cremer heeft al een gezin en woont in de Jodenhouttuinen. De huizen die ze daar bewonen, zijn allang gesloopt. Amsterdam in 1963 is een stad in doodsnood. Het is alles sloop en verval. In die puingruwel staat Jan Cremer en kijkt hongerig in de lens.Op zijn drieëntwintigste heeft Jan Cremer een heel leven achter de rug, maar ondanks zijn successen als schilder is hij arm gebleven en noodgedwongen werkt hij in de haven. De Cremer die Wim van der Linden vastlegt, is hard op weg om van 'working class' tot 'working class hero' uit te groeien. Op alle foto's die Wim van der Linden in 1963 van hem maakt, is hij de belichaming van het nieuwe, van de dingen die komen gaan. Het icoon van de verandering wordt de foto van Jan Cremer op zijn Harley Davidson, de coverfoto van Ik Jan Cremer, dat in 1964 verschijnt. Daarna is alles anders.Wim van der Linden en Jan Cremer zullen nog tien jaar samen optrekken. Tussen 1963 en 1969 maakt hij zo'n duizend foto's van Jan Cremer, waarvan het grootste deel zich bevindt in het archief van Cremer. In dit boek zijn 80 door Jan Cremer uitgekozen foto's verzameld. Ze geven niet alleen een beeld van Jan Cremer, maar ze zijn ook een monument voor de vriendschap van twee kunstenaars, de schrijver en de fotograaf. d'Jongehonding - 96 blz
geschiedenis
Eveline Koolhaas-Grosfeld
Tussen politiek en publiek
Politieke tekenaars zijn opiniemakers, net als de schrijvende pers. Het nieuws 'knedend' tot satire beïnvloeden zij de politieke opvattingen van het publiek. Beelden - direct als zij zijn - zijn vaak effectiever dan teksten, zo blijkt. Tekenaars geven, kortom, mede vorm aan het openbare politieke debat. In dit boek zijn ruim tachtig (spot)prenten uit de jaren 1880-1919 bijeengebracht. De auteurs laten hiermee op een nieuwe manier de relatie tussen politiek en publiek zien. Het was een tijd van grote veranderingen in de Nederlandse politiek. Nieuwe groeperingen als de confessionelen en socialisten sloegen een bres in het liberale bolwerk en brachten het buitenparlementaire politieke debat op gang. En terwijl op straat de roep om algemeen kiesrecht steeds luider klonk, werd binnen het parlement fel gedebatteerd over de onafwendbare grondwetsherziening. Al dit rumoer is te volgen op de afbeeldingen in dit boek. Omdat het publiek gedurende deze periode steeds meer betrokken raakte bij de politiek werd het voor parlementariërs belangrijk gekend te worden. Prenten waren hiervoor het medium bij uitstek, ook als zij de spot met je dreven. Want wie niet in beeld komt, bestaat niet. Eveline Koolhaas-Grosfeld is kunsthistoricus en werkzaam als zelfstandig onderzoeker en beeldredacteur. Schreef over de achttiende- en negentiende-eeuwse prentkunst in onder meer haar proefschrift 'De ontdekking van de Nederlander in boeken en prenten rond 1800' (Zutphen 2010) en het tijdschrift De Moderne Tijd. Marij Leenders is universitair docent en onderzoeker politieke en religie geschiedenis bij de Radboud Universiteit Nijmegen. Recente publicatie over politieke beeldcultuur samen met Andreas Biefang (red.): Erich Salomon & het ideale Parlement. Fotograaf in Berlijn en Den Haag, 1928-1940 (Amsterdam 2014). Schriptumpap - 136 blz
kunst
Gabri van Tussenbroek
Amsterdam en de Nachtwacht
Weinig Nederlandse schilderijen zijn zo bekend als Rembrandts Nachtwacht. Tientallen miljoenen mensen hebben het schilderij in de Eregalerij van het Rijksmuseum met eigen ogen aanschouwd. Ontelbare miljoenen anderen kennen het uit tijdschriften, van tv, internet of koekblikken. Sommigen weten dat de Nachtwacht niet de officiële naam van het schilderij is, en een enkeling kent de naam van kapitein Frans Banninck Cocq, die zich samen met luitenant Willem van Ruytenburch gereedmaakt om er met zijn compagnie op uit te trekken. Maar waarom besloten zeventien mannen zich rond 1640 door Rembrandt van Rijn te laten vereeuwigen en wie waren zij? Wat waren hun lotgevallen en hoe verhielden zij zich tot elkaar? En wat voor stad was Amsterdam, op het moment dat de hoofdrolspelers zich met enkele streken van de kwast lieten vastleggen en daarmee onbewust maar definitief de geschiedenis ingingen als onlosmakelijk onderdeel van de Nederlandse identiteit? Gabri van Tussenbroek vertelt over de stad van Rembrandt, in de tijd dat deze zijn meesterwerk schiep. Een werk dat was voorbestemd om het beroemdste schilderij van Nederland te worden. Prometheuspap - 154 blz
kunst
Aart van der Kuijl
Geertgen tot Sint Jans
De beroemde 16de-eeuwse kunstenaar, schrijver en stadsgenoot Karel van Mander noemde Geertgen tot Sint Jans destijds al de belangrijkste Hollandse schilder van de 15de eeuw. Toch geniet deze virtuoze kunstenaar en grondlegger van de schilderkunst in de Noordelijke Nederlanden nauwelijks de bekendheid of roem die hem zonder meer toekomt. Dit boek is de eerste uitgebreide monografie over deze Haarlemse laatgotische, sensatie die sinds 1942 verschijnt en vult daarmee voor liefhebbers van oude kunst een belangrijk hiaat op. De laatste stand van wetenschap is door de auteur zoveel mogelijk opgenomen en aanvullend onderzoek heeft tot enkele nieuwe inzichten geleid. Zoals het feit dat vóór de veelgeroemde culturele bloeiperiode eind 16de en begin 17de eeuw, laat in de 15de eeuw in cultureel opzicht ook al sprake was van een opgaande fase. Het Haarlem van Geertgen tot Sint Jans blonk namelijk uit op het gebied van de (miniatuur)schilderkunst. En al eerder die eeuw bezorgden de beeldhouwkunst van de Haarlemmers Claus Sluter en Claes van de Werve, de miniaturen van Spierinc en de Meester van de Haarlemse Bijbel én de geïllustreerde boeken van drukker en uitgever Jacob Bellaert de stad internationaal aanzien. Geertgen tot Sint Jans - Het mirakel van Haarlem beoogt echter vooral de bekendheid van Geertgen uit te breiden naar een groter en breed geïnteresseerd publiek. De kunstenaar én zijn werk verdienen die aandacht. Uitgeverij Loutjegeb - 304 blz